ECLI:NL:OGEAC:2018:153
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Noodregeling verzekeraar Ennia ook van toepassing verklaard op tussengeschoven houdstermaatschappij
Op 6 juni 2018 heeft de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao om een noodregeling uit te spreken ten aanzien van EC Holding N.V. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van 4 juli 2017, waarbij een noodregeling was uitgesproken voor Ennia Caribe Holding N.V. en aanverwante vennootschappen. De Centrale Bank stelde vast dat zij onjuist was geïnformeerd over de organisatiestructuur van de Ennia-groep en ontdekte dat er een houdstervennootschap, EC Holding N.V., tussen Ennia Caribe Holding N.V. en de andere vennootschappen zat. De Centrale Bank verzocht om de noodregeling ook op deze houdstermaatschappij van toepassing te verklaren, met een voorlopige kostenraming van NAf 500.000.
Het Gerecht heeft het verzoek van de Centrale Bank beoordeeld en geconcludeerd dat het toewijsbaar is. De rechter heeft de eerdere overwegingen en beslissingen van de beschikking van 4 juli 2018 herhaald en ingelast, waarbij werd vastgesteld dat de noodregeling noodzakelijk is voor de herstructurering en verbetering van de solvabiliteit van het verzekeringsbedrijf van Ennia. De rechter heeft de noodregeling uitgesproken ten aanzien van EC Holding N.V. en de Centrale Bank gemachtigd om de noodzakelijke maatregelen te nemen. De kosten van de noodregeling zullen worden vastgesteld in overeenstemming met de eerdere beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.E. Sijsma en openbaar uitgesproken op 6 juli 2018 in aanwezigheid van de griffier mr. A.B. Bennett.