ECLI:NL:OGEAC:2018:216

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 juli 2018
Publicatiedatum
13 augustus 2018
Zaaknummer
CUR201701668
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht in een geschil over betaling in Venezolaanse Bolivares

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert de Duitse vennootschap Remy GmbH & Co. KG (hierna: Remy) betaling van een openstaande vordering van USD 1.920.294,70 van de Panamese vennootschap Corporación Naturgas S.A. (hierna: Naturgas). De vordering betreft onbetaalde facturen voor geleverde goederen aan de Venezolaanse vennootschap Environmental Solutions de Venezuela C.A. (Esvenca), waarbij de facturen steeds in Amerikaanse dollars waren gesteld. Naturgas heeft verweer gevoerd en betwist dat het Gerecht bevoegd is, en heeft aangevoerd dat de zaak verband houdt met andere jurisdicties, zoals Duitsland, Venezuela, Panama en China.

Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat het bevoegd is op grond van artikel 767 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het Gerecht heeft vastgesteld dat de overeenkomsten tussen Remy en Naturgas zijn tot stand gekomen, en dat Duits recht van toepassing is op de overeenkomst. Naturgas heeft geen bewijs geleverd voor haar stelling dat de betaling in Venezolaanse Bolivares rechtsgeldig zou zijn, en het Gerecht heeft geoordeeld dat de openstaande vordering in Amerikaanse dollars moet worden voldaan. Remy heeft ook aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten, die door het Gerecht zijn toegewezen.

In de beslissing heeft het Gerecht Naturgas veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de Duitse wettelijke rente, en heeft het de proceskosten ten laste van Naturgas gebracht. Het vonnis is uitgesproken op 9 juli 2018 door mr. Th. Veling, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis
in de zaak van:
de vennootschap naar het recht van Duitsland
REMY GMBH & CO. KG,
gevestigd te Hamburg,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. Bokkes,
tegen
de vennootschap naar het recht van Panama
CORPORACIÓN NATURGAS S.A.,
gevestigd te Panama-Stad,
verweerder,
gemachtigde: mr. P.M. Noordhoek.
Partijen zullen hierna Remy en Naturgas genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift van 30 augustus 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de aanvullende producties;
- de comparitie van partijen van 8 juni 2018;
- de pleitnota van mr. Bokkes.
1.2.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Remy is een handelsmaatschappij die handelt in mineralen en chemicaliën.
2.2.
Sinds een aantal jaar heeft Remy goederen geleverd aan de Venezolaanse vennootschap Evironmental Solutions de Venezuela C.A. (hierna: Esvenca). Facturen voor deze leveringen werden gesteld op naam van en voldaan door Naturgas. De facturen waren steeds gesteld in Amerikaanse dollars.
2.3.
In 2014 en 2015 heeft Remy goederen geleverd, maar heeft Naturgas facturen onbetaald gelaten.
2.4.
Bij mail van 8 april 2016 heeft een vertegenwoordiger van Naturgas aan Remy het volgende bericht:
Adjunto encontrara la conformación de saldos pendientes con nuestro proveedor Remy al 31-12-2015.
2.5.
Op 1 juni 2017 heeft Remy met verlof van het gerecht conservatoir beslag gelegd op tegoeden van Naturgas onder de alhier gevestigde Banco del Orinoco.

3.Het geschil

3.1.
Remy vordert bij vonnis, zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Naturgas tot betaling van USD 1.920.294,70, te vermeerderen met 8,12% rente per jaar vanaf 31 augustus 2017 tot de dag der algehele voldoening en voorts veroordeling van Naturgas tot betaling van de proceskosten, inclusief nakosten, alsmede een bedrag van NAf 9.000 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, al deze kosten vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Naturgas voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Remy in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een internationaal geschil. Dat betekent dat het gerecht ambtshalve zijn bevoegdheid moet beoordelen. Naturgas heeft zich op het standpunt gesteld dat het gerecht geen internationale rechtsmacht heeft. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de onderhavige zaak verband houdt met andere jurisdicties, zoals die van Duitsland, Venezuela, Panama en China, en dat Remy de mogelijkheid heeft om in elk van die landen een vonnis te verkrijgen dat vervolgens hier te lande ten uitvoer kan worden gelegd. Het bepaalde in artikel 767 Rv schept daarom geen bevoegdheid van de Curaçaose rechter, aldus Naturgas.
4.2.
Het gerecht verwerpt dit betoog. Naturgas heeft geen feiten gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat de Duitse rechter bevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Het enkele feit dat Remy in Duitsland is gevestigd is daarvoor onvoldoende, nu immers de hoofdregel van internationaal privaatrecht is dat een gedaagde in rechte wordt betrokken in het land waar die gedaagde is gevestigd. Vonnissen uit Panama, Venezuela of China kunnen in Curaçao bij gebreke van een daartoe strekkende grondslag niet ten uitvoer worden gelegd. Het verkrijgen van erkenning van een dergelijke uitspraak via de weg van artikel 431 Rv kan niet gelijk worden gesteld met de verkrijging van een executoriale titel als bedoeld in artikel 767 Rv. Het gerecht komt daarom bevoegdheid toe op grond van die laatste bepaling.
4.3.
Remy heeft zich op het standpunt gesteld dat Duits recht van toepassing is op de onderhavige overeenkomst. Naturgas heeft dit standpunt bestreden. Het gerecht overweegt als volgt.
4.4.
Het betreft hier een overeenkomst op grond waarvan Remy de leverancier is van de verhandelde goederen, waarvoor de wederpartij een geldbedrag verschuldigd is. Dit betekent dat de kenmerkende prestatie de levering door Remy is, en daaruit volgt dat de overeenkomst het nauwst verbonden is met het Duitse recht. Naar Curaçaos internationaal privaatrecht is daarom Duits recht van toepassing. Het in dit verband door Naturgas gedane bewijsaanbod betreft geen feitelijke stellingen die zich voor bewijslevering lenen, dus dat aanbod wordt gepasseerd.
4.5.
Remy legt overeenkomsten aan haar vordering ten grondslag die volgens haar zijn tot stand gekomen tussen haar en Naturgas. Naturgas heeft dat bestreden. Het gerecht volgt Remy in haar betoog.
4.6.
Vast staat dat Remy gedurende een aantal jaren goederen heeft geleverd en daarvoor al die tijd facturen heeft gestuurd aan Naturgas, welke – tot 2014 – ook door Naturgas zijn voldaan. De leveringen vonden plaats naar aanleiding van bestellingen die Naturgas had gedaan. Ook heeft Naturgas een aantal malen expliciet de juistheid heeft bevestigd van het bedrag dat zij aan Remy is verschuldigd. Deze feiten zijn voldoende voor de conclusie dat de overeenkomsten daadwerkelijk tussen partijen zijn gesloten. Hiertegenover heeft Naturgas onvoldoende feiten gesteld die leiden tot de conclusie dat niet zij maar Esvanca de contractuele wederpartij van Remy is. Dat Esvanca degene is die als “consignee” vermeld staat op de cognossementen, is in dit verband onvoldoende. Dat doet immers niet af aan de stellingen van Remy dat bestellingen door Naturgas zijn geplaatst en ook door Naturgas zijn betaald. Naturgas heeft gewezen op het feit dat Remy kennelijk Esvanca heeft benaderd om verhaal te zoeken. Ook dat acht het gerecht onvoldoende voor de conclusie dat de overeenkomsten met Esvanca zijn gesloten. Remy heeft immers onbetwist gesteld dat tussen Naturgas en Esvanca nauwe banden bestaan, zodat op zichzelf niet verwonderlijk is dat Remy, geconfronteerd met het achterwege blijven van betalingen, haar heil bij Esvanca heeft gezocht in een poging om alsnog betaling te ontvangen. Dat doet niet af aan de hierboven genoemde feiten (bestellingen door Naturgas, betalingen door Naturgas en bevestigingen van de juistheid van het aan Remy verschuldigde bedrag) die wijzen in de richting van Naturgas als contractspartij. Het gerecht concludeert dan ook dat de overeenkomsten tussen Remy en Naturgas tot stand zijn gekomen.
4.7.
De hoogte van de hoofdsom staat niet ter discussie. Ter comparitie heeft Naturgas echter aangevoerd dat de hoofdsom al is voldaan, omdat een bedrag in Venezolaanse bolivares overeenkomend met het verschuldigde bedrag in Amerikaanse dollars met toestemming van een rechter te Venezuela in depot is gestort en in Venezuela ten behoeve van Remy, althans een aan haar gelieerde Venezolaanse vennootschap, in depot wordt gehouden. Remy heeft dit betoog ter zitting betwist. Zij heeft verklaard dat zij ermee bekend is dat zich bij de balie van de door Naturgas bedoelde vennootschap een persoon heeft gemeld die zich uitgaf als rechter en die een cheque aan de baliemedewerkster wilde overhandigen. Deze medewerkster heeft de ontvangst van deze cheque geweigerd. Ook heeft Remy aangevoerd dat zij en de desbetreffende vennootschap weliswaar gelieerd zijn, maar dat een betaling aan die vennootschap niet kan gelden als voldoening van een schuld aan Remy. Ten slotte heeft Remy betoogd dat een betaling in bolivares geen geldige wijze van betaling is. Het gerecht overweegt het volgende.
4.8.
In de eerste plaats constateert het gerecht dat Naturgas haar betoog op geen enkele wijze met stukken heeft onderbouwd. Weliswaar heeft de gemachtigde van Naturgas verklaard dat hij pas de ochtend van de zittingsdag over een en ander is geïnformeerd, maar tevens heeft hij verklaard dat de gestelde betaling al op 8 maart 2018 heeft plaatsgevonden. Het bezoek van de door Remy bedoelde persoon met de cheque heeft volgens Remy al in april plaatsgevonden. Gelet daarop valt niet in te zien dat Naturgas in de onmogelijkheid verkeerde om tijdig stukken in het geding te brengen die haar standpunt ondersteunden. Dat zij haar gemachtigde pas op de dag van de zitting heeft geïnformeerd moet voor haar risico komen. Het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing van het onderhavige verweer klemt temeer – in de tweede plaats – nu op voorhand niet valt in te zien dat een betaling in bolivares zou kunnen gelden als een rechtsgeldige voldoening van een vordering uit hoofde van een overeenkomst tussen een Panamese en Duitse vennootschap, die tot dusverre altijd hebben afgerekend in Amerikaanse dollars, een en ander mede gelet op het algemeen bekende feit dat de Venezolaanse munt onderhevig is aan forse inflatie. Tegen deze achtergrond is het verweer van Naturgas onvoldoende onderbouwd. Het gerecht heeft nota genomen van het bewijsaanbod in dit verband van Naturgas. Nu zij haar verweer echter niet voldoende heeft onderbouwd, wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
4.9.
Remy stelt zich op het standpunt dat over de openstaande vordering de naar Duits recht geldende wettelijke rente van toepassing is. Dit standpunt is juist, nu immers Duits recht op de overeenkomst van toepassing is. Dat hier te lande een andere wettelijke rente geldt, zoals Naturgas heeft aangevoerd, is juist maar niet relevant. De hoogte van de rente en de in dat verband door Remy uitgevoerde berekening zijn niet door Naturgas betwist.
4.10.
Remy vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Naar het oordeel van het gerecht blijkt uit de door Remy overgelegde producties in voldoende mate dat Remy buitengerechtelijke werkzaamheden tot incasso heeft verricht. Zij heeft dus aanspraak op een vergoeding voor die werkzaamheden, welke vergoeding zal worden begroot op de hier te lande gebruikelijke wijze (anderhalf punt van het toepasselijke liquidatietarief). Dit komt neer op het door Remy gevorderde bedrag van NAf 9.000.
4.11.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Naturgas worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op NAf 7.500 aan griffierecht, NAf 333 aan explootkosten, NAf 12.000 aan salaris en NAf 2.2024,46 aan (onbetwiste) beslagkosten. De nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten zijn verschuldigd zoals in het dictum omschreven.

5.De beslissing

Het Gerecht:

5.1.
veroordeelt Naturgas tot betaling aan Remy van USD 1.920.294,70, vermeerderd met de Duitse wettelijke rente van 8,12% over USD 1.582.789,50 met ingang van 1 september 2017 tot aan de dag van voldoening;
5.2.
veroordeelt Naturgas in de proceskosten van Remy, tot op heden begroot op NAf 22.037,46 alsmede in de nakosten, begroot op NAf 250 zonder betekening van dit vonnis en NAf 400 met betekening van dit vonnis, een en ander vermeerderd met de Curaçaose wettelijke rente over deze kosten met ingang van veertien dagen na heden tot aan de dag van voldoening;
5.3.
veroordeelt Naturgas tot betaling aan Remy van NAf 9.000 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de Curaçaose wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na heden tot aan de dag van voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling, rechter in voormeld Gerecht, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2018.