In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 11 juli 2018 uitspraak gedaan over de verlening van een bouwvergunning voor de bouw van 62 woningen te Wechi. De vergunning was eerder verleend door de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning op 1 februari 2016. De eisers, de vereniging SOSIEDAD AMIGU DI TERA en de stichting FUNDASHON DEFENSE AMBIENTAL, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij van mening waren dat de vergunning ten onrechte was verleend en dat er sprake was van mogelijke verkeersoverlast en strijdigheid met het ruimtelijk beleid.
Tijdens de zitting op 9 mei 2018 zijn de eisers vertegenwoordigd door hun gemachtigde, terwijl de minister en de vergunninghouder ook aanwezig waren. Het Gerecht heeft de argumenten van de eisers beoordeeld, waaronder de stelling dat de vergunning in strijd was met artikel 22 van de Bouw- en Woningverordening 1935. Het Gerecht concludeerde dat de door de minister en de vergunninghouder aangevoerde argumenten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren niet opgingen. De eisers hebben niet kunnen aantonen dat de vergunning in strijd was met de wetgeving, en het Gerecht oordeelde dat de minister op goede gronden had besloten de vergunning te verlenen.
Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de verlening van de bouwvergunning. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldige afweging door de minister bij het verlenen van bouwvergunningen en de rol van de rechter bij het toetsen van deze besluiten. De eisers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak hoger beroep aan te tekenen.