ECLI:NL:OGEAC:2018:261
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van een koopovereenkomst en verweer op basis van oplichting
In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Olmaq Trading Curaçao N.V. (hierna: Olmaq) betaling van een bedrag van NAf 98.888,75 van de naamloze vennootschap Kas di Sensia Impex N.V. (hierna: KdS) op basis van een koopovereenkomst. De vordering is ingesteld na een levering van goederen op 7 december 2017, waarvoor KdS een factuur ontving. KdS heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingediend, waarbij zij stelt dat er sprake is van oplichting door de zussen die betrokken zijn bij beide bedrijven. De rechter heeft de processtukken en de verklaringen van partijen in overweging genomen, waaronder de comparitie van partijen op 2 oktober 2018.
De feiten van de zaak tonen aan dat KdS en Olmaq een handelsrelatie hadden, waarbij KdS regelmatig goederen bij Olmaq inkocht. De rechtszaak draait om de vraag of de overeenkomst tot stand is gekomen en of KdS verplicht is om te betalen. KdS betwist de geldigheid van de overeenkomst en stelt dat de zussen een plan hebben gesmeed om KdS leeg te trekken. De rechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de overeenkomst eind 2017 is gesloten en dat KdS de geleverde goederen moet betalen.
De rechter heeft geoordeeld dat het verweer van KdS onvoldoende onderbouwd is en dat de vordering van Olmaq moet worden toegewezen. KdS wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. De tegenvordering van KdS wordt afgewezen. Het vonnis is uitgesproken op 29 oktober 2018.