ECLI:NL:OGEAC:2018:237

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
3 september 2018
Publicatiedatum
17 september 2018
Zaaknummer
CUR201700566 tot en met CUR201700568
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen voorlopige aanslagen onroerendezaakbelasting en vaststelling waarde

Op 3 september 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak betreffende de onroerendezaakbelasting. De belanghebbende, wonende te Amsterdam, had bezwaar gemaakt tegen voorlopige aanslagen voor de jaren 2014, 2015 en 2016, die waren opgelegd door de Inspecteur der Belastingen te Curaçao. De voorlopige aanslagen waren oorspronkelijk vastgesteld op een waarde van NAf 1.980.000, maar na bezwaar door de belanghebbende waren deze verminderd tot NAf 1.500.000. De Inspecteur had op 16 augustus 2018 de voorlopige aanslagen verder verlaagd tot NAf 1.400.000.

De zitting vond plaats op 30 augustus 2018, waarbij de belanghebbende en zijn echtgenote aanwezig waren, en de Inspecteur vertegenwoordigd werd door een gemachtigde. In geschil was of de Inspecteur de waarde per waardepeildatum 1 januari 2014 te hoog had vastgesteld. De belanghebbende stelde dat dit het geval was, terwijl de Inspecteur dit ontkende.

Het Gerecht oordeelde dat ingevolge artikel 9, lid 1, van de Landsverordening onroerendezaakbelasting bezwaar alleen mogelijk is voor het jaar 2014 in het tijdvak 2014-2018. De bezwaren tegen de voorlopige aanslagen voor 2015 en 2016 werden niet-ontvankelijk verklaard. Partijen kwamen ter zitting overeen dat de waarde per 1 januari 2014 vastgesteld zou worden op NAf 1.300.000, en dat de voorlopige aanslagen voor het tijdvak 2014-2018 dienovereenkomstig zouden worden verminderd. Het Gerecht verklaarde de beroepen gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar, en droeg de Inspecteur op het griffierecht van NAf 50 te vergoeden.

Uitspraak

Uitspraak van 3 september 2018
BBZ nrs. CUR201700566 tot en met CUR201700568
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[ X ], wonende te Amsterdam,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend te Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak [ adres ], voor de jaren 2014, 2015 en 2016 voorlopige aanslagen in de onroerendezaakbelasting opgelegd naar een waarde van NAf 1.980.000.
1.2
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voorlopige aanslagen.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 21 april 2017 de voorlopige aanslagen verminderd tot voorlopige aanslagen naar een waarde van NAf 1.500.000.
1.4
Belanghebbende heeft op 20 juni 2017 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 16 augustus 2018 ambtshalve de voorlopige aanslagen verminderd tot voorlopige aanslagen naar een waarde van NAf 1.400.000.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 30 augustus 2018. Belanghebbende is verschenen, vergezeld van zijn echtgenote. Namens de Inspecteur is verschenen [ A ].

2.FEITEN

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak bestaat uit een vrijstaand woning met zwembad, garage en berging, gelegen op een perceel met een oppervlakte van 1.500 m².

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

In geschil is of de Inspecteur de waarde per waardepeildatum 1 januari 2014 te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Inspecteur ontkennend.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

Bezwaar tegen eerste aanslag in tijdvak

4.1
Ingevolge artikel 9, lid 1, Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014 kan de belanghebbende slechts in het eerste jaar van het vijfjarig tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld, bezwaar indienen bij de Inspecteur tegen de vastgestelde waarde. Dit betekent dat in het tijdvak 2014-2018 alleen bezwaar mogelijk is over het jaar 2014. Nu geen bezwaar mogelijk is tegen de voorlopige aanslag onroerendezaakbelasting 2015 en 2016, dienen die bezwaren niet-ontvankelijk te worden verklaard. Dit neemt evenwel niet weg dat als in onderhavige procedure voor het jaar 2014 de vastgestelde waarde wordt verminderd, deze verminderde waarde heeft te gelden voor het gehele tijdvak 2014-2018.
Waarde van onroerende zaak
4.2
Partijen zijn ter zitting bij wijze van compromis het volgende overeengekomen:
- De waarde per 1 januari 2014 dient te worden vastgesteld op NAf 1.300.000;
- De voorlopige aanslagen in het tijdvak 2014-2018 zullen dienovereenkomstig worden verminderd;
- De Inspecteur vergoedt het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50.
4.3
Het Gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten nu dergelijke kosten zijn gesteld noch gebleken.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert voor het jaar 2014 de vastgestelde waarde tot NAf 1.300.000;
- verklaart het bezwaar voor de jaren 2015 en 2016 niet-ontvankelijk; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, en is uitgesproken op 3 september 2018, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: NAf 200
-personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500