ECLI:NL:OGEAC:2018:252
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van hotelmedewerker na betreden van besloten terrein tijdens protestmanifestatie
In deze zaak heeft [werknemer], werkzaam als House Keeping Supervisor bij Hilton, op 17 augustus 2018 het terrein van Baoase Luxury Resort betreden tijdens een protestmanifestatie. Dit gebeurde in haar Hilton-uniform en via een geforceerde toegang. Op 21 augustus 2018 heeft Hilton haar op staande voet ontslagen. [werknemer] heeft het ontslag betwist en vorderde haar loon, vermeerderd met rente, totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zou zijn beëindigd.
De procedure begon met een verzoekschrift van [werknemer] op 19 september 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 oktober 2018. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao moest beoordelen of het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. De kernvraag was of er sprake was van een dringende reden voor het ontslag, zoals bedoeld in artikel 7A:1615o BW.
Het Gerecht oordeelde dat [werknemer] door het betreden van het terrein van Baoase tijdens de manifestatie, de indruk heeft gewekt dat zij deelnam aan de actie, wat schadelijk kon zijn voor de reputatie van Hilton. Het Gerecht concludeerde dat [werknemer] zich had moeten realiseren dat haar gedrag onacceptabel was en dat Hilton een dringende reden had om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De vordering van [werknemer] werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.