ECLI:NL:OGEAC:2018:133

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 juni 2018
Publicatiedatum
18 juni 2018
Zaaknummer
Cur201703023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsvermoeden van overlijden van sinds 2009 vermiste persoon in Curaçao

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de Verenigde Staten van Amerika, vertegenwoordigd door het Consulaat Generaal, betreffende het rechtsvermoeden van overlijden van een sinds 2009 vermiste persoon. De vermiste, een Amerikaan die in Curaçao woonde en werkte als vice-consul, is voor het laatst gezien op 24 september 2009. Na een uitgebreide zoektocht, waarbij onder andere de politie, het openbaar ministerie en de Amerikaanse Navy betrokken waren, is er geen enkel teken van leven meer van hem vernomen. De echtgenote en dochter van de vermiste hebben het verzoek van de Verenigde Staten ondersteund.

Het verzoek strekte er primair toe dat het Gerecht zou verklaren dat de vermiste op 26 september 2009 is overleden. Subsidiair werd verzocht om de vermiste op te roepen om van zijn in leven zijn te doen blijken. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vermiste sinds 26 september 2009 niet meer is gezien en dat er geen bewijs is dat hij nog in leven is. De wettelijke vereisten voor het uitspreken van een rechtsvermoeden van overlijden zijn daarmee vervuld, aangezien de vermissing meer dan vijf jaar heeft geduurd.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende omstandigheden zijn die de dood van de vermiste waarschijnlijk maken, en heeft het subsidiaire verzoek om het rechtsvermoeden van overlijden uit te spreken, toegewezen. De datum van overlijden is vastgesteld op 26 september 2009, de dag na de laatste tijding van leven. De primair gevorderde verklaring van overlijden is echter niet toewijsbaar, omdat er geen zekerheid van overlijden is. De kosten van de procedure worden ten laste van het vermogen van de vermiste gebracht. Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
BESCHIKKING
in de zaak van:
de openbare rechtspersoon UNITED STATES OF AMERICA,
door tussenkomst van het Consulate General of the United States of America, Curaçao,
verzoekster,
gemachtigde: mr. D.E. Liqui-Lung,
betreffende de vermissing van:
[NAAM VAN DE VERMISTE PERSOON],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Curaçao of daarbuiten,
hierna: de vermiste.

1.Het verloop van de procedure

Verzoekster heeft op 15 maart 2017 een verzoekschrift met bijlagen ingediend.
De echtgenote van de vermiste en de jongste dochter van de vermiste hebben het Gerecht bij brief van 20 maart 2018 respectievelijk e-mailbericht van 26 mei 2018 bericht dat zij het verzoek ondersteunen.
De zaak is behandeld op de zitting van 31 mei 2018. Aanwezig was de gemachtigde van verzoekster. De vermiste is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt er primair toe dat het Gerecht zal verklaren dat de vermiste op 26 september 2009 omstreeks 00.00 uur plaatselijke tijd te Willemstad, Curaçao, is overleden. Subsidiair verzoekt verzoekster te gelasten dat de vermiste wordt opgeroepen om van zijn in leven zijn te doen blijken, en, als daarvan niet blijkt, te verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat.

3.De beoordeling

3.1
Artikel 1:413, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat, indien het bestaan van een persoon onzeker is en de in het tweede lid aangegeven tijdruimte is verlopen, belanghebbenden de rechter in eerste aanleg kunnen verzoeken dat hij hun zal gelasten de vermiste op te roepen teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken, en dat hij, zo hiervan niet blijkt, zal verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat. Artikel 1:413 lid 2 BW bepaalt dat de in het eerste lid genoemde tijdruimte vijf jaren beloopt, te rekenen van het vertrek van de vermiste of de laatste tijding van zijn leven.
3.2
Verzoekster is, onder meer in haar hoedanigheid van werkgever van de vermiste, belanghebbende in de zin van artikel 1:413 lid 1 BW. Uit het verzoekschrift en de van de echtgenote en jongste dochter van de vermiste ontvangen berichten blijkt dat sinds 26 september 2009 geen teken van leven meer is ontvangen van de vermiste. Dit betekent dat voldaan is aan de wettelijke eis voor het uitspreken van rechtsvermoeden van overlijden dat de vermissing minstens vijf jaren duurt.
3.3
Verzoekster heeft in haar verzoekschrift en met verwijzing naar de daarbij gevoegde bijlagen gemotiveerd aangevoerd dat de vermiste moet zijn overleden. De vermiste, Amerikaan van nationaliteit, is in september 2008 met zijn gezin in Curaçao komen wonen, waar hij werkzaam was als vice-consul op het Amerikaanse consulaat. De avond van 24 september 2009 rond 23.00 uur heeft hij zijn woning te Toni Kunchi te voet verlaten. Hij maakte vaker wandelingen in de avonduren. Rond middernacht was hij in de buurt van Bapor Kibrá. Hij had nog een paar minuten telefonisch contact met zijn echtgenote. Een getuige heeft de vermiste mogelijk zien lopen op de Caracasbaaiweg tussen 2.00 en 3.00 uur. Op 25 september 2009 rond 9.00 uur heeft de echtgenote van de vermiste zijn vermissing gemeld. Die middag zijn op aanwijzing van getuigen de broek (netjes opgevouwen), de sokken en de schoenen naast elkaar aangetroffen bij een rots in de buurt van Punta Caballero, een duikplek tegenover Barbara Beach. Op de rotsen zijn bloedsporen van de vermiste gevonden die tot in zee liepen. In het water werden op een paar meter van zijn kleding zijn telefoon aangetroffen en enkele tientallen meters verderop een koksmes. Uitgebreid onderzoek naar de vermiste, onder meer door politie en openbaar ministerie, Amerikaanse en Nederlandse onderzoekers, Kustwacht, Marine en de Amerikaanse Navy, heeft geen uitsluitsel opgeleverd over wat er met de vermiste gebeurd is. Amerikaanse
profilersachtten zelfmoord niet aannemelijk. De echtgenote van de vermiste is in de Verenigde Staten veroordeeld voor het belemmeren van het onderzoek naar de vermiste, maar uit de in dit geding overgelegde stukken blijkt niet dat zij op enige wijze de hand heeft gehad in de verdwijning van de vermiste. De vermiste of zijn lichaam zijn niet gevonden. Voor zover bekend, heeft niemand ooit meer iets van hem vernomen.
3.4
Gelet op de stellingen van verzoekster en de daarbij overlegde stukken, is het Gerecht van oordeel dat sprake is van omstandigheden die de dood van de vermiste waarschijnlijk maken. Het subsidiair verzochte rechtsvermoeden van overlijden zal dan ook worden uitgesproken. Als de dag waarop de vermiste wordt vermoed te zijn overleden geldt ingevolge artikel 1:414 lid 3 BW 26 september 2009, zijnde de dag volgend op de laatste tijding van leven.
3.5
Bij gebreke van zekerheid van overlijden als bedoeld in artikel 1:426 lid 1 BW, is de primair gevorderde verklaring niet toewijsbaar.
3.6
Gelet op de omstandigheden van het geval zal worden bepaald dat de in artikel 1:418 BW genoemde verplichtingen niet zullen bestaan.

4.De beslissing

Het Gerecht:
4.1
verklaart dat rechtsvermoeden bestaat dat [naam van de vermiste persoon], geboren [datum en plaats], Verenigde Staten van Amerika, op 26 september 2009 te Curaçao is overleden;
4.2
bepaalt dat de in artikel 1:418 BW genoemde verplichtingen niet zullen bestaan;
4.3
draagt de griffier op, nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift daarvan te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van het Land Curaçao;
4.4
bepaalt dat de door verzoekster gemaakte kosten die verband houden met de onderhavige procedure op grond van artikel 1:414 lid 4 BW ten laste van het vermogen van de vermiste worden gebracht.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 14 juni 2018 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.