In deze zaak verzoekt de werknemer, aangeduid als [verzoeker], het gerecht om te verklaren dat zijn ontslag door de werkgever, CATIS N.V., kennelijk onredelijk is. De werknemer was in dienst als technicus en werd op 15 juni 2017 geschorst na een negatieve inspectie van een reddingsvlot door een inspecteur van Viking. De werkgever stelde dat de werknemer ernstig had gefaald in zijn werkzaamheden, wat leidde tot een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer heeft zich tegen het ontslag verweerd en stelde dat de werkgever geen deugdelijk onderzoek had gedaan naar de feiten die aan het ontslag ten grondslag lagen. Het gerecht oordeelt dat de werkgever niet voldoende heeft aangetoond dat het ontslag gerechtvaardigd was en dat de werknemer niet de gelegenheid heeft gekregen om zijn visie te geven op de gang van zaken. Het gerecht concludeert dat het ontslag kennelijk onredelijk is en veroordeelt de werkgever tot betaling van een schadevergoeding van NAf 20.000, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De beschikking is gegeven door mr. Th. Veling op 8 februari 2018.