ECLI:NL:OGEAC:2018:213
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over huurgenot en wanprestatie in een huurovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een huurgeschil tussen [eiser in conventie] en [gedaagden in conventie] c.s. De huurovereenkomst, die eind 2016 tot stand kwam, betrof een woning aan de Kaya [adres] voor een huurprijs van NAf 8.000 per maand. [gedaagden in conventie] c.s. hebben de huur vanaf februari 2017 grotendeels niet meer betaald, wat leidde tot een kort geding waarin hen werd bevolen de woning te ontruimen. In deze procedure vorderde [eiser in conventie] onder andere betaling van achterstallige huur en schadevergoeding, terwijl [gedaagden in conventie] c.s. verweer voerden en in reconventie terugbetaling van teveel betaalde huur en vergoeding van verhuiskosten eisten. Het Gerecht oordeelde dat [gedaagden in conventie] c.s. wanprestatie hebben gepleegd door de huur niet te betalen, maar dat zij recht hadden op huurprijsvermindering vanwege gebreken aan de woning die het huurgenot beïnvloedden. De huurprijs werd met NAf 500 per maand verlaagd, en de vordering van [eiser in conventie] tot schadevergoeding werd afgewezen. Het Gerecht compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.