ECLI:NL:OGEAC:2018:179

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 februari 2018
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
500.00134/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van diefstal met geweld en afpersing

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 februari 2018 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld en afpersing, gepleegd op twee verschillende data in 2016 en 2017. Tijdens de openbare terechtzittingen op 25 augustus 2017, 18 oktober 2017 en 31 januari 2018, was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M. Peelen. De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, eiste een gevangenisstraf van vier jaar voor de verdachte, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak.

De tenlastelegging omvatte onder andere het geweld tegen twee slachtoffers, waarbij de verdachte en mogelijk mededaders met een gemaskerd gezicht de woningen binnendrongen en geweld gebruikten om goederen te stelen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na beoordeling van het bewijs kwam het Gerecht tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de feiten had gepleegd. De verdachte had aanvankelijk een bekennende verklaring afgelegd, maar trok deze later in, onder verwijzing naar een bedreiging.

Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen van de overval, aangezien de bijdrage van de verdachte niet van voldoende gewicht was. De verdachte werd vrijgesproken van het onder feit 1 tenlastegelegde en de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven. Deze uitspraak werd gedaan door rechter mr. G. Edelenbos en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2018.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op
25 augustus 2017, 18 oktober 2017 en 31 januari 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M. Peelen.
De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 2 vrij te spreken en ter zake van feit 1 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 1] ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
 een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
 een autosleutel, en/of,
 een kamersleutel, en/of,
 een kluissleutel,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], binnendringen, en/of,
 het (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement te duwen van die [SLACHTOFFER 1], en/of,
 het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam mishandelen van die [SLACHTOFFER 2], en/of
 het (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
 een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
 een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
 een autosleutel, en/of,
 een kamersleutel, en/of,
 een kluissleutel,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
 die [SLACHTOFFER 1] (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement heeft/hebben geduwd, en/of,
 (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 die [SLACHTOFFER 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of
 (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd/ gemaand.
FEIT 2:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE PLAYA KALKI
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte ’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE 1], binnendringen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam te mishandelen, en/of,
 het (op een dreigende toon) naar geld te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
 een of meerdere goederen van verdachte’s gading
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE 1], is/ zijn binnen gedrongen, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (vervolgens) die [BENADEELDE 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
 (op een dreigende toon) naar geld heeft/hebben gevraagd/ gemaand.

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het onder feit 2 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, zodat de verdachte zonder nadere motivering daarvan zal worden vrijgesproken. Voorts heeft het Gerecht uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde feit heeft begaan, zodat de verdachte ook hiervan zal worden vrijgesproken.
Ter motivering daarvan dient het volgende.
Aan de verdachte is uitsluitend tenlastegelegd het medeplegen van de overval te [locatie 1]. Voor een bewezenverklaring van medeplegen is vereist dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Dit is slechts dan het geval als de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit, maar kan ook bestaan uit gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal dan moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
De verdachte heeft na in eerste instantie tweemaal een bekennende verklaring bij de politie te hebben afgelegd, zijn verklaring ingetrokken. Volgens de verdachte had hij die verklaring toen afgelegd, omdat hij door middel van een briefje, afkomstig van een onbekend gebleven persoon, met de dood werd bedreigd. Alhoewel het Gerecht geen waarde hecht aan de intrekking van de verklaring door de verdachte, nu hij de gestelde bedreiging op geen enkele manier aannemelijk heeft gemaakt, kan het Gerecht op basis van de verklaring van de verdachte niet komen tot de bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van het volgende. De verdachte heeft op 22 maart 2017 verklaard dat hij samen met de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] bij de overval betrokken is geweest. Het plan van de overval kwam van [medeverdachte 1]. Zij hebben in de bosjes staan wachten tot er iemand kwam om te kunnen beroven. Toen de medeverdachten na een poosje hadden besloten om de weg over te steken was hijzelf blijven wachten. Nadat de anderen terug waren gekomen, is hij naar zijn woning gerend. Op 28 maart 2017 heeft de verdachte verklaard dat hij “op de post heeft gestaan” en geen wapen bij zich had. Voornoemde gedragingen van de verdachte worden in beginsel met medeplichtigheid in verband gebracht. Niet is gebleken dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd bij de voorbereiding van de overval en evenmin dat er met de verdachte afspraken waren gemaakt dat en in welke mate hij zou meedelen in de buit. De bijdrage van de verdachte is daarmee niet van voldoende gewicht geweest om te kunnen spreken van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking gericht op het plegen van de overval dat dit medeplegen oplevert. De handelingen van de verdachte zijn wel te kwalificeren als medeplichtigheid. Dit is echter niet aan de verdachte tenlastegelegd. De verdachte zal daarom van het onder feit 1 tenlastegelegde worden vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij

Nu uit het onderzoek ter terechtzitting niet is komen vast te staan dat de verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, kan ook de schade die de benadeelde partij
[benadeelde 1] heeft geleden niet aan de verdachte worden toegerekend. Het Gerecht zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in die vordering niet-ontvankelijk is.

6.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 21 februari 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.