ECLI:NL:OGEAC:2017:70

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
3 april 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
AR 79408 / 2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en retournering van profielen in een geschil tussen Dudu Construction en Vieira Equipment NV

In deze zaak, uitgesproken op 3 april 2017 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderde eiser, Dudu Construction, betaling van NAf 25.875,- van gedaagde, Vieira Equipment NV, en het retourneren van vijf profielen. Eiser stelde dat hij werknemers ter beschikking had gesteld aan gedaagde, die ten onrechte een bedrag van NAf 22.500,- had verrekend van de laatste facturen. Gedaagde voerde verweer en stelde dat de facturen onjuiste gegevens bevatten, omdat er meer uren waren gefactureerd dan daadwerkelijk waren gewerkt. Gedaagde vorderde in reconventie betaling van NAf 22.500,- op basis van onverschuldigde betaling.

Het Gerecht oordeelde dat eiser recht had op de gevorderde betaling, omdat gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor haar verweer. De vordering tot betaling van NAf 22.500,- werd toegewezen, evenals de vordering tot retournering van de profielen, maar de vordering tot schadevergoeding werd afgewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiser. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[eiser], h.o.d.n. Dudu Construction,
wonende in Curaçao,
eiser,
gemachtigde: mr. R.E.F.A. Bijkerk,
tegen
de naamloze vennootschap
Vieira Equipment NV,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.W. Braam.
Partijen zullen hierna [eiser] en V.E. genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 24 juni 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in voorwaardelijke reconventie van V.E.;
- de aantekeningen van de comparitie na antwoord op 16 februari 2017 alwaar [eiser] en mr. Bijkerk enerzijds en [directeur], directeur van V.E., zijn echtgenote [echtgenote] en mr. Braam anderzijds zijn verschenen. Partijen hebben hun standpunten toegelicht.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.Het geschil

2.1. [
eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van V.E. tot
-betaling van NAf 25.875,- ( NAf 22.500,- hoofdsom en NAf 3.375,- buitengerechtelijke kosten), vermeerderd met wettelijke rente;
-het retourneren van vijf profielen op straffe van een dwangsom;
-betaling van NAf 25,- per dag dat V.E. weigert de profielen te retourneren;
-betaling van de proceskosten.
2.2. [
eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat hij werknemers ter beschikking heeft gesteld van V.E. en dat V.E. ten onrechte een bedrag van NAf 22.500,- heeft afgetrokken van de drie laatste facturen.
2.3.
V.E. heeft verweer gevoerd. Volgens V.E. bevatten meerdere facturen onjuiste gegevens omdat haar is gebleken dat meer uren werk in rekening zijn gebracht dan door haar waren afgenomen. Om die reden heeft V.E. een bedrag van NAf 22.500,- verrekend.
2.4.
V.E. vordert in voorwaardelijke reconventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [eiser] tot betaling van NAf 22.500,- vermeerderd met de wettelijke rente en tot betaling van de proceskosten. V.E. legt onverschuldigde betaling / ongerechtvaardigde verrijking ten grondslag aan deze vordering.
2.5. [
eiser] heeft verweer gevoerd in reconventie.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in conventie en in reconventie

Facturen

3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] mankracht ter beschikking stelde aan V.E. In de praktijk communiceerde [eiser] met Groenewoud, de voorman/uitvoerder van V.E. Groenewoud deelde telkens mee welke klussen op welke locaties verricht dienden te worden en [eiser] en de door hem ingeschakelde mannen volgden dat op. De facturen waarop de data en uren van de beschikbaar gestelde mannen stonden vermeld, werden ter goedkeuring afgetekend door Groenewoud namens V.E., waarna er door V.E. werd betaald. Vanaf medio 2015 werkten partijen op deze wijze en dit verliep tot mei 2016 zonder problemen.
3.2.
V.E. heeft naar voren gebracht dat haar op een gegeven moment is gebleken dat er op de facturen van [eiser] meer uren zijn opgevoerd dan dat V.E. heeft afgenomen. Dit is haar gebleken toen zij overzichten ontving van de Isla waarop stond welke mannen op welke uren op dat terrein hebben gewerkt. Die overzichten kwamen niet overeen met de facturen, in die zin dat op de facturen meer uren staan vermeld dan er zijn gewerkt bij de Isla. Groenewoud is ontslagen door V.E. als gevolg van bovenstaande.
3.3. [
eiser] heeft naar voren gebracht dat V.E. kennelijk een intern probleem heeft met Groenewoud, waarvoor hij, [eiser], niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Hij stelt voorts dat alle door hem gedeclareerde uren daadwerkelijk gewerkte uren betroffen. De werkzaamheden werden, op aanwijzing van Groenewoud, niet alleen op het Isla terrein uitgevoerd maar ook op andere plekken.
3.4.
Het Gerecht leidt uit de feitelijke gang van zaken af dat Groenewoud bevoegdelijk V.E. vertegenwoordigde en dat [eiser] er dus vanuit mocht gaan dat bij aftekening van de facturen, verschuldigdheid daarvan werd erkend door V.E. Daarnaast geldt dat V.E. onvoldoende heeft gesteld voor het bestaan van een opzetje tussen [eiser] en Groenewoud, zoals door V.E. voor het eerst ter zitting is opgeworpen. Tot bewijs wordt V.E. dan ook niet toegelaten.
3.5.
Een beroep op verrekening wordt gezien het bovenstaande afgewezen op grond van artikel 6: 136 BW. Ook de vordering in reconventie op grond van ongerechtvaardigde verrijking / onverschuldigde betaling wordt afgewezen omdat V.E. in dat kader onvoldoende heeft gesteld.
3.6.
Dit betekent dat de vordering voor wat betreft NAf 22.500,- voor toewijzing gereed ligt.
Profielen
3.7.
V.E. heeft erkend dat zij nog de beschikking heeft over de profielen. De vordering van [eiser] kan dan ook worden toegewezen. De vordering tot betaling van NAf 25,- per dag als schadevergoeding wordt evenwel afgewezen nu daarvoor geen grondslag is aangevoerd.
Overig
3.8.
De buitengerechtelijke kosten zullen niet worden toegewezen nu V.E. terecht heeft aangevoerd dat niet is gebleken dat [eiser] kosten heeft gemaakt, anders dan ter voorbereiding van deze zaak (artikel 63aRv).
3.9.
V.E. wordt veroordeeld in de proceskosten van [eiser] in conventie. Deze bedragen NAf 750,- en NAf 251,50 aan verschotten en NAf 2.500,- (2 punten x tarief 5) aan gemachtigdensalaris.
3.10.
Hoewel V.E. ook in reconventie de verliezende partij is, zal geen veroordeling in de proceskosten van [eiser] in reconventie volgen nu de conventie en reconventie zodanig samenhangen dat [eiser] geen afzonderlijke proceskosten heeft in reconventie.

4.De beslissing

Het Gerecht:

in conventie
- veroordeelt V.E. tot betaling aan [eiser] van een bedrag van NAf 22.500,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt V.E. tot het retourneren van de vijf profielen van [eiser] op straffe van een dwangsom van NAf 100,- per dag dat V.E. vanaf een week na betekening van het vonnis aan dit bevel niet voldoet, met een maximum van
NAf 15.000,-;
- veroordeelt V.E. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op NAf 1.001,50 aan verschotten en NAf 2.500,- aan gemachtigdensalaris,
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
- wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
- wijst het gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 april 2017.