Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
In conventie
dagloon” wijst er naar het oordeel van het gerecht op dat op de toelage slechts aanspraak bestaat naar gelang het aantal waargenomen dagen. Zou bedoeld zijn de hoogte van de toelage los te koppelen van het vereiste om gedurende een aantal werkdagen te hebben waargenomen, dan zou het immers logischer geweest zijn in artikel 4.5.5 te spreken van een toelage van 25% van het
maandsalaris van de waargenomen functie. Dit wordt duidelijker indien de hoogte van de toelage (artikel 4.5.5) moet worden bepaald in het geval niet een aaneengesloten periode van 22 werkdagen wordt waargenomen (de eerste situatie genoemd in artikel 4.5.4), maar gedurende 22 niet aaneengesloten werkdagen binnen een jaar (de tweede situatie van artikel 4.5.4). Zou in dat geval de hoogte van de toeslag gebaseerd zijn op het maandsalaris, dan zou dus aanspraak bestaan op volledige toeslag terwijl in die maand(en) slechts een gering aantal dagen is waargenomen. Die consequentie is niet logisch.