Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
25% di e salario di e General Manager di ACU konforme CAO (…).
WAARNEMING VAN EEN GELIJK OF HOGER GECLASSIFICEERDE FUNCTIEonder meer het volgende:
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf 88.939,77 had moeten ontvangen. ACU volgt in haar stellingname de zienswijze van dat rapport. Volgens [eiser] had dat bedrag NAf 112.826,45 moeten zijn. Binnen het bestek van dit kort geding kan niet worden beslist welke interpretatie de juiste is. Wel is aannemelijk dat de bodemrechter in ieder geval zal toewijzen hetgeen [eiser] volgens de methode van berekening van ACU toekomt voor de waarneming. Gegevens en/of een concrete berekening van de waarnemingstoelage vanaf 1 november 2016 tot heden ontbreken. Bij het bepalen van een aan [eiser] in redelijkheid toekomend voorschot betreffende de periode vanaf 1 november 2016 tot heden neemt het Gerecht een gemiddeld maandelijks bedrag tot uitgangspunt op basis van het verleden. Gemiddeld en afgerond komt dat neer op een maandelijks bedrag van NAf 4.500,- (NAf 88.939,77 gedeeld door 20 maanden). Een voorschot van
NAf 33.750,- (7,5 maand, vanaf 1 november 2016 tot en met vonnisdatum, maal NAf 4.500,-) wordt daarom toegewezen en het meer gevorderde wordt afgewezen. Ook hier geldt dat de dwangsom niet toewijsbaar is.
5.De beslissing
Het Gerecht:
NAf 1.327,- aan [eiser] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
NAf 756,50 aan verschotten en NAf 1.500,- aan gemachtigdensalaris;