ECLI:NL:OGEAC:2017:83
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van erfpachtrecht na echtscheiding tussen partijen
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om de verdeling van het erfpachtrecht na de echtscheiding van partijen. De man en de vrouw zijn in gemeenschap van goederen gehuwd geweest en hebben een erfpachtrecht op een perceel grond te Curaçao. De man vordert dat het erfpachtrecht aan hem wordt toegedeeld en dat de vrouw meewerkt aan de overdracht. De vrouw heeft verweer gevoerd en stelt dat de man de woning in brand heeft gestoken, wat zou leiden tot schadevergoeding. Het Gerecht heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat het erfpachtrecht tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort en dat dit nog verdeeld moet worden. De man heeft een overeenkomst uit 1991 ingeroepen, maar het Gerecht oordeelt dat deze onvoldoende is onderbouwd. De vrouw heeft geen verweer gevoerd tegen de toewijzing van het erfpachtrecht aan de man. Het Gerecht heeft de vordering van de man toegewezen en de vrouw veroordeeld om binnen dertig dagen mee te werken aan de overdracht van het erfpachtrecht. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 19 juni 2017.