In deze zaak verzoekt de verzoekster, een voormalige werknemer van Master Media Management B.V., om toestemming om kosteloos te procederen, nietigverklaring van haar ontslag, doorbetaling van haar loon, betaling van cessantia en een schadevergoeding. De verzoekster was sinds 1 mei 2011 in dienst bij Master Media en ontving een salaris van NAf 2.000 bruto per maand. Na zwangerschaps- en bevallingsverlof was zij vanaf april 2017 niet meer aan het werk. Op 17 april 2017 heeft Master Media een beëindigingsvoorstel gedaan, maar de verzoekster heeft haar werkzaamheden niet hervat en heeft geen duidelijkheid gegeven over haar beschikbaarheid. Master Media heeft op 21 augustus 2017 een ontslagvergunning aangevraagd, die op 19 oktober 2017 werd geweigerd.
Het gerecht oordeelt dat de verzoekster geen recht heeft op doorbetaling van haar salaris, omdat zij na haar verlof niet beschikbaar was voor werk. De vordering tot nietigverklaring van het ontslag op staande voet wordt afgewezen, omdat er geen sprake was van een dergelijk ontslag. De verzoekster heeft ook geen recht op cessantia, omdat de arbeidsovereenkomst nog voortduurt en zij zelf heeft gekozen om niet beschikbaar te zijn voor werk. De vordering tot schadevergoeding wordt eveneens afgewezen, omdat het inkomensverlies het gevolg is van haar eigen handelen.
Het verzoek om kosteloos procederen wordt toegewezen. Het gerecht ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van de uitspraak, indien deze nog niet eerder is geëindigd, en compenseert de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen.