ECLI:NL:OGEAC:2018:256

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 oktober 2018
Publicatiedatum
29 oktober 2018
Zaaknummer
Cur201803489
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van hypothecaire veiling en suggestie voor beschermingsbewind

In deze zaak heeft eiser op 19 oktober 2018 een verzoekschrift ingediend in een kort geding tegen FUNDASHON KAS POPULAR (FKP) met als doel de veiling van zijn woning, die gepland stond voor 25 oktober 2018, te stoppen. Eiser, die vergezeld was van zijn gemachtigde en familie, voerde aan dat hij al een aanzienlijk bedrag aan aflossingen had gedaan en dat de door FKP opgegeven restvordering onjuist was. FKP stelde echter dat eiser door de jaren heen onregelmatig had afgelost, wat had geleid tot een aanzienlijke achterstand. Tijdens de zitting werd duidelijk dat eiser, die 71 jaar oud is en lijdt aan dementie en Parkinson, niet in staat was zijn financiële belangen te behartigen. Het Gerecht oordeelde dat, gezien de omstandigheden van eiser, de veiling van zijn woning opgeschort moest worden om hem de kans te geven maatregelen te treffen, zoals het aanvragen van een beschermingsbewind. Het Gerecht verleende eiser toestemming om kosteloos te procederen en stelde voorwaarden aan de aanhouding van de veiling, waaronder maandelijkse betalingen aan FKP. De zaak zal op 16 april 2019 verder worden behandeld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISER],
te Curaçao,
eiser in kort geding,
gemachtigde: mr. I.F. Moeniralam,
tegen
FUNDASHON KAS POPULAR (FKP),
te Curaçao,
gedaagde in kort geding.
gemachtigde: mr. H.W. Braam.

1.Het verloop van de procedure

Eiser heeft op 19 oktober 2018 een verzoekschrift ingediend. Het kort geding is behandeld ter zitting van 24 oktober 2018. Eiser is ter zitting verschenen, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn echtgenote en twee dochters. Namens FKP is haar gemachtigde verschenen, alsmede mr. J. de Wind.
De gemachtigden hebben de zaak bepleit met verwijzing naar overgelegde pleitnotities en stukken.

2.De beoordeling

2.1
Eiser vordert - naast een verklaring voor recht die in kort geding niet kan worden gegeven - een bevel aan FKP om de voor hedenmorgen, 10.00 uur geplande veiling van zijn woning [adres] stop te zetten. FKP heeft verweer gevoerd.
2.2
De desbetreffende woning is in 1981 door eiser van FKP gekocht. Daarbij werd door FKP aan eiser een geldlening verstrekt van in hoofdsom NAf 36.015, tegen een rente van 8% per jaar. In 1995 is deze lening tegen hetzelfde rentepercentage omgezet in een hypothecaire lening, met de woning als zekerheid. Vanaf toen gold een maandelijkse aflossing van NAf 375, met een looptijd van 29 jaar.
2.3
Bij deurwaardersexploot van 28 augustus 2018 heeft FKP eiser de veiling van de woning aangezegd. Volgens FKP heeft zij een opeisbare vordering op eiser van afgerond NAf 120.000.
2.4
Namens eiser is aangevoerd dat hij in totaal al circa NAf 105.000 aan aflossingen en rente aan FKP heeft (terug)betaald, dat de samengestelde rente van 8% per jaar onredelijk hoog is, dat de door FKP opgegeven restvordering niet klopt en dat hij groot belang hecht aan het behoud van zijn woning. Eisers dochter heeft ter zitting een stapel kwitanties getoond, waarin volgens haar ook bewijzen van betalingen zitten die door FKP niet in de berekening van de vordering zijn meegenomen. Behalve eiser en zijn echtgenote woont ook een van hun dochters in de woning, met haar vijf kinderen.
2.5
Uit de door FKP overgelegde correspondentie en berekeningen is voorshands aannemelijk geworden dat eiser door de jaren heen onregelmatig en te weinig op zijn lening heeft afgelost, waardoor - mede als gevolg van verschuldigde rente over achterstallige bedragen - een aanzienlijke achterstand is ontstaan. Aannemelijk is voorts dat daarvan ook sprake is indien bij de berekening niet steeds het overeengekomen rentepercentage van 8% zou worden gehanteerd, maar een lagere, meer marktconforme rente van thans zeg 6%. Bovendien is aannemelijk geworden dat namens eiser niet is gereageerd op schriftelijke en telefonische verzoeken van FKP om de maandelijkse betalingen te hervatten en de achterstand weg te werken. Ten slotte is gebleken dat FKP eiser alternatieve huisvesting heeft aangeboden in de vorm van huurwoningen voor bejaarden, waarop namens eiser niet is ingegaan.
2.6
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat FKP gerechtvaardigd gebruik heeft kunnen maken van haar bevoegdheid om eiser de executoriale verkoop van zijn woning aan te zeggen.
2.7
Ter zitting is evenwel gebleken dat eiser, 71 jaar, dementerend is, Parkinson heeft, geestelijk en lichamelijk hulpbehoevend is en aangewezen is op de zorg van anderen. Aannemelijk is geworden dat eiser niet in staat is zijn (financiële) belangen naar behoren te behartigen en dat eiser niet bij machte is geweest om maatregelen te nemen om de veiling van zijn woning af te wenden. In het geval van eiser - en wellicht ook van diens echtgenote - lijkt een beschermingsbewind als bedoeld in artikel 1:431 BW op zijn plaats. De bewindvoerder - mits geschikt voor zijn/haar taak - zou er dan op kunnen toezien dat uit het pensioen in ieder geval de vaste woonlasten van eiser worden voldaan.
2.8
Gelet op de geestelijke en lichamelijke toestand van eiser - en eiser is de contractuele wederpartij en schuldenaar van FKP, niet diens familieleden - ziet het Gerecht aanleiding de veiling en daarmee de dreigende ontruiming van eiser op te schorten, teneinde eiser in de gelegenheid te stellen maatregelen te doen treffen (al dan niet door een beschermingsbewind te verzoeken) waarmee wordt verzekerd dat de vaste woonlasten van eiser kunnen worden voldaan. Eiser zal dan ook bij FKP kunnen worden ingeschreven voor de huur van een bejaardenwoning, voor het geval hij zijn eigen woning alsnog zal moeten ontruimen. De voor vandaag geplande veiling kan geen doorgang vinden. De zaak en de vorderingen van eiser zullen op een vervolgzitting verder worden gesproken.
2.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissingen.

3.De beslissing

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding,
3.1
verleent eiser toestemming kosteloos te procederen;
3.2
gelast FKP de voor hedenochtend, 10.00 uur geplande veiling van de woning van eiser met minimaal zes maanden aan te houden, onder de voorwaarde dat door of namens eiser maandelijks minimaal NAf 375 aan FKP wordt voldaan en dat aan de taxateur van FKP de toegang tot de woning wordt verschaft;
3.3
bepaalt dat de behandeling van dit kort geding zal worden voortgezet ter zitting van dinsdag 16 april 2019 om 14.30 uur;
3.4
verzoekt de gemachtigde van eiser om uiterlijk zes weken voor de vervolgzitting aan het Gerecht te berichten, met kopie aan de gemachtigde van FKP, of en in hoeverre door eiser aan de voorwaarden onder 3.2 is voldaan en of en in hoeverre maatregelen zijn getroffen als onder 2.8 bedoeld;
3.5
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.