ECLI:NL:OGEAC:2018:184

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
27 juli 2018
Zaaknummer
Cur201802240
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over speelgerechtigdheid van honkballer in kort geding tussen Santa Maria Pirates en Febeko

In deze zaak heeft de honkbalvereniging Santa Maria Pirates een kort geding aangespannen tegen de Federashon di Beisbòl Kòrsou (Febeko) over de speelgerechtigdheid van een speler. Santa Maria Pirates, die deelneemt aan de Curaçaose honkbalcompetitie georganiseerd door Febeko, heeft op 9 juli 2018 een verzoekschrift ingediend. Febeko had op 29 juni 2018 besloten dat alle wedstrijden waarin de speler, wiens verblijfsstatus mogelijk niet op orde is, als verliespartijen moesten worden aangemerkt. Santa Maria Pirates betwistte dit besluit en stelde dat de speler wel degelijk speelgerechtigd was.

De kern van het geschil draait om de uitleg van artikel 25 van het Huishoudelijk Reglement van Febeko, dat voorwaarden stelt aan de speelgerechtigdheid van spelers. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft geoordeeld dat het besluit van Febeko niet in stand kan blijven, omdat er geen grond is om de speler niet speelgerechtigd te achten. Het Gerecht heeft Febeko bevolen om de speler als speelgerechtigd aan te merken en de opgelegde sanctie ongedaan te maken. Tevens is Febeko veroordeeld in de proceskosten van Santa Maria Pirates.

Dit vonnis is uitgesproken op 13 juli 2018 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
IN KORT GEDING
in de zaak van:
de vereniging met rechtspersoonlijkheid
SANTA MARIA PIRATES,
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.H.M. Helder,
tegen
de vereniging met rechtspersoonlijkheid
FEDERASHON DI BEISBÒL KÒRSOU,
gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.C. Vaders.
Partijen worden hierna aangeduid als “Santa Maria Pirates” en “Febeko”.

1.Het verloop van de procedure

Santa Maria Pirates heeft op 9 juli 2018 een verzoekschrift met bijlagen ingediend. Febeko heeft op 12 juli 2018 een stuk overgelegd.
Het kort geding is behandeld ter zitting van vandaag. De advocaten hebben de zaak bepleit en hun pleitnota’s overgelegd. Vervolgens is vonnis bepaald om 16.00 uur.

2.Het geschil

2.1
Santa Maria Pirates neemt als honkbalvereniging deel aan de Curaçaose honkbalcompetitie, die wordt georganiseerd door Febeko, de overkoepelende vereniging van honkbalverenigingen. Santa Maria Pirates is lid van Febeko.
2.2
De honkbalcompetitie is in april van dit jaar begonnen.
2.3
Op 29 juni 2018 heeft Febeko naar aanleiding van een klacht van honkbalvereniging Marchena Braves besloten dat alle door Santa Maria Pirates gespeelde wedstrijden waaraan haar pitcher [naam speler] heeft deelgenomen als verliespartijen hebben te gelden. Febeko voert hiertoe aan dat [naam speler] niet over een geldige verblijfstitel beschikt en daarom op grond van artikel 25 van het Huishoudelijk Reglement van Febeko niet speelgerechtigd is. Ten aanzien van een andere speler, [naam andere speler], heeft Febeko de klacht van Marchena Braves ongegrond geoordeeld omdat door hem een bewijs was overgelegd van de indiening van een aanvraag tot verlenging van zijn verblijfsvergunning.
2.4 [
Naam speler], geboren in 1994, heeft de Dominicaanse nationaliteit. Hij woont sinds 2001 op Curacao en speelt sinds 2006 in de Curaçaose honkbalcompetitie.
2.5
Santa Maria Pirates is van mening dat het besluit van Febeko ten aanzien van [naam speler] onjuist is en dat hij wel degelijk speelgerechtigd was en is.
2.6
Morgen staat een voor Santa Maria Pirates belangrijke wedstrijd op het programma. Zij wil de door haar als sterspeler beschouwde [naam speler] opstellen.
2.7
De vorderingen van Santa Maria Pirates in dit kort geding strekken ertoe dat het besluit van Febeko ten aanzien van [naam speler] en de jegens Santa Maria Pirates getroffen maatregelen onverbindend worden verklaard of worden opgeschort, met veroordeling van Febeko in de proceskosten.
2.8
Febeko heeft verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1
Het gaat in deze zaak in de kern om de uitleg die moet worden gegeven aan artikel 25 lid 2 sub a van het Huishoudelijk Reglement (HHR) van Febeko. Die bepaling luidt, voor zover hier van belang:
Artikel 25 [Voorwaarden om in wedstrijden van FEBEKO te kunnen uitkomen]
(…)
2. Om in wedstrijden van FEBEKO voor een toegelaten vereniging te kunnen spelen, moet men aan de navolgende voorwaarden voldoen:
a. In het bevolkingsregister op Curaçao ingeschreven zijn. Deze voorwaarde is niet van toepassing op personen op wie de Landsverordening toelating en uitzetting (P.B. 1966 No. 17)
nietvan toepassing is. Personen op wie de Landsverordening toelating en uitzetting van toepassing is, kunnen worden toegelaten aan de competitie deel te nemen. Een besluit hiertoe wordt in de Algemene Ledenvergadering vooraf aan de competitie genomen. Dit besluit houdt o.m. in het aantal per vereniging toe te laten buitenlanders alsook het aantal dat als werper aan een wedstrijd mogen deelnemen.”
3.2
Febeko benadrukt dat het er haar niet om te doen is Santa Maria Pirates te dwarsbomen of om [naam speler] uit de competitie te weren, maar dat zij slechts de geldende regels wil toepassen. Volgens haar interpretatie van artikel 25 HHR brengt dit mee dat [naam speler] niet mocht en niet mag spelen.
3.3
Bij de beoordeling van dit geschil zal het Gerecht er met Febeko van uitgaan dat de
Landsverordening toelating en uitzetting (P.B. 1966 No. 17)op [naam speler] van toepassing is. Dit brengt ingevolge artikel 25 HHR mee dat hij, om voor Santa Maria Pirates te mogen uitkomen, in het bevolkingsregister van Curaçao moet zijn ingeschreven. Dat [naam speler] staat ingeschreven, is tussen partijen niet in geschil.
3.4
Het HHR bevat geen bepalingen op grond waarvan Febeko moet of mag onderzoeken of de inschrijving van een speler bij kranshi terecht is. De door Marchena Braves aangedragen en door Febeko aanvaarde stelling dat [naam speler] als niet-ingeschreven moet worden beschouwd omdat hij niet tijdig om verlenging van zijn verblijfsvergunning heeft verzocht, kan reeds daarom niet worden gevolgd. Het lijkt bovendien ook onwenselijk en onwerkbaar dat Febeko zich moet bezighouden met de beoordeling van de rechtmatigheid van de inschrijving van spelers in het bevolkingsregister. Tot een dergelijk beoordeling zal Febeko zeker zonder deskundig juridisch advies en zonder kennis van alle relevante omstandigheden niet snel in staat zijn. Dat een geldige verblijfstitel als voorwaarde heeft te gelden voor (de handhaving van een) inschrijving, blijkt bijvoorbeeld niet zonder meer uit de
Landsverordening basisadministratie persoonsgegevens (A.B. 1998, no. 3).
3.5
Van een ander beletstel voor de speelgerechtigdheid van [naam speler] is niet gebleken.
3.6
Op grond van het voorgaande en gelet op het bepaalde in artikel 2:7 van het Burgerlijk Wetboek, moet in dit kort geding worden aangenomen dat het besluit van Febeko van 29 juni 2018 voor zover dat ziet op [naam speler] niet in stand kan blijven. Naar het oordeel van het Gerecht bestaat er geen grond om [naam speler] niet speelgerechtigd te achten en dient de door Febeko aan Santa Maria Pirates opgelegde sanctie te worden teruggedraaid. Daartoe zal worden beslist als hierna omschreven. Bij het meer of anders gevorderde bestaat onvoldoende belang.
3.7
De overige stellingen van partijen behoeven gelet op het voorgaande geen bespreking. Febeko zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

4.De beslissing

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
4.1
beveelt Febeko om [naam speler] met betrekking tot de door hem dit honkbalseizoen voor Santa Maria Pirates gespeelde en nog te spelen wedstrijden als speelgerechtigd aan te merken en de door Febeko bij haar besluit van 29 juni 2018 aan Santa Maria Pirates opgelegde sanctie - het als verliespartijen aanmerken van alle wedstrijden waarin [naam speler] heeft gespeeld - ongedaan te maken;
4.2
veroordeelt Febeko in de kosten van het geding, aan de zijde van Santa Maria Pirates begroot op NAf 527,50 aan oproepingskosten, NAf 450 aan griffierecht en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde;
4.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
wijst af het meer of anders gevorderde
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2018.