Uitspraak
Parketnummer: 500.00437/16 (later omgenummerd tot 810.00015/18)
Vonnis van dit Gerecht
[naam verdachte D],
wonende in Curaçao, [adres].
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 15 augustus 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, een beleidsmedewerkster van de oud-minister van Gezondheid, Milieu en Natuur. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toeeigenen van een geldbedrag van ANG. 365.853,49, dat toebehoorde aan Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen (BZV), en van het verhullen van de herkomst van dit geldbedrag. De tenlastelegging omvatte ook het aannemen van een valse naam en het indienen van een offerte voor de levering van mondkapjes, zonder de intentie of mogelijkheid om deze te leveren.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op verschillende data in 2018, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar raadsman, mr. E.B. Wilsoe. De officier van justitie, mr. I.R.V. Out, vorderde vrijspraak voor de verdachte, wat door de raadsman werd ondersteund. Het Gerecht concludeerde dat het bewijs tekortschiet om vast te stellen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De verdachte was betrokken bij het mondkapjesproject, maar er was onvoldoende bewijs dat zij op de hoogte was van enige oplichting of strafbaar feit.
Het Gerecht heeft daarom besloten de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij te spreken, omdat niet bewezen kon worden dat zij opzet had op het plegen van de feiten. De uitspraak werd gedaan door mr. T.E. van der Spoel, bijgestaan door mr. A.P. Verhaegh, en werd op 15 augustus 2018 in het openbaar uitgesproken.