ECLI:NL:OGEAC:2017:9

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
8 februari 2017
Publicatiedatum
9 februari 2017
Zaaknummer
E.J. 75258 van 2015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevelschrift inzake de opbrengst van de scheepsveiling van de HSS Discovery

In deze zaak betreft het een bevelschrift ex artikel 485 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) inzake de opbrengst van de scheepsveiling van de HSS Discovery. De veiling vond plaats ten laste van Albamar C.A., gevestigd in Venezuela, en op verzoek van Global Marine Business Solutions Inc., gevestigd in Tortola, Britse Maagdeneilanden. De gemachtigde van Global Marine BVI is mr. W. Princée. Er zijn meerdere belanghebbenden betrokken, waaronder Curaçao Industrial Diving N.V. (CID), Totalmar Corporation Curaçao N.V., Marportmad Shipping & Logistics Inc., en Global Marine Business Solutions (USA) LLC, met verschillende gemachtigden zoals mr. D.E. Liqui-Lung en mr. C.A. Peterson.

Het procesverloop omvat onder andere een proces-verbaal van de staat van verdeling van 7 juni 2016, en verschillende beschikkingen tot renvooi. De rechter-commissaris heeft de vorderingen van de betrokken partijen beoordeeld, waarbij de uitwinningskosten van Global Marine BVI en Marportmad voorrang kregen boven andere vorderingen. De opbrengst van de executie, die USD 2.100.000,- bedroeg, bleek niet toereikend om alle vorderingen te voldoen. De vorderingen van verschillende belanghebbenden, waaronder maritieme vorderingen en concurrente vorderingen, werden besproken, maar de opbrengst was niet voldoende voor enige uitkering op deze vorderingen.

De staat van verdeling werd vastgesteld en de betrokken partijen hebben te kennen gegeven af te zien van tegenspraak. De rechter-commissaris heeft vervolgens beslist dat een bedrag van NAf 1.109,65 aan Marportmad moet worden betaald, en het restant van de executieopbrengst aan Global Marine BVI en Global Marine Maryland. Dit bevelschrift is gegeven door mr. P.E. de Kort en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

BEVELSCHRIFT
ex art. 485 Rv
inzake de opbrengst van de scheepsveiling van
de HSS DISCOVERY
welke veiling geschiedde ten laste van
Albamar C.A.(hierna: Albamar),
gevestigd te Venezuela, geëxecuteerde;
en ten verzoeke van
Global Marine Business Solutions Inc. (hierna: Global Marine BVI),
gevestigd te Tortola, Britse Maagdeneilanden, executante,
gemachtigde mr. W. Princée,
met als overige belanghebbenden
Curaçao Industrial Diving N.V.(hierna: CID),
gevestigd te Curaçao,
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung;
[belanghebbende 2] h.o.d.n. C4 Engineering(hierna: [belanghebbende 2]),
kantoorhoudend in Nederland,
aanvankelijk mr. A.C.A. Gonzales, thans zonder gemachtigde;
Totalmar Corporation Curaçao N.V.(hierna: Totalmar),
gevestigd te Curaçao,
gemachtigde mr. C.A. Peterson;
Marportmad Shipping & Logistics Inc.(hierna: Marportmad),
gevestigd in Panama,
gemachtigde mr. C.A. Peterson;
Global Marine Business Solutions (USA) LLC(hierna: Global Marine Maryland),
gevestigd in Maryland, Verenigde Staten,
gemachtigde mr. W. Princée;
[belanghebbende 6] h.o.d.n. Phoenix Trading Company(hierna: [belanghebbende 6]),
wonend te Curacao,
gemachtigde mr. V. P. Maria.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het proces-verbaal houdende de staat van verdeling van 7 juni 2016;
- de beschikking tot renvooi van 19 augustus 2016;
- de beschikking tot renvooi van 7 september 2016;
- het proces-verbaal van 28 december 2016, bevattende de aangepaste staat van verdeling.

2.Overwegingen

In het proces-verbaal van 28 december 2016 is bepaald dat tegenspraak openstaat tot en met 1 februari 2017. Geen tegenspraak is gedaan. Mrs. Princée, Maria en Liqui-Lung hebben de rechter-commissaris bericht dat hun cliënten afzien van tegenspraak en instemmen met de staat van verdeling van 28 december 2016. Het proces-verbaal is op 3 februari 2017 gesloten.
De staat van verdeling luidt:
a. De door Global Marine BVI gestelde uitwinningskosten van US$ 207.609,42 en US$ 4.281,04 zijn op grond van artikel 8:210 lid 1 BW boven alle andere vorderingen gerangschikt en worden geheel uit de opbrengst van USD 2.100.000,- voldaan. Datzelfde geldt voor de door Marportmad gestelde uitwinningskosten van NAf 1.109,65;
Vervolgens komen de behoudskosten van art. 8:211 sub a BW aan bod. Het gaat om bedragen van US$ 1.463,640,- voor Global Marine BVI en US$ 2.743.696,32 voor Global Marine Maryland. Deze vorderingen zijn tezamen hoger dan het restant van de executieopbrengst na voldoening van de uitwinningskosten. Dit restant dient pro rata onder Global Marine BVI en Global Marine Maryland te worden verdeeld.
Hierna komt de vorderingen van [belanghebbende 6] terzake kosten bemanningsleden (USD 129.374,54, rang art. 8:211 sub b) en terzake loods- en havengelden (USD 123.901,64, rang art. 8:211 sub d). De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vorderingen.
Hierna komen in rang de maritieme vorderingen ex art. 8:217 lid 1 sub a BW van [belanghebbende 3] ad € 99.775, van CID ad US$ 518.153,11 en van [belanghebbende 6] ad USD 304.946 en USD 161.729,56. De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vorderingen.
Ten slotte komen de concurrente vorderingen van Marportmad ad (10.688,10 minus 1.109,65 =) NAf 9.578,45, Totalmar ad US$ 1.696.500,- en [belanghebbende 6] ad USD 2.220. De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vorderingen.
Gelet op deze staat van verdeling en gelet op de betalingsinstructies die van de advocaten van Marportmad, Global Marine BVI en Global Marine Maryland zijn ontvangen, zal als volgt worden beslist.

3.Beslissing

De rechter-commissaris:
gelast het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curacao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als houder van de veilingopbrengst van de ‘HSS Discovery’ uit die opbrengst de volgende betalingen te doen:
- het bedrag van NAf 1.109,65 (althans het equivalent USD 624) aan Marportmad op de rekening van Stichting Derdengelden S&P Advocaten bij Maduro & Curiel’s Bank met rekeningnummer 130.469.408;
- het restant van de executieopbrengst, minus eventuele bankkosten, aan Global Marine BVI en Global Marine Maryland op de rekening van Stichting Derdengelden Ox & Wolf bij Maduro & Curiel’s Bank met rekeningnummer 278.879.09;
verklaart dit bevelschrift uitvoerbaar bij voorraad.
Dit bevelschrift is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter-commissaris, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2017.