ECLI:NL:OGEAC:2018:218

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 juli 2018
Publicatiedatum
13 augustus 2018
Zaaknummer
CUR201601027
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake overeenkomst tot verwerking van suiker tussen curator van failliete vennootschap en buitenlandse vennootschap

In deze zaak, uitgesproken op 23 juli 2018 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om een geschil tussen de curator van het faillissement van Suproco N.V. en Global Organics Ltd. De curator, vertegenwoordigd door mr. Barbara Nagelmakers, vordert betaling van onbetaalde facturen van Global Organics, die betrekking hebben op de verwerking van biologische suiker door Suproco. De overeenkomst tussen partijen dateert van 25 mei 2016 en is onderworpen aan Nederlands recht. Global Organics heeft verweer gevoerd en stelt dat Suproco wanprestatie heeft gepleegd door niet te voldoen aan de kwaliteitsnormen van de geleverde suiker, wat heeft geleid tot schade en onbetaalde facturen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat Suproco zich niet heeft verbonden tot het leveren van suiker die geheel vrij is van vervuiling groter dan 5 mm. De rechtbank oordeelt dat de curator niet heeft aangetoond dat Suproco tekort is geschoten in haar verplichtingen. De vordering van de curator wordt toegewezen, waarbij Global Organics wordt veroordeeld tot betaling van USD 58.275, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De reconventionele vordering van Global Organics is van rechtswege geschorst vanwege het faillissement van Suproco. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de hoofdzaak van:
MR. BARBARA NAGELMAKERS, in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van SUPROCO N.V.,
kantoorhoudende in Curaçao,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. C. van der Slikke,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
GLOBAL ORGANICS LTD.,
gevestigd in Cambridge, Massachusetts (Verenigde Staten van Amerika),
verweerster in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. B.E.T. O’Herne.
Partijen zullen hierna de curator en Global Organics genoemd worden. De failliet zal Suproco genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van 16 december 2016, met producties;
- de akte vermeerdering van eis, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie, met producties;
- de akte houdende overlegging producties van Global Organics;
- de akte uitlating van de curator;
- de conclusie van repliek in conventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, met producties;
- de akte uitlating producties.
1.2.
Vervolgens is de zaak verwezen voor vonnis.

2.De feiten

2.1.
Op 25 mei 2016 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen partijen met betrekking tot de verwerking door Suproco van 780 ton biologische suiker in opdracht van Global Organics. De relevante passages uit de overeenkomst zijn de volgende:
Artikel 5
Suproco will mill, re-pack in bags approved by Global Organics or otherwise process the sugar in accordance with the regulation and Global Organics requirements.
Artikel 11
The processing facility will meet British Retail Consortium requirements in force at the time of this agreement […]
2.2.
Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Waar hierna wordt verwezen naar het Burgerlijk Wetboek (BW), wordt daarmee het Nederlandse Burgerlijk Wetboek bedoeld.
2.3.
Aan de totstandkoming van de overeenkomst ging een e-mail van Global Organics aan Suproco van 5 april 2016 vooraf, waarop Global Organics op 18 april 2016 heeft gereageerd. De e-mail met daarin vetgedrukt de antwoorden van Suproco luidt als volgt:
As we continue to move forward with this project can you please confirm that you will be able to screen our sugar per below prior to re-packing:
• sieve our sugar on stainless steel sieve mesh size 10 (2.0mm)
Depending on the quality of the sugar (free flowing) we are using 3.00 or 5.00 mm.
• screen the sugar via magnet (min 7500 gauss strength)
Our magnet is working below the 7500 gauss strength)
• metal detect the sugar right before packing (in-line metal detector) with detectivity of 1.5 mm Fe, 2.0 mm NFe, 2.0 SS
we are detecting before final packaging into the bid bag.
• monitor & check sieve integrity & metal detection good function at minimum every two hours to ensure proper functionality.
Our sieve and metal control is hourly.
2.4.
Bij mail van 18 april 2016 heeft Suproco ook het volgende aan Global Organics bericht:
It is of high important for us to receive a sugar from a high quality specs, no debris and free flowing and less than 0,004% of metal. If not we will not be able to produce the sugar which then will be blocked.
2.5.
Bij binnenkomst van de te verwerken suiker heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen Suproco en Global Organics. Naar aanleiding van dit gesprek heeft Suproco per mail van 15 juni 2016 het volgende aan Global Organics bericht, weergegeven voor zover van belang:
[H]ereby some pictures of the containers and bbags before and during unloading.
We also confirmed that these bbags are single bags without liner and very much in a dirty condition. […]
Bij de mail zijn een aantal foto’s gevoegd.
2.6.
Bij mail van 25 augustus 2016 heeft een Franse afnemer van Global Organics geklaagd over non-conformiteit van de aan hem geleverde suiker, afkomstig van Suproco. De klant schrijft onder meer dat
nous avons retrouvés sur la grille vide big bag (maille 5x5 mm) de nombreux agglomérats de sucre macron de taille variable, 2 morceaux de plastiques transparents, des fibres blanc/gris, une écharde de bois de 4 cm par 2-3 mm de large et 1 insecte mort.
2.7.
Suproco heeft verschillende facturen voor het door haar geleverde werk aan Global Organics gezonden, waarvan Global Organics facturen tot een bedrag van USD 58.275 onbetaald heeft gelaten.
2.8.
Op 18 augustus 2017 is Suproco failliet verklaard. Nadien heeft de curator de procedure in conventie overgenomen. Voor de leesbaarheid wordt hierna gesproken van een vordering en standpunten van Suproco.

3.Het geschil

3.1.
Na vermeerdering van eis vordert Suproco, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, samengevat het volgende:
  • veroordeling van Global Organicsn tot betaling USD 58.275 [het in het verzoekschrift genoemde bedrag van USD 58.5275 berust klaarblijkelijk op een verschrijving; toevoeging gerecht], te vermeerderen met een bedrag van NAf 5.000 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten en met de wettelijke rente;
  • veroordeling van Global Organicsn tot betaling van EUR 3.134,87 ter zake van advocaat- en beslagkosten;
  • veroordeling van Global Organics in de proceskosten.
3.2.
Global Organics heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van de curator in de proceskosten.
3.3.
Gelet op het hierna in 4.19 overwogene, blijft de vordering in reconventie hier onvermeld.

4.De beoordeling

In conventie

4.1.
De bevoegdheid van het gerecht staat tussen partijen terecht niet ter discussie. Het onderhavige geschil zal, gelet op de rechtskeuze van partijen, beoordeeld worden naar Nederlands recht.
4.2.
De eisvermeerdering is niet in strijd met de eisen van een goede procesorde.
4.3.
De vordering van Suproco staat op zichzelf niet ter discussie. Die vordering is dus in beginsel toewijsbaar. Bij wijze van verweer heeft Global Organics zich echter op het standpunt gesteld dat Suproco wanprestatie heeft gepleegd, omdat zij in strijd met haar verplichtingen onder de overeenkomst niet heeft voorkomen dat zich objecten in de suiker groter dan 5 mm bevinden. Global Organics heeft als gevolg van deze wanprestatie schade geleden. Zij heeft daarom de betaling van de facturen van Suproco rechtsgeldig opgeschort en zij verrekent die facturen met de door haar geleden schade – aldus Global Organics. Suproco heeft bestreden dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
4.4.
Het gerecht overweegt als volgt.
4.5.
Uit de stellingen van partijen volgt dat zij hun overeenkomst beschouwen als een overeenkomst van aanneming. Het gerecht volgt partijen hierin, nu het bewerken van de suiker moet worden beschouwd als het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard (artikel 7:750 BW).
4.6.
Voor het antwoord op de vraag of Suproco is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, zal allereerst moeten worden bepaald tot welke werkzaamheden zij zich jegens Global Organics heeft verbonden. Dit is een kwestie van uitleg van de overeenkomst. Die uitleg moet plaatsvinden aan de hand van de verklaringen die partijen over en weer hebben afgelegd en de betekenis die zij redelijkerwijs aan die verklaringen hebben kunnen geven. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, die steeds moeten worden gewaardeerd naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
4.7.
Blijkens de tekst van de overeenkomst heeft Suproco zich verbonden om de suiker te malen en te herverpakken. Met betrekking tot de details van het verwerkingsproces hebben partijen zich uitgelaten in de mailwisseling van 5 en 18 april 2016. Suproco heeft bepaalde reacties gegeven op aannames van Global Organics, uit welke reacties volgt dat Suproco niet exact aan de aannames van Global Organics kon voldoen. Uit het feit dat daarna niettemin de overeenkomst tot stand is gekomen, leidt het gerecht af dat Global Organics kennelijk met die reacties kon leven, althans Suproco heeft daarvan uit mogen gaan. Met name is hier van belang de doorsnee van de door Suproco gebruikte zeven (van 3 en 5 mm), “depending on the quality of the sugar.” Dit was grofmaziger dan door Global Organics gewenst (zij vroeg om zeven van 2 mm), maar Global Organics heeft dit kennelijk geaccepteerd. De door Suproco geschetste details zijn daarmee deel geworden van de wijze waarop zij het in de overeenkomst genoemde verwerkingsproces moest vormgeven. Van andere voor de uitleg van de overeenkomst relevante verklaringen is niet gebleken.
4.8.
Hieruit leidt het gerecht af dat Suproco onder de overeenkomst verplicht was om de suiker (niet alleen te malen en te herverpakken, zoals in het contract omschreven, maar ook) te zeven met gebruikmaking van de zeven en magneten zoals in de mails van 5 en 18 april 2016 genoemd. Tot het verrichten van andere werkzaamheden was Suproco niet gehouden. Deze vaststelling is van belang, omdat Global Organics er vanuit gaat dat de wanprestatie van Suproco is gegeven vanwege het enkele feit dat er na de verwerking van de suiker zaken in de suiker zijn aangetroffen die daarin niet thuis horen. Het gerecht verwerpt deze veronderstelling. Suproco heeft zich immers niet verbonden tot het leveren van suiker die geheel vrij is van elke ongerechtigheid of vervuiling groter dan 5 mm. Dat het ontbreken van objecten in de suiker groter dan 5 mm voor Global Organics een “conditio sine qua non” was (conclusie van antwoord onder 3.10), betekent niet dat het verwijderen van dergelijke objecten tot het door Suproco aangenomen werk behoorde.
4.9.
Steun voor deze uitleg vindt het gerecht in de in 2.4 weergegeven mail van Suproco van 18 april 2016, waarin Suproco Global Organics wijst op het belang dat de bij haar aangeleverde suiker van goede kwaliteit is, waarmee Suproco mede bedoelt dat de suiker vrij van vervuiling moet zijn. Uit deze mededeling blijkt immers dat Suproco er inderdaad – en voor Global Organics kenbaar – vanuit is gegaan dat zij geen verbintenis ten aanzien van het geheel schoon afleveren van de suiker is aangegaan. Dit uitgangspunt past ook bij de onbetwiste stelling van Suproco in deze procedure dat zij geen suikerreinigingsbedrijf is.
4.10.
Global Organics heeft niet gesteld dat Suproco de suiker niet heeft gezeefd met een zeef met de genoemde diameter, dat zij de in de mail van 18 april 2016 genoemde magneten niet heeft gebruikt, het zeef- en metaalcontroleproces niet voldoende heeft gemonitord dan wel de suiker niet heeft gemalen en herverpakt. De bevindingen van de Franse klant wijzen daar ook niet op, althans niet zonder meer. De desbetreffende klant heeft stukken geklonterde suiker, twee stukjes plastic, veertjes, een houtsplinter van 4 cm bij 3 mm en een dode insect in de suiker aangetroffen. Duidelijk is dat deze voorwerpen niet door een magneet worden onderschept. Voorts is niet onmogelijk dat de houtsplinter, hoewel langer dan 5 mm, door een zeef van 5 bij 5 mm glipt. Ten aanzien van de geklonterde suiker heeft Suproco onbetwist gesteld dat dit tijdens het transport naar Rotterdam kan zijn gebeurd en dat dit overigens niet onomkeerbaar is. De aanwezigheid van een en ander is dus niet een onderbouwing van de gestelde wanprestatie.
4.11.
Suproco heeft als alternatieve verklaring voor de grote hoeveelheid vervuiling in de suiker (en daarmee als onderbouwing van haar betwisting van de gestelde wanprestatie) aangevoerd dat de haar ter verwerking aangeleverde suiker van slechte kwaliteit was. Ter illustratie heeft Suproco foto’s overgelegd van de geopende containers met de grote zakken suiker zoals die – volgens Suproco – bij haar zijn bezorgd (productie 12 bij repliek). Op de foto’s zijn zakken afgebeeld die zichtbaar ernstig zijn beschadigd, onder andere door grote scheuren en gaten, waardoor de inhoud van de zakken zichtbaar is. Op enkele foto’s is zichtbaar dat pallets waarop de bovenste rij zakken staan half zijn weggeschoven over de onderliggende beschadigde zakken. Vast staat dat Suproco aan Global Organics op 15 juni 2016, naar aanleiding van een eerder telefoongesprek, foto’s van de bij haar bezorgde zakken heeft gestuurd met onder andere als commentaar dat ze “very much in a dirty condition” zijn.
4.12.
Het gerecht neemt als vaststaand aan dat de bij repliek overgelegde foto’s daadwerkelijk foto’s zijn van de onderhavige partij suiker zoals die bij Suproco is afgeleverd. Global Organics heeft dit weliswaar in twijfel getrokken, maar zij heeft deze betwisting onvoldoende gemotiveerd. Waar vast staat dat zij al op 15 juni 2016 foto’s van de desbetreffende containers had ontvangen, had zij zelf eenvoudig kunnen nagaan of de bij repliek overgelegde foto’s ook van de onderhavige zending zijn genomen. Zij had dus niet kunnen volstaan met het in twijfel trekken van een en ander. Voorts is het gerecht van oordeel dat Suproco met de desbetreffende foto’s haar betwisting van de gestelde wanprestatie deugdelijk (nader) heeft onderbouwd. Op voorhand ligt het immers in de rede dat door de grote gaten in de zakken vervuiling, zoals vocht, houtsplinters en insecten, in de suiker kan binnendringen. Dit biedt dus een reële verklaring voor de aanwezigheid van vervuiling in de suiker, terwijl gelet op het hiervoor overwogene heeft te gelden dat Suproco niet verplicht was te garanderen dat die vervuiling zou worden verwijderd.
4.13.
Al met al is dus niet gebleken dat Suproco heeft gehandeld in strijd met haar in 4.8 genoemde verplichtingen.
4.14.
Partijen twisten nog over de vraag of Suproco heeft voldaan aan haar waarschuwingsplicht, zoals die volgt uit artikel 7:754 BW. Suproco meent dat zij Global Organics op de aanwezigheid van vervuiling al tijdens een telefoongesprek van 15 juni 2016 heeft gewezen. Suproco betwist dit. Zij stelt dat toen alleen over de kwaliteit van de zakken is gesproken, waarna Suproco de hiervoor bedoelde mail met foto’s heeft gestuurd. Naar het oordeel van het gerecht kan de precieze inhoud van het telefoongesprek in het midden blijven. Vast staat dat Suproco daarna een mail heeft gestuurd waarbij foto’s van de geleverde zakken waren gevoegd. Gelet op de staat waarin die zakken zich bevonden, had Global Organics reeds daaruit kunnen afleiden dat er een reëel risico bestond dat de suiker gecontamineerd was, ook als Suproco haar niet expliciet op de vervuiling had gewezen. Global Organics is immers een professionele partij op het gebied van de handel in suiker, zodat zij geacht kan worden zelf conclusies te verbinden aan de haar getoonde foto’s. Dat zij aan die foto’s destijds geen gevolgen heeft verbonden, moet voor haar rekening blijven.
4.15.
Global Organics heeft nog gesteld dat geconstateerd is dat zakken suiker afkomstig van Suproco bij aankomst in Rotterdam niet deugdelijk bleken te zijn afgesloten, hetgeen in strijd is met de regels van de British Retail Consortium. Deze stelling kan niet leiden tot verrekening van enig deel van de vordering van Suproco. Global Organics heeft de gestelde constatering op geen enkele wijze geconcretiseerd of onderbouwd. Zo is ongewis gebleven om hoeveel zakken het ging en in welke mate die zakken open stonden. Als het al zo is dat een of meer zakken ondeugdelijk zouden zijn afgesloten – een mogelijkheid die Suproco op zich niet heeft uitgesloten – dan is vanwege het ontbreken van enige concretisering onvoldoende aannemelijk geworden dat deze wanprestatie heeft geleid tot een schade die leidt via verrekening leidt tot het teniet gaan van de vordering van Suproco.
4.16.
Nu de verweren van Global Organics niet slagen, is de gevorderde hoofdsom toewijsbaar. De wettelijke rente is zoals gevorderd toewijsbaar vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift, nu niet ter discussie staat dat Global Organics op dat moment in verzuim was.
4.17.
Suproco vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Zij heeft echter niet gesteld dat zij kosten heeft gemaakt met betrekking tot andere werkzaamheden dan die waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te houden. Bij de stukken heeft het gerecht slechts één sommatiebrief aangetroffen. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
4.18.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Global Organics worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op NAf 1.030 aan griffierecht en NAf 4.500 aan salaris (drie punten, tarief 6). Hierin begrepen is het salaris gemoeid met de indiening van het beslagrekest in Nederland. Voorts komen voor vergoeding in aanmerking de overige kosten van de beslaglegging in Nederland (griffierecht en betekening), die door Suproco genoegzaam zijn onderbouwd tot een bedrag van EUR 1.158,62. Hierop strekt in mindering een bedrag van EUR 142,05, nu Global Organics onbetwist heeft gesteld dat het desbetreffende beslag ten onrechte is gelegd omdat de beslagen goederen niet aan Global Organics toebehoorden. Per saldo resteert dus een bedrag van EUR 1.016,57.
In reconventie
4.19.
Als gevolg van het faillissement van Suproco is het geding in reconventie van rechtswege geschorst (artikel 25 Fb).

5.De beslissing

Het Gerecht:

In conventie
5.1.
veroordeelt Global Organics tot betaling aan de curator van USD 58.275, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 16 december 2016 tot aan de dag van voldoening;
5.2.
veroordeelt Global Organics in de proceskosten van de curator, begroot op NAf 5.530 en op EUR 1.061,57;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
5.5.
verstaat dat het geding van rechtswege is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2018.