ECLI:NL:OGEAC:2018:225

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 augustus 2018
Publicatiedatum
16 augustus 2018
Zaaknummer
810.00015/18
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Algehele vrijspraak voor beleidsmedewerkster in mondkapjeszaak

Op 15 augustus 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, een beleidsmedewerkster van de oud-minister van Gezondheid, Milieu en Natuur. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toeeigenen van een geldbedrag van ANG. 365.853,49, dat toebehoorde aan Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), en van het verhullen van de herkomst van dit geldbedrag. De tenlastelegging omvatte ook het aannemen van een valse naam en het indienen van een offerte voor de levering van mondkapjes, zonder de intentie of mogelijkheid om deze te leveren.

Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op verschillende data in 2018, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar raadsman, mr. E.B. Wilsoe. De officier van justitie, mr. I.R.V. Out, vorderde vrijspraak voor de verdachte, wat door de raadsman werd ondersteund. Het Gerecht concludeerde dat het bewijs tekortschiet om vast te stellen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De verdachte was betrokken bij het mondkapjesproject, maar er was onvoldoende bewijs dat zij op de hoogte was van enige oplichting of strafbaar feit.

Het Gerecht heeft daarom besloten de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij te spreken, omdat niet bewezen kon worden dat zij opzet had op het plegen van de feiten. De uitspraak werd gedaan door mr. T.E. van der Spoel, bijgestaan door mr. A.P. Verhaegh, en werd op 15 augustus 2018 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00437/16 (later omgenummerd tot 810.00015/18)

Uitspraak: 15 augustus 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam verdachte D],

geboren op [op een datum in het jaar] 1971 te Curaçao,
wonende in Curaçao, [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 mei 2018,
5 juli 2018, 6 juli 2018 en 1 augustus 2018. De verdachte is op de eerste drie dagen ter terechtzitting verschenen en bijgestaan door haar raadsman, mr. E.B. Wilsoe, advocaat in Curaçao. Op de vierde dag, die slechts is gebruikt voor de sluiting van het onderzoek, zijn de verdachte en haar raadsman niet verschenen.
De officier van justitie, mr. I.R.V. Out, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de verdachte van de gehele tenlastelegging zal vrijspreken.
De raadsman heeft bepleit dat de officier van justitie in deze vordering zal worden gevolgd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 9 mei 2014 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van ANG. 365.853,49, in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een schuld,
hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk
– zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medeweker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), een offerte (van ANG. 365.853,49) ingediend voor de aanschaf en/of leveren van een partij mondkapjes, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) niet de intentie had/hadden en/of niet in staat was/waren om die partij mondkapjes te leveren,
waardoor Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair:
[A] en/of [B] en/of [C] in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 9 mei 2014 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van ANG. 365.853,49, in elk geval van enig goed, en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een schuld,
hebbende [A] en/of [B] en/of [C] met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), een offerte (van ANG. 365.853,49) ingediend voor de aanschaf en/of leveren van een partij mondkapjes, terwijl [A] en/of [B] en/of [C] niet de intentie had/hadden en/of niet in staat was/waren om die partij mondkapjes te leveren,
waardoor Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 29 maart 2012 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen mondkapjes neerleggen bij Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) en/of de bestuursleden van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), althans medewerker(s) van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV) informeren over mondkapjes en/of het preventieproject mondkapjes plannen en/of organiseren en/of uitvoeren binnen de Ministerie en/of tekenen voor ontvangst en/of ophalen van de cheque op naam van Li Mei Wi bij Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV);
2.
zij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 20 april 2018 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een geldbedrag van ANG. 365.853,49, in elk geval enig(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en welk(e) geldbedrag(en), althans welk(e) goed(eren) verdachte en/of haar mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als ontvanger/houder een of meer geldbedragen onder zich had/hadden, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
3.
zij in of omstreeks de periode van 29 maart 2012 tot en met 20 april 2018, althans in of omstreeks de periode van maart 2012 tot en met april 2018 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van een voorwerp, te weten een of meer geldbedrag(en) ter waarde van (in totaal) ANG. 365.853,49, in elk geval van enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was, of wie dat voorwerp voorhanden had, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of begre(e)p(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dit (deze) geldbedrag(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf
en/of
een voorwerp, te weten een of meer geldbedrag(en) ter waarde van (in totaal) ANG. 365.853,49, in elk geval van enig(e) geldbedrag(en), heeft/hebben verworven en/of, voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die geldbedrag(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of begre(e)p(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit (deze) geldbedrag(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Algehele vrijspraak
Het Gerecht is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
Het Gerecht overweegt dienaangaande het volgende.
De verdachte was indertijd beleidsmedewerker van medeverdachte [C], de toenmalige minister van Gezondheid, Milieu en Natuur. Uit de stukken kan worden afgeleid dat zij in die hoedanigheid ook betrokken is geweest bij het in de volksmond zogenoemde ‘mondkapjesproject’. Zij heeft daarover met de minister en bestuursleden van Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (hierna: BZV) gesproken. Zij heeft ook de daarvoor uitgeschreven cheque bij BZV in ontvangst genomen en overhandigd aan een vertegenwoordiger van het bedrijf waaraan de cheque was uitgeschreven. Uit de stukken blijkt echter niet dat zij wist dat sprake was van oplichting of enig ander strafbaar feit, laat staan dat zij daarvan heeft (mee)geprofiteerd.
Daarom kan niet worden bewezen dat de verdachte opzet, in welke vorm dan ook, heeft gehad op het plegen van de ten laste gelegde feiten.
De verdachte zal daarom van de gehele tenlastelegging worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door de rechter, mr. T.E. van der Spoel, bijgestaan door mr. A.P. Verhaegh, zittingsgriffier, en op 15 augustus 2018 in tegenwoordigheid van voornoemde griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.