Uitspraak
1.Het procesverloop
- de verzoekschriften van 14 mei 2018 en 16 mei 2018, met producties;
- de behandeling ter zitting van 29 mei 2018;
- de door beide gemachtigden overgelegde pleitaantekeningen.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om een ontslag op staande voet van een baliemedewerker van het Hilton hotel. De verzoekster, CCR HOTEL MANAGEMENT N.V., heeft de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die op 7 augustus 2017 in dienst trad, op 13 december 2017 op staande voet beëindigd. De reden voor het ontslag was een financiële onregelmatigheid waarbij de verweerster een contante betaling van een gast verkeerd heeft geregistreerd. De verweerster had een kwitantie voor NAf 50 afgegeven, maar wijzigde dit bedrag later in de computer naar NAf 25 zonder dit te verantwoorden aan haar leidinggevende. Dit leidde tot een vertrouwensbreuk tussen de werkgever en de werknemer.
De verweerster heeft het ontslag betwist en verzocht om een verklaring voor recht dat het ontslag nietig is, alsook om doorbetaling van haar loon. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de werkgever voldoende redenen had voor het ontslag op staande voet, gezien de ernst van de financiële onregelmatigheid en het gebrek aan communicatie van de verweerster. De rechter heeft vastgesteld dat de verweerster op de hoogte was van de redenen voor haar ontslag en dat de werkgever niet in gebreke was gebleven in de communicatie hierover.
Het Gerecht heeft de verzoeken van de verweerster afgewezen en verklaard dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd per 13 december 2017. Daarnaast is de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbonden, mocht deze nog in stand zijn. De verweerster kreeg toestemming om kosteloos te procederen, en de proceskosten werden gecompenseerd.