ECLI:NL:OGEAC:2018:161
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake aansprakelijkheid en exoneratieclausule in scheepsreparatieovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een geschil tussen de curator van de failliete N.V. Curaçaose Dok Maatschappij (CDM) en de Zwitserse vennootschap Navylloyd A.G. Reederei. De curator, mr. A. Huizing, heeft de vordering van Navylloyd betwist, die een schadevergoeding van USD 507.271 vorderde wegens schade aan een kraan tijdens reparatiewerkzaamheden. De werkzaamheden waren uitgevoerd op basis van een overeenkomst tussen Navylloyd en CDM, waarin een exoneratieclausule was opgenomen die de aansprakelijkheid van CDM uitsloot voor schade die voortvloeide uit de uitvoering van de werkzaamheden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 13 oktober 2015 werd een overeenkomst gesloten voor de reparatie van de kraan van het schip Algol. Tijdens de werkzaamheden op 26 oktober 2015 ontstond schade aan de kraan, die volgens Navylloyd het gevolg was van onzorgvuldig handelen door een medewerker van CDM. De curator heeft de vordering in reconventie ingetrokken en het gerecht heeft de procedure geschorst vanwege het faillissement van CDM.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de exoneratieclausule van toepassing is en dat Navylloyd geen recht heeft op schadevergoeding. De curator heeft met succes betoogd dat er geen sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van CDM. Het gerecht heeft het verstekvonnis van 22 februari 2016 vernietigd en de vorderingen van Navylloyd afgewezen, waarbij Navylloyd werd veroordeeld in de proceskosten van de curator.