ECLI:NL:OGEAC:2018:180

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 februari 2018
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
500.00150/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige diefstallen met geweld gepleegd door verdachte in Curaçao

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere diefstallen met geweld. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V. Awadhpersad. De officier van justitie, mr. C.H. Hato Willems, eiste een gevangenisstraf van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest. De zaak omvatte zeven feiten van diefstal met geweld, gepleegd in de periode van april 2016 tot februari 2017, waarbij slachtoffers onder bedreiging met vuurwapens en kapmessen werden beroofd. De verdachte werd door medeverdachten belast en er waren meerdere aangiftes van slachtoffers die de geweldplegingen gedetailleerd beschreven. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de verklaringen van de medeverdachten en de aangiftes van de slachtoffers voldoende bewijs vormden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaren en moest schadevergoedingen betalen aan de benadeelde partijen, die in totaal meer dan NAf 30.000,- aan schadevergoeding vorderden. De uitspraak benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die tijdens hun verblijf op Curaçao slachtoffer werden van gewelddadige overvallen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op
25 augustus 2017, 18 oktober 2017 en 31 januari 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V. Awadhpersad.
De officier van justitie, mr. C.H. Hato Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verweer gevoerd.
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd: [benadeelde 1] ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit, [benadeelde 2] ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit, [benadeelde 3] en [benadeelde 4] ter zake van het onder 5 tenlastegelegde feit en [benadeelde 5] ter zake van het onder 7 tenlastegelegde feit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
 een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
 een autosleutel, en/of,
 een kamersleutel, en/of,
 een kluissleutel,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], binnendringen, en/of,
 het (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement te duwen van die [SLACHTOFFER 1], en/of,
 het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam mishandelen van die [SLACHTOFFER 2], en/of
 het (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
 een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
 een autosleutel, en/of,
 een kamersleutel, en/of,
 een kluissleutel,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
 die [SLACHTOFFER 1] (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement heeft/hebben geduwd, en/of,
 (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 die [SLACHTOFFER 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of
 (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd/ gemaand.
FEIT 2:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 2]
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte ’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], binnendringen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (op een dreigende toon) naar geld te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte’s gading
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], is/ zijn binnen gedrongen, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (op een dreigende toon) naar geld heeft/hebben gevraagd/ gemaand.
FEIT 3:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 3]
dat hij op of omstreeks 9 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een (heup)tas (inhoudende NAF 300,-, en/of bankpasjes en/of sleutel(s)),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 ( (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) achter die [BENADEELDE 2], aan komen lopen, en/of,
 ( het (vervolgens) die [BENADEELDE 2] van achteren aanvallen, en/of,
 ( het (vervolgens) die [BENADEELDE 2] hard/ruw tegen de grond te gooien,
en/of
dat hij op of omstreeks 9 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [BENADEELDE 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een (heup)tas (inhoudende NAF 300,-, en/of bankpasjes en/of sleutel(s),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 2], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 ( (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) achter die [BENADEELDE 2], aan heeft/zijn gelopen, en/of,
 ( (vervolgens) die [BENADEELDE 2] van achteren heeft/hebben aangevallen, en/of,
 ( (vervolgens) die [BENADEELDE 2] hard/ruw tegen de grond te heeft/hebben gegooid.
FEIT 4:
POGING DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. POGING AFPERSING TE BUSHALTE [LOCATIE 4]
dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen,
 een tas, en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [SLACHTOFFER 4], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
 ( (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4] is afgekomen, en/of,
 ( (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen,
en/of
dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] te dwingen tot de afgifte van,
 een tas, en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk,
 ( (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4] is afgekomen, en/of,
 ( (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 ( zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen.
FEIT 5:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 5]
dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een portemonnee en/of,

een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 ( (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5], binnendringen, en/of,
 ( het (vervolgens) die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5]een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en/of,
 ( het (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5]onder bedwang houden,
en/of
dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5]heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een portemonnee,

een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 ( (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) de woning van die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5], heeft/hebben binnen gedrongen, en/of,
 ( (vervolgens) die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5]een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 ( (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE 4]
en/of [SLACHTOFFER 5]onder bedwang heeft/hebben gehouden.
FEIT 6:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 6]
dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 6], binnendringen, en/of,
 het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam te slaan, en/of,

en/of

dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 6] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 6], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
 (vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben geslagen.
FEIT 7:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 7]
dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,
 een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD 35,-, en/of,
 een portemonnee, en/of,
 een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 ( (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], verschijnen, en/of,
 ( het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en/of,
 ( het (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] aan te manen om alle waardevolle goederen over te dragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,
 een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD. 35,=, en/of,
 een portemonnee, en/of,
 een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], is/zijn verschenen, en/of,
 (vervolgens) die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] heeft/hebben aangemaand om alle waardevolle goederen over te dragen.

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Bewezenverklaring

Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde onder de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7 heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op
of omstreeks16 april 2016,
althans in of omstreeks de maand april 2016te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en
/of,
 een portemonnee inhoudende USD 270,-, en
/of,
 een of meerdere persoonlijke bescheiden, en
/of,
 een autosleutel, en
/of,
 een kamersleutel, en
/of,
 een kluissleutel,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met
gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], binnendringen, en
/of,
 het (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement te duwen van die [SLACHTOFFER 1], en
/of,
 het
(vervolgens)mishandelen vandie [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd,
althans het lichaam te mishandelen,en
/of,
 het met een kapmes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,aan het lichaam mishandelen van die [SLACHTOFFER 2], en
/of
 het (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis te vragen
/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,

een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,

een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,

een autosleutel, en/of,

een kamersleutel, en/of,

een kluissleutel,

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),


met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], is/zijn binnen gedrongen, en/of,

die [SLACHTOFFER 1] (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement heeft/hebben geduwd, en/of,

(vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,

die [SLACHTOFFER 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of

(op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd/ gemaand.
FEIT 2:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 2]
dat hij op
of omstreeks8 februari 2017,
althans in of omstreeks de maand februari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere mobiele telefoon
(s
), en
/of,
 een of meerdere goederen van verdachte ’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [BENADEELDE 1] en/of [SLACHTOFFER 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen die [BENADEELDE 1]
en/of [SLACHTOFFER 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met
gemaskerde/bedekte gezicht
(en
)de woning van [BENADEELDE 1] en/of [SLACHTOFFER 3], binnendringen, en
/of,
 het
(vervolgens
)die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en
/of,
 het
(vervolgens
)die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en
/of,
 het
(vervolgens
)die [BENADEELDE 1] met de
(geschoeide
)voeten aan/rond het lichaam te mishandelen, en
/of,
 het (op een dreigende toon) naar geld te vragen
/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,

een of meerdere goederen van verdachte’s gading
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 1]en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE 1]en/of [SLACHTOFFER 3], is/ zijn binnen gedrongen, en/of,

(vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,

(vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,

(vervolgens) die [BENADEELDE 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,

(op een dreigende toon) naar geld heeft/hebben gevraagd/ gemaand.
FEIT 3:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 3]
dat hij op
of omstreeks9 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een
(heup
)tas (inhoudende NAF 300,-, en
/ofbankpasjes en
/of sleutel(s)),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [BENADEELDE 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 (
(het met
gemaskerde/bedekte gezicht
(en
))achter die [BENADEELDE 2], aan komen lopen, en
/of,
 ( het
(vervolgens
)die [BENADEELDE 2] van achteren aanvallen, en
/of,
 ( het (vervolgens) die [BENADEELDE 2]
hard/ruwtegen de grond te gooien,
en/of
dat hij op of omstreeks 9 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [BENADEELDE 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een (heup)tas (inhoudende NAF 300,-, en/of bankpasjes en/of sleutel(s),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 2], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 (
(met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) achter die [BENADEELDE 2], aan heeft/zijn gelopen, en/of,
 (
(vervolgens) die [BENADEELDE 2] van achteren heeft/hebben aangevallen, en/of,
 (
(vervolgens) die [BENADEELDE 2] hard/ruw tegen de grond te heeft/hebben gegooid.
FEIT 4:
POGING DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. POGING AFPERSING TE BUSHALTE [LOCATIE 4]
dat hij op
of omstreeks6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen,
 een tas,
en/of,

een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en
/ofte doen vergezellen
en/of te doen volgenvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [SLACHTOFFER 4], te plegen met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s),
althans alleen,
 (
(met
gemaskerde/bedekte gezicht
(en))op die [SLACHTOFFER 4] is afgekomen, en
/of,
 (
(vervolgens
)die [SLACHTOFFER 4] een
(gro
ot
e)kapmes heeft
/hebbenvoorgehouden, en
/of,
 zevenmaal,
althans een of meerdere malendie [SLACHTOFFER 4] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen,
althans het lichaamheeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en
/oftengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4]
(zwaar)lichamelijk letsel, te weten een (diep
e) kap wond aan de armen,
althans het lichaamheeft opgelopen,
en/of
dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] te dwingen tot de afgifte van,

een tas, en/of,

een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk,
 (
(met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4] is afgekomen, en/of,
 (
(vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 (
zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen.
FEIT 5:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 5]
dat hij op
of omstreeks19 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een portemonnee en
/of,
 een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [BENADEELDE 4] en/of [SLACHTOFFER 5]
[benadeelde 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 4] en/of [SLACHTOFFER 5]
[benadeelde 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 (
(het met
gemaskerde/bedekte gezicht
(en
)de woning van die [BENADEELDE 4] en
/of[SLACHTOFFER 5]
[benadeelde 3], binnendringen, en
/of,
 ( het
(vervolgens
)die [BENADEELDE 4] en/of
[SLACHTOFFER 5][benadeelde 3]een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en/of,
 ( het
(vervolgens
)onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE 4] en/of [SLACHTOFFER 5]
[benadeelde 3]onder bedwang houden,
en/of
dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE 4]en/of [SLACHTOFFER 5]heeft gedwongen tot de afgifte van,

een portemonnee,

een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 4]en/of [SLACHTOFFER 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 (
(met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) de woning van die [BENADEELDE 4]en/of [SLACHTOFFER 5], heeft/hebben binnen gedrongen, en/of,
 (
(vervolgens) die [BENADEELDE 4]en/of [SLACHTOFFER 5]een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
 (
(vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE 4]en/of [SLACHTOFFER 5]onder bedwang heeft/hebben gehouden.
FEIT 6:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 6]
dat hij op
of omstreeks2 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 6],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond(en) uit,

het met gemaskerde/bedekte gezicht(en)het appartement van die [SLACHTOFFER 6], binnendringen, en
/of,
 het
(vervolgens
)die [SLACHTOFFER 6] met een honkbalknuppel,
althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam te slaan,
en/of,
en/of
dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 6] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 6], is/zijn binnen gedrongen, en/of,

(vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben geslagen.
FEIT 7:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 7]
dat hij op
of omstreeks17 februari 2017,
althans in of omstreeks de maand februari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere tas
(sen
)inhoudende € 25,= en
/of,
 een fotocamera
(van het merk Nikon
), en
/of,
 een mobiele telefoon
(van het merk Samsung
), en
/of,
 een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD 35,-, en
/of,
 een portemonnee, en
/of,
 een Camera
(van het merk Gopro Hero 4
),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 (
(het met
gemaskerde/bedekte gezicht
(en
)bij die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], verschijnen, en
/of,
 ( het
(vervolgens
)die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en
/of,
 ( het
(vervolgens
)onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] aan te manen om alle waardevolle goederen over te dragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,

een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,

een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,

een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD. 35,=, en/of,

een portemonnee, en/of,

een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5], is/zijn verschenen, en/of,

(vervolgens) die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,

(vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 7] en/of [SLACHTOFFER 8] en/of [BENADEELDE 5] heeft/hebben aangemaand om alle waardevolle goederen over te dragen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Het Gerecht heeft in de tenlastelegging betreffende feit 5 een aantal malen de naam [slachtoffer 5] vervangen door [benadeelde 3]. De verdachte wordt hierdoor niet geschaad in de verdediging aangezien er op geen enkel moment onduidelijkheid heeft bestaan over de naam van het slachtoffer. Het Gerecht vat dit op als een kennelijke verschrijving en zal dan ook geen gevolgen daaraan verbinden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
4B. Bewijs(middel)verweer
Ten aanzien van feit 2
De raadsman heeft aangevoerd dat de tweede verklaring van de aangever van het bewijs moet worden uitgesloten, omdat de aangever bij het afleggen van zijn tweede verklaring mogelijkerwijs is beïnvloed door/geconfronteerd met de verklaring van de anonieme getuige. Naar aankleding daarvan zou de aangever de signalementen van de verdachten en het aantal verdachten hebben gewijzigd om deze passend te maken.
Het gerecht verwerpt dit verweer op grond van het volgende. De verklaringen van de aangever komen wat betreft de gang van zaken ten tijde van het plegen van de overval, behoudens de signalementen en het aantal verdachten, op hoofdlijnen en op wezenlijke punten met elkaar overeen. Dat de aangever zich een dag na zo’n ingrijpend incident meer details kon herinneren, acht het Gerecht goed voorstelbaar. Hierbij komt dat de stelling van de raadsman dat de aangever mogelijkerwijs is beïnvloed, geen ondersteuning vindt in het dossier en verder op geen enkele manier concreet is gemaakt. Gelet op het voorgaande zal ook de tweede verklaring van de aangever tot het bewijs worden gebezigd.
Ten aanzien van feit 6
Door de verdediging is aangevoerd dat het proces-verbaal van aangifte van het bewijs moet worden uitgesloten nu een handtekening van de aangever ontbreekt en niet duidelijk is in welke taal de verklaring werd afgelegd.
Het Gerecht verwerpt dit verweer. De omstandigheid dat het proces-verbaal van aangifte niet door aangever is ondertekend en er niet is ingevuld of het om een vertaling gaat, staat er niet aan in de weg deze verklaring te gebruiken als bewijsmiddel, nu dit proces-verbaal op ambtseed is opgemaakt en is ondertekend door de betrokken verbalisant.
4C. Bewijsmiddelen
Het Gerecht komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten op grond van de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat [1] .
De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van feit 1
Het proces-verbaal van aangifte, p. 25-29, gesloten en getekend door [verbalisant 1], hoofdagent van politie werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 1]:
Op 16 april 2016 waren mijn echtgenote en ik na de middaguren op stap geweest. Omstreeks 21.20 uur waren wij terug bij de [locatie 1], gelegen te [locatie 4]. Wij verbleven in appartement nummer [nummer]. Toen ik de deur van het appartement opendeed, werd ik door vier mannen met bedekte gezichten aangevallen. De daders 1 en 3 hadden een vuurwapen in hun hand en de daders 2 en 4 hadden een kapmes in hun hand. Dader 1 droeg een camouflagebroek. Dader 1 had mij met geweld en kracht naar binnen geduwd met zijn hand. Hierdoor kwam ik op de vloer van het appartement terecht. Dader 1 en 2 waren naar binnen gekomen. Dader 1 sloeg mij met het vuurwapen met geweld en kracht op het behaarde gedeelte van mijn hoofd. Ik voelde hierdoor heel veel pijn aan mijn hoofd. De harde klap zorgde voor het ontstaan van een zwelling. De mannen vroegen het volgende in de Engelse taal aan mij: “Where is the key from the save” (“waar is de sleutel van de kluis”, vrije vertaling verbalisant). De daders 3 en 4 waren buiten het appartement gebleven. Zij waren bezig met mijn echtgenote buiten. Toen de andere klanten van het appartementencomplex hun ramen en deuren hadden opengemaakt en zij waren begonnen te schreeuwen, renden de daders weg. Toen ik naar buiten was gegaan, zag ik mijn echtgenote op de grond lag. Ik zag dat zij bloed had aan haar voet, neus en hand. Ik vernam van mijn echtgenote dat de daders 3 en 4 haar met een kapmes hadden geslagen. Ten gevolge daarvan had zij verschillende kapwonden opgelopen. Ik vernam ook van mijn echtgenote dat de daders, nadat zij haar met het kapmes hadden mishandeld, haar lichtbruine handbagage, inhoudende een autosleutel, een kamersleutel, een kluissleutel, een mobiele telefoon van het merk Samsung , een portemonnee inhoudende $270,00 en andere persoonlijke bescheiden, hadden weggerukt.
Het proces-verbaal van bevinding en verrichting, p. 31-32, gesloten en getekend door
[verbalisant 2], hoofdagent agent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant 2]:
Op 16 april 2016 bevond ik mij omstreeks 21:30 uur buiten dienst, toen ik door mijn collega werd opgebeld met de mededeling dat een beroving had plaatsgevonden te [locatie 1]. Ik ging direct daarheen. De personen die ik daar had aangetroffen vertelden mij dat zij door vier gemaskerde mannen met kapmessen en vuurwapens waren beroofd. De mannen waren na hun daad in het bosschage gevlucht. Ik had een vermoeden wie de daders waren en begaf mij hierdoor naar de volkswoningen te [locatie 4]. Toen ik bij het buurtcentrum [locatie 4] stond, zag ik de mannen [medeverdachte 1] ([medeverdachte 1]) en [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1]. Zij wonen beiden in de volkswoningen te [locatie 4]. [medeverdachte 1] droeg een geel/oranje shirt en donkere broek en [medeverdachte 2] droeg een donker shirt en een grijs of camouflage kleur driekwart broek. Vervolgens ging ik omstreeks 22:10 uur terug naar de [locatie 1]. Mijn collega en ik gingen de door de daders genomen vluchtweg op. Op de vluchtweg zagen wij enkele voetstapafdrukken die liepen in de richting van [locatie 1] en terug van [locatie 1]. Omstreeks 00:45 uur zag ik hoe twee mannen met dezelfde kleding als die van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vluchtig de weg vanuit het bosschage overstaken. Zij liepen hard in het bosschage gelegen nabij het kerkhof [locatie 4]. Op 17 april 2016 begaf ik mij weer naar [locatie 4] om de vluchtweg op te gaan. Op het erf van de woning van de soeur had ik twee tassen met inhoud aangetroffen. Ik liep verder op de vluchtweg en nabij een verlaten/bouwvallig gebouw werden twee paspoort kopieën en andere goederen aangetroffen. Ik liep verder tussen de struikgewassen en kwam uit op de plek waar ik de twee mannen omstreeks 00:45 uur zag komen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 214-217, gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden hoofdagenten, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte
[medeverdachte 2]:
Ik heb de beroving te [locatie 1] samen met [verdachte]
(het Gerecht begrijpt: [verdachte]), [medeverdachte 3] (
het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3]), [persoon 1] en [medeverdachte 1] (
het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 1]) gepleegd. [verdachte] was met het plan gekomen. Op 16 april 2016 waren wij omstreeks 21:00 uur in de richting van de [locatie 1] te [locatie 4] vertrokken. Toen wij daar waren aangekomen, besloten wij in het bosschage tegenover het appartementencomplex te gaan staan wachten op iemand die wij konden beroven. Na een poosje besloten [verdachte], [medeverdachte 3], [persoon 1] en [medeverdachte 1] de weg over te steken. Zij gingen op de deuren van verschillende appartementen kloppen. Als er wordt opengedaan, zou die persoon beroofd worden. Ik bleef buiten in het bosschage langs de weg staan. [verdachte] was in het bezit van een kapmes, [medeverdachte 3] had een klein kapmes, [persoon 1] had een bruine windbucks geweer en [medeverdachte 1] was in het bezit van een slagersmes.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 219-223, gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 5], beiden hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2]:
Ik ben de beroving samen met [verdachte]
(het Gerecht begrijpt: [verdachte]), [medeverdachte 3] (
het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3]), [persoon 1] en [medeverdachte 1] (
het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 1]) gaan plegen. Ik moest alleen op de post staan. [verdachte] had op de deur van het appartement geklopt. Toen de man de deur opendeed, sprong [verdachte] op de man en duwde hem met kracht naar binnen. [persoon 1] en [medeverdachte 3] volgden hem naar binnen. [medeverdachte 1] bleef voor het appartement staan. [verdachte] en [medeverdachte 3] waren in het bezit van een kapmes. [medeverdachte 1] had een slagersmes bij zich en [persoon 1] was in het bezit van een jachtgeweer.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p. 33-35, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 19 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige
[getuige 1]:
Op 12 april 2016 ben ik samen met de stageloper [medeverdachte 1] (
het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 1]), het appartement nummer 13 klaar gaan maken. Naast de hoofdingang om de hoek van het appartement nummer [nummer] is er een walk-in closet. Daarbinnen, onder de laatste la, is de kluis te vinden. De kluis is niet zichtbaar vanaf de voordeur.
Ten aanzien van de feiten 2, 5, 6 en 7
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 387, gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 6] resp. hoofdagent en buitengewoon agent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte [verdachte]:
[medeverdachte 1], “[medeverdachte 1]” is mijn zwager. De broer van [medeverdachte 1] heeft een kind met mijn zus.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 270, gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 6], resp. hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Ik ben met de mannen bijgenaamd [medeverdachte 3] (
het Gerecht begrijpt [medeverdachte 3]) en [verdachte] (
het Gerecht begrijpt [verdachte]) geweest. Ik ben bevriend met beide mannen. Ik ken deze mannen al voor een lange tijd. Ik ga vaak naar hun woning. Mijn broer heeft twee kinderen met hun zus.
Ten aanzien van feit 2
Het proces-verbaal van aangifte, p. 83-86, gesloten en getekend door [verbalisant 6], brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 13 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde 1]:
Op 8 februari 2017 zat ik op de porch van mijn appartement te [locatie 2] toen ik de honden tekeer hoorde gaan. Toen ik in de achtertuin keek, zag ik drie mannen met bedekte gezichten over het achterhek springen en op mij af komen rennen. Dader 1 had een luchtdrukgeweer bij zich en de daders 2 en 3 hadden een honkbalknuppel bij zich. Bij het zien van de daders was ik geschrokken en rende meteen naar binnen. Het lukte mij niet om de huisdeur dicht te doen. Ik kreeg gelijk klappen op mijn hoofd met het luchtdrukgeweer van dader 1. Ik heb verschillende snijwonden opgelopen op mijn schedel. Ik had heel veel pijn en was zelfs duizelig geworden van die harde klappen. Door de andere daders werd ik met de honkbalknuppel geslagen. Ik werd ook geschopt door die daders. Dader 1 schreeuwde in de engelstaal taal: “money, money, money”. Nadat ik duizelig was geworden werd ik naar een van de kamers in het huis gesleurd. Op de grond werd ik geslagen met de honkbalknuppel. Ik werd ook geschopt. Ik heb hieraan veel kapwonden en blauwe plekken overgehouden. In de kamer lag ik in een grote plas bloed.
Het proces-verbaal van nader verhoor aangever, p. 89-92, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d.
14 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde 1]:
Nu ik het helder zie, moet ik zeggen dat het vier mannen waren. Twee mannen waren gewapend met een honkbalknuppel en één met vermoedelijk een luchtdrukgeweer. Ik werd door één van de daders met een honkbalknuppel op mijn hoofd geslagen. Ik werd door de mannen tegelijk mishandeld, met een honkbalknuppel, met de kolf van een geweer, met tot vuist gebalde handen en met geschoeide voeten. Ik viel op een gegeven moment op de vloer en zij gingen dan echt tekeer. Mijn vrouw die ook op de porch zat, werd door een van de mannen aangemaand om naar binnen te gaan. Mijn vrouw moest van een van de mannen gaan zitten. Hierna werd ik naar de slaapkamer gesleurd. Mijn vrouw werd ook naar de slaapkamer gebracht. De mannen bleven mij mishandelen. Ik kreeg een gapende snijwond die hevig aan het bloeden was. In de slaapkamer bleef ik op de vloer liggen. Mijn vrouw zat naast mij op het bed. De daders gingen over tot het doorzoeken van onze woning. Toen het stil in de rest van de woning was geworden, werd ik door mijn vrouw naar buiten geleid. Twee van de daders hadden een grote bult op hun hoofd. Ik vermoed dat zij een rastakapsel hadden. De daders hebben een gebroken houten honkbalknuppel, een gouden ring, enkele Pandora armbanden en twee polshorloges meegenomen.
Het proces-verbaal van bevindingen nader verhoor, p. 97, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d.
15 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant 2]:
Op 15 maart 2017 werd ik gebeld door de aangever [benadeelde 1]. Ik had toen aan hem gevraagd om een betere beschrijving te geven van het luchtdrukgeweer dat tegen hem werd gebruikt. Hij zei dat de kolf bruin was, met aan het achterste gedeelte een zwarte rubber.
Het proces-verbaal van aangifte diefstal o.v.o., p. 93-95, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 9 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 3]:
Op 8 februari 2017 verlieten wij ons appartement te [locatie 4], [locatie 2]. Wij deden alles op slot en grendel. Toen wij terugkeerden naar ons appartement zagen wij dat de politie en de ambulance ter plekke waren. Toen wij naar binnen waren gelopen zagen wij dat de huisbaas verwond was. Wij zagen een grote plas bloed. De vrouw van de huisbaas vertelde aan ons dat bij hen was ingebroken. Ook was bij ons ingebroken. De mannen die bij hen hadden ingebroken, hadden ook bij ons ingebroken. Wij liepen naar ons appartement en wij zagen het glas van de voordeur op de vloer liggen. Toen wij naar binnen waren gelopen, zagen wij dat alles overhoop lag. De daders hebben een camera, een polshorloge, twee portemonnees met inhoud, een HTC mobiele telefoon, een powerbank en een USB stick 32 GB, een gouden armband met grote schakels en een Samsung mobiele telefoon weggenomen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 264-267, gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 2], beiden hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 16 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Ik ben samen met [verdachte] (
Het Gerecht begrijpt: [verdachte]) en [medeverdachte 3] (
Het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3]) bij de beroving op 8 februari 2017 te [locatie 2] betrokken geweest. [verdachte] en [medeverdachte 3] wonen allebei te [locatie 4]. Op 8 februari 2017 ben ik samen met [medeverdachte 3] en [verdachte] op leguanen gaan jagen. Toen wij terug waren gekomen van het jagen, begonnen [verdachte] en [medeverdachte 3] te praten over het plegen van een diefstal. Op een gegeven moment besloten wij de diefstal te gaan plegen. Toen wij bij de woning waren aangekomen, sprongen wij over de afrastering. De bewoner die op dat moment op de porch zat, stond op bij het zien van ons en hij liep vlug naar binnen. [verdachte] en [medeverdachte 3] renden achter hem aan en ik bleef buiten op de honden passen. Ik had een houtenbalk in mijn bezit. [medeverdachte 3] had een honkbalknuppel en [verdachte] had een windbuks. Het kolf van het geweer was bruin van kleur en onderaan had deze en zwarte rubber. Toen ik buiten stond besloot ik naar een witte appartement te gaan om in te breken. Ik had een etui en een portemonnee vanuit het appartement weggenomen. Ik weet niet wat [verdachte] en [medeverdachte 3] in de andere woning hadden gedaan. Het enige wat ze hadden gezegd was dat zij niets waardevol hadden aangetroffen. Wij hadden tijdens de beroving onze gezichten bedekt.
Het proces-verbaal van plaatsaanwijzing, p. 100-101, gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 6]:
Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [locatie 4]. Eenmaal wij in de wijk [locatie 4] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Op aanwijzing van de verdachte reden wij tot bij de splitsing nabij [locatie 8]. Hier moesten wij weer links afslaan om in de richting van [locatie 9] te rijden. Toen wij bij het perceel [nummer] waren aangekomen, zei de verdachte dat zij ook daar een diefstal met geweld hadden gepleegd (Opmerking verbalisant: deze diefstal met geweld werd op 8 februari 2017 gepleegd).
Ten aanzien van feit 3
Het proces-verbaal van aangifte [benadeelde 2], p. 108-110, gesloten en getekend door [verbalisant 6], werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d.
11 januari 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de aangeefster [benadeelde 2]:
Op 11 januari 2016 liepen mijn man en ik vanaf het [locatie 11] te [locatie 4] richting [locatie 10]. Toen wij op het heuveltje liepen, hoorden wij iemand achter ons aan komen rennen. Toen wij ons omdraaiden, werden wij meteen aangevallen door twee daders. Wij werden op de grond gegooid. Dader 1 kwam met een kapmes op mij af en rukte mijn heuptas van mijn middel weg. Mijn man en ik zijn hard tegen de grond gegooid. Wij hadden veel pijn ondervonden. Daarna waren de daders weggerend. Een heuptas inhoudende Nafl. 300,00, een creditcard, een smart phone en een bankpasje werden weggenomen.
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 112-113, op ambtseed opgemaakt en gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 11 januari 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant 2]:
Er werd aangifte gedaan van een diefstal met geweld, gepleegd op 9 januari 2016. De aangeefster had verklaard dat zij van achteren werden aangevallen door twee onbekende mannen. De mannen waren donkerbruin en hadden beiden een rastakapsel. Eén van de mannen was gewapend met een kapmes. De gezichten van de daders waren bedekt met een lichtkleurig/bijna doorzichtige vrouwenkous. Hierdoor kon zij zien dat deze mannen tatoeages of iets aan hun gezichten hadden.
Het proces-verbaal van fotoconfrontatie contra verdachte [verdachte], op ambtseed opgemaakt en gesloten en getekend door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 9], beiden hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 12 januari 2016, p. 118-120, voor zover inhoudende
als relaas van de verbalisanten voornoemd:
Op 12 januari 2016 toonden wij aan [benadeelde 2] een fotokaart met (10) foto’s genummerd met de cijfers één tot en met tien. Als nummer 7 is opgenomen de afbeelding van de verdachte [verdachte].
als verklaring van [benadeelde 2]:
De man afgebeeld op foto nummer 7 is de man die ons samen met een andere man had beroofd. Hij heeft momenteel een rastakapsel, maar die tatoeage onder zijn linkeroog is onmiskenbaar.
Het proces-verbaal van fotoconfrontatie contra verdachte [medeverdachte 3], op ambtseed opgemaakt en gesloten en getekend door de verbalisanten [verbalisant 2] en
[verbalisant 9], beiden hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 12 januari 2016, p. 124-126, voor zover inhoudende
als relaas van de verbalisanten voornoemd:
Op 12 januari 2016 toonden wij aan [persoon 2] een fotokaart met (10) foto’s genummerd met de cijfers één tot en met tien. Als nummer 2 is opgenomen de afbeelding van de verdachte [verdachte].
als verklaring van [persoon 2]:
De man afgebeeld op foto nummer 2 is de man die ons samen met een andere man had beroofd. Hij heeft momenteel een rastakapsel, maar die tatoeage onder zijn rechteroog is onmiskenbaar.
Ten aanzien van feit 4
Het proces-verbaal van aangifte, p. 128- 134, gesloten en getekend door [verbalisant 10], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 8 maart 2017,
voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 4]:
Toen wij ons op 6 maart 2017 bij de bushalte ter hoogte van de Misa di [locatie 4] bevonden, zagen wij een man uit een oud huis komen. Zijn gezicht was bedekt. Met zijn rechterhand hield hij iets dat leek op een machete omhoog. De man nam mijn tas vast en trok aan deze. Ik hield mijn tas stevig vast. De man begon zijn wapen stevig te zwaaien. Hij kapte mij daarmee ongeveer zeven keren achter elkaar. Ik voelde veel pijn en de verwondingen op mijn handen begonnen hevig te bloeden. De man schopte mij met kracht tegen mijn buik. Toen een aantal toeristen in onze richting aan kwamen rijden, liet de man mijn tas los. De man vluchtte te voet weg. De man droeg een geelkleurig T-shirt met korte mouwen, een donkerblauwe jeans en sportschonen.
Het proces-verbaal van: Verhoor [getuige 2], p. 136-138, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 6 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 2]:
Op 6 maart 2017 reden wij met mijn vrachtauto van de woonwijk [locatie 4], richting [locatie 2]. Toen wij op de naamloze verharde weg nabij het kerkhof van [locatie 4] waren, kwamen wij de ons welbekende/beruchte jongeman met als achternaam [verdachte] aan. Hij droeg een lange donkerblauwe jeansbroek, en een T-shirt dat grotendeels geelkleurig was. In zijn handen had hij iets wits dat leek op een pampers. Wij reden door en hij liep verder in de richting van [locatie 12]. Ik ging terug naar [locatie 13]. Daar aangekomen zag ik een aantal auto’s geparkeerd op de parkeerplaats van het appartementen complex. Ik zag ook een echtpaar naast de afrastering van de pastoor woning staan. Ik stapte uit mijn vrachtwagen en liep naar binnen. Kort daarna liep ik terug naar mijn vrachtwagen. Ik hoorde een geschreeuw en een heftige woordenwisseling. In de richting van de bushalte. Ik keek in die richting en zag hoe een man met het echtpaar aan het worstelen was. Degene die met het echtpaar aan het worstelen was had dezelfde signalementen als die van de jongeman [verdachte]. Ik zag ook dat de bestuurder van een witgelakte auto heftig aan het toeteren was om de aandacht van de dief te trekken om de beroving te voorkomen. Hierdoor zag ik dat de dader hard wegliep tussen het bosschage. De slachtoffers liepen in de richting van de geparkeerde auto’s. Ik zag dat de man hevig aan zijn linkerpols aan het bloeden was. De dader had zijn hoofd gewikkeld in een wit hemd of iets dergelijks. Door de klederdracht en postuur van de dader had ik mijn conclusie getrokken dat de dader de jongeman [verdachte] was. De dader droeg dezelfde kleding als die van [verdachte] enkele minuten eerder.
Het proces-verbaal van: Verhoor getuige [getuige 3], p. 142-144, gesloten en getekend door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d.
6 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 3]:
Ik help het bisdom Curaçao bij de kerk te [locatie 4]. Op 6 maart 2017 was ik samen met de pastoor bij de pastoor woning. Wij waren op de veranda koffie aan het drinken toen de pastoor een echtpaar nabij de afrastering zag staan. Op een gegeven moment zag ik dat het echtpaar naar de bushalte liep. Na enkele minuten hoorde ik een geschreeuw gevolgd door een lawaai. Ik stond op en keek in de richting van de bushalte. Daar zag ik hoe een man het echtpaar aan het beroven was. Tevens hoorde ik hoe een auto heftig aan het toeteren was. Toen ik naar buiten liep, zag ik de dader hard weglopen in het bosschage. De dader had zijn hoofd gewikkeld in een wit doek of short. Eenmaal ik buiten was, zag ik dat het echtpaar richting de [locatie 13] aan het lopen was. De man had een verwonding aan zijn linkerpols opgelopen. De verwonding was hevig aan het bloeden. Gezien het postuur van de dader kon ik mijn conclusie trekken dat het de welbekende/beruchte jongeman met als achternaam [verdachte] was.
Ten aanzien van feit 5
Het proces-verbaal van aangifte, p. 148-151, gesloten en getekend door [verbalisant 6], werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde 4]:
Op 19 januari 2017 waren [benadeelde 3] en ik omstreeks 21:15 uur thuis aangekomen. Wij zaten buiten toen vier mannen plotseling op ons af waren gekomen. Twee van daders hadden hun gezichten bedekt. Buiten werd ik op de grond gezet. De dader met het pistool kwam eerst naar mij toe. Daarna ging hij naar binnen en de man met het kapmes kwam toen naar mij toe. Ik hoorde twee harde klappen, luid gegil en gebonk. Ik hoorde ook dat veel dingen overhoop werden gegooid. Na enkele minuten gingen de daders weer weg via dezelfde route. Mijn portemonnee met inhoud werd weggenomen.
Het proces-verbaal bevestiging gedane aangifte beroving, bedreiging met vuurwapen, gesloten en getekend door [verbalisant 11], brigadier van politie, d.d. 20 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde 3]:
Op 19 januari 2017 gingen mijn vriendin en ik uiteten. Toen wij weer op ons verblijfsadres waren aangekomen, gingen wij samen met de huiseigenaar aan tafel zitten op de achterstoep van de woning. Het viel ons op dat moment op dat de honden erg onrustig waren. Toen de honden op een gegeven moment in het donker, achter de palapa/overdekte ruimte waren verdwenen, zag ik vier of vijf onbekende mannen ook daarvandaan tevoorschijn komen. Eén van de mannen hield een kapmes/machte in zijn hand. De man had zijn hoofd bedekt (dader 1). Toen ik door angst probeerde weg te rennen, kwam een van de andere mannen mij achterna. Ook zijn hoofd was bedekt. In zijn hand hield hij een vuurwapen vast. Daarmee richtte hij op mij. Het betreft een klein vuurwapen. Ik voelde mij bedreigd en bleef stilstaan met mijn handen omhoog (dader2). Dader 2 liep recht op mij af. Eenmaal hij dichterbij was gekomen, begon hij mijn broekzakken te doorzoeken. Hij haalde mijn mobiel van het merk Sony Experia Z1 Compact uit mijn broekzak. Vervolgens duwde hij mij terug in de richting van de tafel. Op hetzelfde moment uitte hij de woorden “Go Go”. Toen ik aan tafel ben gaan zitten, gingen de mannen het huis binnen (behalve dader 1). De deur van de slaapkamer van een Duitse mevrouw werd opengeschopt. Ik hoorde haar schreeuwen om hulp. De laptop van mijn vriendin werd op een gegeven moment door dader 1 meegenomen naar binnen. Kort hierna kwam dader 1 weer naar buiten, gevolgd door dader 2. Hierna namen de daders de benen en zij verdwenen weer achter de palapa/overdekte ruimte. De daders hebben mijn mobiel weggenomen..
Het proces-verbaal van verhoor: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 87- 91 (Het proces-verbaal aanvullend project West IV d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 23 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Op 19 januari 2017 liep ik naar de woning van de [verdachte] en [medeverdachte 3]. [verdachte]
(Het Gerecht begrijpt: [verdachte])zei tegen mij dat hij van plan was om een beroving te gaan plegen. Ik had tegen hem gezegd om mij erbij te tellen. Ik ging op een gegeven moment naar huis en keerde daarna terug naar de woning van de [verdachte] en [medeverdachte 3]. Daar aangekomen trof ik [verdachte], [medeverdachte 3]
(Het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3])en een onbekende man aan. Vervolgens liepen wij via de gebruikelijke looppad naar de geel geverfde woning. Ik had een kleine knijptang bij mij en daarmee had ik de afrastering doorgeknipt. Door het gat zijn wij het erf opgelopen. Op de porch zaten vier personen. De voor mij onbekende man was gewapend met een klein pistool en hij liep als eerste op de personen af. Hij hield ze onder dwang. De [verdachte] en [medeverdachte 3] liepen naar binnen. Ik bleef buiten om op de honden te passen. Na enkele minuten liep de onbekende man ook naar binnen, waardoor ik de personen op de porch in bedwang en in de gaten moest houden. Ik hoorde vervolgens geschreeuw binnenshuis. Niet lang daarna kwamen de drie mannen hardlopend naar buiten. Ik liep op dat moment ook hard weg. Van [verdachte] heb ik vijftig gulden gekregen. Ik had een kapmes, de onbekende man had een klein pistool en [verdachte] en [medeverdachte 3] hadden beiden kapmessen.
Het proces-verbaal van plaatsaanwijzing, p. 100-101, gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 6]:
Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [locatie 4]. Eenmaal wij in de wijk [locatie 4] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Wij reden in de richting van [locatie 14] . Toen wij ter hoogte van het kerkhof waren gekomen, moesten wij op aanwijzing van de verdachte links afslaan. Eenmaal op deze weg reden wij voorbij het buurtcentrum tot bij een kruising. Hier moesten wij weer links afslaan om in de richting van [locatie 2] te rijden. Toen wij ter hoogte van perceel nummer [nummer] waren aangekomen, zei de verdachte dat hij samen met anderen een diefstal met geweld had gepleegd (Opmerking verbalisant: Deze diefstal met geweld werd op 19 januari 2017 gepleegd).
Ten aanzien van feit 6
Een proces-verbaal van aangifte, p.p. 153-156, vastgesteld door [verbalisant 6], brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 4 januari 2017, inhoudende de verklaring van de aangever [slachtoffer 6]:
Mijn vrouw en ik verbleven te [locatie 15] te [locatie 4]. Op 2 januari 2017 was ik in de slaapkamer toen ik mijn schoonouders plotseling hoorde schreeuwen. Toen ik de slaapkamerdeur opendeed, kwam een onbekende man op mij af. Deze man sloeg mij zonder te aarzelen met een honkbalknuppel op mijn hoofd. Ik viel op de grond en mijn zicht werd wazig. Ik zag veel bloed. Toen ik opstond en naar buiten ging, zag ik hoe een van de twee daders een van de tassen wegpakte.
Het proces-verbaal van verhoor: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 60-63 (Het proces-verbaal aanvullend project West IV d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door
[verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
De beroving te [locatie 6] op 2 januari 2017 heb ik samen met [verdachte]
(Het Gerecht begrijpt: [verdachte])en [medeverdachte 3]
(Het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3])gepleegd. Op die dag waren [medeverdachte 3] en ik gewapend met een kapmes en [verdachte] was gewapend met een honkbalknuppel. [medeverdachte 3] en [verdachte] zijn naar binnen gelopen bij de slachtoffers. Ik moest bij de deuropening staan om een oogje in het zeil te houden en om de mensen in de woonkamer onder bedwang te houden. [verdachte] liep één van de slaapkamer binnen. [medeverdachte 3] liep vervolgens ook naar hem toe. [medeverdachte 3] bleef in de deur staan om mij te helpen met het houden van de andere personen onder bedwang. Na enkele minuten kwam [verdachte] uit de slaapkamer met een zwarte tas in handen. Ik had een mobiele telefoon weggenomen. Hierna liepen wij hard weg.
Het proces-verbaal van: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 65-69 (Het proces-verbaal aanvullend project West IV d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door
[verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Ik was bij de woning van [medeverdachte 3] en [verdachte] (Het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3] en [verdachte]). Zij waren aan het praten over een offerte dat met geld te maken had. Ik zei tegen hun dat ik ook wat geld nodig had. Wij gingen te voet. [medeverdachte 3] en [verdachte] hadden een kapmes bij zich. Volgens mij had ik ook een kapmes bij mij. Wij waren allemaal in het zwart gekleed en wij hadden een zwarte T-shirt om ons gezicht. Wij droegen ook handschoenen. Wij hadden van tevoren afgesproken dat wij een [locatie 15] zouden gaan beroven. Wij hadden wel geen afspraken gemaakt over welke bungalow wij zouden gaan beroven. Wij liepen gewoon het erf op en zagen dat de voordeur van de bungalow openstond. Voor de voordeur zat een mannelijke toerist en in de woonkamer zat een vrouw. [medeverdachte 3] en [verdachte] gingen naar binnen en ik bleef naast de man en de vrouw staan. Ik stond op uitkijk, maar liep steeds nar binnen en naar buiten. Op een gegeven moment begonnen wij goederen te pakken. Ik heb op een tafel in de woonkamer een mobiele telefoon en een etui met inhoud gepakt. Toen de vrouw begon te schreeuwen zei ik tegen de mannen dat wij weg moesten gaan.
[verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 6]:
Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [locatie 4]. Eenmaal wij in de wijk [locatie 4] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Op de Weg naar [locatie 4], ter hoogte van [locatie 16] , reden wij op aanwijzing van [medeverdachte 1], een zandweg schuin tegenover de snack op. Wij reden in een bocht in zuidelijke richting tot bij een T-kruising, waar een bord stond dat de richting van [locatie 6] aangaf. Wij reden toen op zijn aanwijzingen in oostelijke richting en aan de linkerkant van de weg wees hij ons de bungalows aan. Hij verklaarde dat zij via de grote poort op het erf hebben gelopen om hierna bij de tweede bungalow hun diefstal met geweld te plegen (Opmerking verbalisant: deze diefstal werd op 2 januari 2017 gepleegd).
Ten aanzien van feit 7
Het proces-verbaal van aangifte, p. 158-161, gesloten en getekend door [verbalisant 12], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 7]:
Op 17 februari 2017 ben ik samen met [persoon 3] en nog vier andere vrienden naar de “Natural Bridge” te [locatie 17] gegaan. Toen wij van de trap afkwamen zag ik drie mannen met hun gezichten bedekt op ons afkomen. Dader 1 had een grote “machete” in zijn hand en dader 2 was bewapend met een vuurwapen. Op een gegeven moment zei een van de daders “go down” (“ga liggen”). Wij zijn gelijk op de grond gaan zitten, omdat wij vreesden voor ons leven en onze veiligheid. Ik gaf al mijn geld aan dader 1. Hierna ging dader 1 naar de andere daders. Vervolgens kwam hij terug naar ons. Dader 1 rukte mijn tas weg. Dader 1 heeft ook de tas van mijn neef inhoudende 25 euro’s, een fototoestel van het merk Nikon, en een mobiele telefoon van het merk Samsung weggenomen. In de tussentijd merkte ik dat de andere daders mijn vier andere vrienden zijn gaan beroven. De daders hebben ons onder bedreiging gedwongen tot afgifte van onze goederen.
Het proces-verbaal van aangifte, p. 162-164, gesloten en getekend door [verbalisant 10], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 18 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangeefster [slachtoffer 8]:
Op 17 februari 2017 waren mijn zoon en ik bij de Natural Bridge te [locatie 18]. Toen wij de trap nar beneden liepen, werden wij verrast door drie mannen met bedekte gezichten. Tevens waren zij gewapend met een jachtgeweer en grote messen. De man met het jachtgeweer richtte deze in onze richting. De mannen zeiden in een niet goed gesproken Engelse taal tegen ons om op de grond te gaan liggen. Ik zag ook dat de ander mannen gedwongen werden om op de grond te gaan liggen. De mannen hebben mijn rugtas inhoudende een mobiele telefoon en een portemonnee inhoudende $35 weggenomen. Ik zag dat de man het geweer tegen de benen van mijn zoon plaatste.
Het proces-verbaal van aangifte, p. 165-167, gesloten en getekend door [verbalisant 10], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde 5]:
Op 17 februari 2017 ben ik samen met mijn echtgenote [persoon 3] naar [locatie 18] gegaan. Bij de Natural Bridge werden wij benaderd door drie mannen met bedekte gezichten. Een van de mannen hield een jachtgeweer gericht in onze richting. De twee andere mannen waren gewapend met grote messen. De mannen zeiden in de Engelse taal tegen ons om op de grond te gaan liggen. De man met het jachtgeweerplaatste deze tegen mijn hoofd en dwong mij om alles aan hen af te geven. Ik zag dat zij ook spullen van de andere personen die daar stonden hadden weggenomen. De mannen hadden een camera van het merk Gopro Hero 4, een portemonnee met inhoud en een mobiele telefoon weggenomen.
Het proces-verbaal van: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 110-113 (Het proces-verbaal aanvullend project West IV d.d. 23 maart 2017), gesloten en getekend door
[verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 23 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Op 17 februari 2017 ben ik naar de woning van de [verdachte] en [medeverdachte 3] (Het Gerecht begrijpt: [verdachte] en [medeverdachte 3]) gelopen. Daar aangekomen zei ik tegen de [verdachte] en [medeverdachte 3] om wat te gaan eten bij [locatie 7]. Daarmee bedoeld eik om een beroving te gaan plegen. Zij gingen daarmee akkoord. Toen wij bij [locatie 7] waren aangekomen waren enkele toeristen al daar. Toen wij enkele toeristen bij de trap zagen, renden wij met z’n drieën op de toeristen af. Wij schreeuwden “hands up, go down” tegen de toeristen en wij begonnen goederen van de toeristen weg te nemen. Als ik me niet vergis had [medeverdachte 3] (H
et Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3]) een portemonnee en een tas weggenomen. Ik heb een camera weggenomen. Daarna heb ik ook van [verdachte] (
Het Gerecht begrijpt: [verdachte]) een camera in ontvangst genomen. Later in de avond ben ik weer naar de van de [verdachte] en [medeverdachte 3] gelopen. Ik heb in die avond Nafl. 200,00 van [verdachte] gekregen. Op de dag van de beroving hadden [verdachte] en ik een kapmes bij ons. [medeverdachte 3] had de windbuks. Mijn rol tijdens de beroving was om de goederen van de [verdachte] en [medeverdachte 3] in ontvangst te nemen. De [verdachte] en [medeverdachte 3] moesten de goederen van de toeristen wegnemen.
Het proces-verbaal van: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 115-117 (Het proces-verbaal aanvullend project West IV d.d. 23 maart 2017), gesloten en getekend door
[verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
Ik blijf bij de verklaring dat ik de beroving te [locatie 7] samen [medeverdachte 3]
(Het Gerecht begrijpt: [medeverdachte 3])en [verdachte]
(Het Gerecht begrijpt: [verdachte])heb gepleegd. [medeverdachte 3] en ik hadden een kapmes en [verdachte] had het vuurwapen. Ik hield iedereen in de gaten en ik moest de weggenomen goederen van [verdachte] en [medeverdachte 3] aannemen en bewaren. Wij hebben de slachtoffers in de Engelste taal aangesproken. Wij hebben “go down” tegen de slachtoffers gezegd.
4D. Bewijsoverweging(en)
Ten aanzien van de feiten 1,2,5,6 en 7
Bewijsminimum
Volgens het derde lid van artikel 385 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De Hoge Raad heeft bij zijn arresten van 30 juni 2009 (LJN BH3704 en BG7746) het aangescherpt criterium aangelegd dat een aangifte in voldoende mate moet worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. De vraag of aan dit bewijsminimum is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval, zo blijkt uit HR 26 januari 2010 (LJN BK2094).
Voor de beoordeling ter zake feit 1 is het Gerecht van oordeel dat de desbetreffende aangifte in voldoende mate ondersteund wordt door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2](hierna: [medeverdachte 2]). Voor de beoordeling ter zake de feiten 2, 5, 6 en 7 is het Gerecht van oordeel dat de desbetreffende aangiftes in voldoende mate ondersteund worden door de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]). Het Gerecht merkt hierbij op dat (ook) de huidige interpretatie van de hiervoor bedoelde bewijsminimumregel er niet aan in de weg staat dat het daderschap van de verdachte wordt aangenomen op basis van één bewijsmiddel, nu het derde lid van artikel 385 Sv, zoals gezegd, ziet op de tenlastelegging in haar geheel en niet op een onderdeel daarvan. Aldus kan worden aangenomen dat is voldaan aan het wettelijk bewijsminimum in de onderhavige gevallen.
Betrouwbaarheid
Blijkens de gedane aangiftes is er in de eerste periode van 2016 en van 2017 een reeks gewelddadige overvallen gepleegd op toeristen in de omgeving van [locatie 4]. Verdachte wordt door medeverdachte [medeverdachte 2]bij één van de overvallen en door medeverdachte [medeverdachte 1] bij vier van die overvallen betrokken. De verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] komen naar het oordeel van het Gerecht voldoende en op wezenlijke onderdelen overeen met de desbetreffende aangiftes. Daarnaast heeft [medeverdachte 1] aan verbalisanten de woningen aangewezen in welke de overvallen hebben plaatsgevonden. Meer in het bijzonder geldt het volgende.
Ten aanzien van de overval te [locatie 1] geldt dat in ieder geval de verklaringen over het tijdstip van de overval, het aantal daders en de aard van de wapens waarmee de slachtoffers zijn mishandeld overeenkomen met de aangifte. Verder acht het Gerecht bij uitspraak van heden bewezen dat [medeverdachte 1], eveneens door [medeverdachte 2] aangewezen als mededader, betrokken is geweest bij de overval, hetgeen het aannemelijker maakt dat ook verdachte betrokken is.
Met betrekking tot de overval te [locatie 2] komen in ieder geval details uit de verklaring en de aangifte als het aantal daders, de aard van de wapens en de kleur van de windbuks overeen.
Ten aanzien van de overval te [locatie 5] komen in ieder geval de verklaringen over het aantal daders, de plek van binnendringen, de aard van de wapens, het genoemde “kleine wapen” en het verloop van het gebeuren tijdens de overval overeen met de aangifte.
Met betrekking tot de overval op [locatie 6] komen in ieder geval het verloop van het gebeuren tijdens de overval en de aard van het wapen waarmee aangever is aangevallen overeen met de aangifte.
Ten aanzien van de overval te [locatie 7] geldt dat in ieder geval de verklaringen over het aantal overvallers, de precieze plek van de overval, de wapens en de gebruikte aanmaning in het Engels “go down” overeenkomen met de aangiftes.
De verdediging heeft er de nadruk op gelegd dat de door de aangevers opgegeven signalementen niet of onvoldoende overeenkomen met de persoon van verdachte. Het Gerecht is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden, waarin de daders telkens bedekt waren en in een groep opereerden, geen doorslaggevende betekenis aan de opgegeven summiere signalementen kan worden gegeven.
Het Gerecht overweegt in dit verband nog het volgende.
Met hun verklaringen belasten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ook zichzelf. [medeverdachte 1] doet dat zelfs in grote mate. Daarbij is van belang dat nergens uit op valt te maken dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een reden hadden om verdachte ten onrechte te belasten. Dat de verdachten elkaar kennen en bij elkaar in de buurt wonen staat verder vast. Ten slotte hecht het Gerecht belang eraan nog op te merken dat de verdachte, alhoewel voldoende gelegenheid daartoe te hebben gehad, nog geen begin van een (verifieerbaar) alibi heeft verschaft. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien, kunnen de onder de feiten 1, 2, 5, 6 en 7 tenlastegelegde diefstallen met geweld (het medeplegen daarvan) wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van feit 3
Op 9 januari 2017 werden twee toeristen van achteren aangevallen door twee mannen, van wie de gezichten bedekt waren. Eén van de mannen was gewapend met een kapmes. De aangeefster [benadeelde 2] heeft naast haar zeer gedetailleerde verklaring ten aanzien van het incident ook de verdachte herkend bij een fotoconfrontatie. Tevens heeft de echtgenoot van de aangeefster de verdachte herkend bij een fotoconfrontatie. De stelling van de verdediging dat de aangeefster mogelijkerwijs is beïnvloed na een telefonisch gesprek met de betrokken verbalisant en dat zij daardoor meer details over het incident in een tweede verklaring heeft kunnen geven, acht het Gerecht onvoldoende onderbouwd en daarmee niet aannemelijk geworden. Van de kant van de verdediging is overigens ook nooit een verzoek gedaan om deze stelling nader onderzocht te willen zien. Dit geldt ook voor de stelling van de verdediging dat de verklaringen die de aangeefster en haar echtgenoot ten tijde van de fotoconfrontaties hebben afgelegd mogelijkerwijs zijn beïnvloed door de betrokken verbalisant. De verdachte heeft, alhoewel hij daartoe voldoende gelegenheid heeft gehad, geen alibi verschaft. De aangifte en de fotoherkenning door de aangeefster en haar echtgenoot leveren samen voldoende wettig en overtuigend bewijs voor de bewezenverklaring van het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld.
Ten aanzien van feit 4
Op 6 maart 2017 is een poging diefstal met geweld gepleegd ter hoogte van een bushalte te [locatie 4]. In een poging de tas van één van de slachtoffers weg te nemen, werd het slachtoffer zeven keren door de dader gekapt met een kapmes. Het Gerecht is van oordeel dat de verdachte de tenlastegelegde poging van diefstal met geweld heeft gepleegd op grond van de volgende feiten en omstandigheden in onderling verband bezien. Blijkens de verklaring van de aangever droeg de dader een geel T-shirt en een donkerblauwe jeans. De verdachte werd op de dag van het incident, korte tijd voor het incident, in de buurt van de bushalte, gezien door getuige [getuige 2] in een donkerblauwe jeans en een (grotendeels) geel t-shirt, met in zijn handen iets wits. Blijkens de verklaring van de getuige [getuige 3] was het hoofd van de dader ten tijde van het plegen van de overval in een wit doek gewikkeld. Dit doet vermoeden dat de verdachte zijn hoofd had gewikkeld in het “witte iets” waarmee hij een tijdje daarvoor door de getuige [getuige 2] werd gezien. Hierbij komt dat beide getuigen de verdachte bij het plegen van het feit (aan zijn postuur) hebben herkend en hebben zij de verdachte na het incident tijdens een fotoconfrontatie aangewezen. De verdachte heeft, alhoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, ook hierbij nagelaten een begin van een (verifieerbaar) alibi te verschaffen. Gelet op voornoemde feiten in onderling verband bezien kan het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feiten 1, 2, 3, 5, 6, en 7:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Feit 4:
Poging diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. De feiten zijn derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan zes overvallen. De slachtoffers werden tijdens de meeste van deze overvallen op een wrede wijze mishandeld met een honkbalknuppel, vuurwapens en kapmessen. De verdachte heeft zich hiernaast ook schuldig gemaakt aan een poging diefstal met geweld. Hij heeft daarbij één van de slachtoffers meerdere malen met een kapmes gekapt.
Door zijn handelen heeft verdachte een grote inbreuk gemaakt op het gevoel van vrijheid en veiligheid van de slachtoffers. Wat voor de slachtoffers, die als toerist op het eiland verbleven, een fijne vakantie had moeten zijn, is mede door toedoen van de verdachte uitgelopen op een nachtmerrie. Van slachtoffers van dit soort geweld is voorts bekend dat de (psychische) gevolgen groot en langdurig kunnen zijn. Hiernaast heeft de verdachte met zijn handelen de al in de samenleving aanwezige gevoelens van angst en onveiligheid versterkt en er aan bijgedragen dat Curaçao als vakantieland voor de betrokken toeristen en hun omgeving en door de aandacht die deze zaak heeft gekregen in een negatief daglicht is komen te staan.
De verdachte is aan al deze gevolgen van zijn handelen volledig voorbijgegaan en heeft zich enkel laten leiden door zijn streven om op een gemakkelijke manier aan geld te komen. Dit wordt hem zwaar aangerekend en maakt dat gelet op de aard en de ernst van de feiten oplegging van een langdurige vrijheidsbenemende straf geïndiceerd is.
Bij de bepaling van de duur daarvan heeft het Gerecht rekening gehouden met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen door de rechter pleegt te worden opgelegd. Het Gerecht heeft bij de bepaling van de duur van de straf ook in acht genomen dat de verdachte reeds eerder (2013 en 2017) voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld en dus blijk heeft gegeven geen lering te hebben getrokken uit zijn fouten. Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op het psychologisch rapport van 3 juli 2017, waarin onderbouwd wordt aangegeven dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij
[benadeelde 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van
NAf 20.878,00 ingediend tegen de verdachte wegens de materiële schade ad NAf 1.500,00 en immateriële schade ad NAf 19.378,00 die hij als gevolg van het onder feit 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij
[benadeelde 1] schade heeft geleden ten gevolge van het door de verdachte gepleegde feit als bewezen verklaard onder 2, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is. De hoogte van die schade is, gelet op de onderbouwing daarvan, genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van NAf 20.878,00.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, komt het Gerecht ook alleszins redelijk en billijk voor en is dan ook volledig toewijsbaar. De vordering zal, hoofdelijk, worden toegewezen.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 1] heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Het Gerecht ziet aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij
[benadeelde 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van
NAf 5.304,47 ingediend tegen de verdachte wegens de materiële schade ad NAf 3331,37 en immateriële schade ad NAf 1.973,10 die hij als gevolg van het onder feit 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij
[benadeelde 2]schade heeft geleden ten gevolge van het door de verdachte gepleegde feit als bewezen verklaard onder 3, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is. De hoogte van die schade is, gelet op de onderbouwing daarvan, genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van NAf 5.304,47.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, komt het Gerecht ook alleszins redelijk en billijk voor en is dan ook volledig toewijsbaar. De vordering zal, hoofdelijk, worden toegewezen.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 2] heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Het Gerecht ziet aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij
[benadeelde 4]heeft een vordering tot schadevergoeding van
NAf 2.604,21 ingediend tegen de verdachte wegens de materiële schade ad NAf 669,21 en immateriële schade ad NAf 1.935,00 die zij als gevolg van het onder feit 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij
[benadeelde 4] schade heeft geleden ten gevolge van het door de verdachte gepleegde feit als bewezen verklaard onder 5, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is. De hoogte van die schade is, gelet op de onderbouwing daarvan, genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van NAf 2.604,21.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, komt het Gerecht ook alleszins redelijk en billijk voor en is dan ook volledig toewijsbaar. De vordering zal, hoofdelijk, worden toegewezen.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 4] heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Het Gerecht ziet aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde 4] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij
[benadeelde 3]heeft een vordering tot schadevergoeding van
NAf 1.359,62 ingediend tegen de verdachte wegens de materiële schade ad NAf 779,12 en immateriële schade ad NAf 580,50 die hij als gevolg van het onder feit 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij
[benadeelde 3] schade heeft geleden ten gevolge van het door de verdachte gepleegde feit als bewezen verklaard onder 5, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is. De hoogte van die schade is, gelet op de onderbouwing daarvan, genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van NAf 1.359,62.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, komt het Gerecht ook alleszins redelijk en billijk voor en is dan ook volledig toewijsbaar. De vordering zal, hoofdelijk, worden toegewezen.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 3] heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Het Gerecht ziet aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De benadeelde partij
[benadeelde 5]heeft een vordering tot schadevergoeding van
NAf 2.808,75 ingediend tegen de verdachte wegens de materiële schade ad NAf 2.228,25 en immateriële schade ad NAf 580,50 die hij als gevolg van het onder feit 7 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij
[benadeelde 5] schade heeft geleden ten gevolge van het door de verdachte gepleegde feit als bewezen verklaard onder 7, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is. De hoogte van die schade is, gelet op de onderbouwing daarvan, genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van 2.808,75.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, komt het Gerecht ook alleszins redelijk en billijk voor en is dan ook volledig toewijsbaar. De vordering zal, hoofdelijk, worden toegewezen.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij [benadeelde 5] heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Het Gerecht ziet aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] de schadevergoedingsmaatregel van artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 1:62, 1:78, 1:119, 1:123, 1:136 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek
5genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf (12) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde 1]geleden schade tot een bedrag van
NAf 20.878,00 (zegge: twintigduizend achthonderdachtenzeventig gulden)(NAf 1.500,00 aan materiële schade en NAf 20.878,00 aan immateriële schade) wegens geleden schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[benadeelde 1] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 20.878,00 (zegge: twintigduizend achthonderdachtenzeventig gulden)bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
139 (honderdnegenendertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
NAf 5.304,47 (zegge: vijfduizend driehonderdvier gulden en zevenenveertig cent)(NAf 3331,37 aan materiele schade en NAf 1.973,10 aan immateriële schade) wegens geleden schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 2] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[benadeelde 2] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 5.304,47 (zegge: vijfduizend driehonderdvier gulden en zevenenveertig cent)bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
61 (eenenzestig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde 4]geleden schade tot een bedrag van
NAf 2.604,21 (zegge: tweeduizendzeshonderdvier gulden en eenentwintig cent)(NAf 669,21 aan materiele schade en NAf 1.935,00 aan immateriële schade) wegens geleden schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde 4] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 4] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[benadeelde 4] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
2.604,21 (zegge: tweeduizendzeshonderdvier gulden en eenentwintig cent)bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
36 (zesendertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde 3]geleden schade tot een bedrag van
NAf 1.359,62 (zegge: duizenddriehonderdnegenenvijftig gulden en tweeënzestig cent)(NAf 779,12 aan materiele schade en NAf 580,50 aan immateriële schade) wegens geleden schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde 3] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 3] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[benadeelde 4] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 1.359,62 (zegge: duizenddriehonderdnegenenvijftig gulden en tweeënzestig cent)bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde 5]geleden schade tot een bedrag van
NAf 2.808,75 (zegge: tweeduizend achthonderdacht gulden en vijfenzeventig cent)(NAf 2.228,25 aan materiele schade en NAf 580,50 aan immateriële schade) wegens geleden schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag aan [benadeelde 5] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde 5] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[benadeelde 5] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van NAf 2.808,75 (zegge: tweeduizend achthonderdacht gulden en vijfenzeventig cent) bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
38 (achtendertig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een van de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of het Land is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan het Land en dat betalingen aan het Land in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 21 februari 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De door het Gerecht als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Bij onderstaande bewijsmiddelen wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het einddossier inzake het onderzoek Project West IV.