ECLI:NL:OGEAC:2018:164
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over huurovereenkomst en waterlevering
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, heeft eiseres, die een psychologiepraktijk uitoefent, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, de verhuurder van het appartement dat eiseres huurt. De procedure is gestart op 31 mei 2018, met een mondelinge behandeling op 20 juni 2018. Eiseres vordert dat gedaagde wordt bevolen om de waterlevering aan het gehuurde appartement aan te sluiten en aangesloten te houden, en daarnaast een dwangsom en schadevergoeding van NAf 112.773. Gedaagde heeft verweer gevoerd en er is een geschil ontstaan over de waterlevering, die door gedaagde is stopgezet.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst nog bestaat en dat voor normaal gebruik van de ruimte stromend water noodzakelijk is. Het is duidelijk dat partijen het erover eens zijn dat eiseres de kosten van watergebruik zal dragen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde moet meewerken aan de aansluiting van de waterlevering op naam van eiseres, maar heeft de vordering van eiseres om de waterlevering te continueren afgewezen, omdat dit afhankelijk is van de tijdige betaling van de rekeningen door eiseres.
De vordering tot schadevergoeding is afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de schade die hij stelt te hebben geleden. Het Gerecht heeft ook opgemerkt dat gedaagde geen eis in reconventie heeft ingesteld, ondanks dat er een document was ingediend. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 27 juni 2018.