In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 23 maart 2017 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen [X] B.V. en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, [X] B.V., had bezwaar aangetekend tegen naheffingsaanslagen in de loonbelasting voor de jaren 2002, 2003 en 2005, alsook tegen een naheffingsaanslag AOV/AWW voor het jaar 2002. De naheffingsaanslagen waren opgelegd naar aanleiding van een boekenonderzoek door het Belastingaccountantsbureau, waarbij onder andere het om niet verstrekte woongenot aan de directeur-grootaandeelhouder (DGA) en de telefoonkosten van privégesprekken als loon in natura werden aangemerkt. De Inspecteur had een bijtelling toegepast voor deze kosten, wat door de belanghebbende werd betwist. De belanghebbende stelde dat deze kosten in rekening-courant hadden moeten worden geboekt en dus niet tot het loon gerekend hadden moeten worden. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur terecht de bijtelling had toegepast en dat de kosten als loon moesten worden aangemerkt. Het beroep van de belanghebbende werd in zoverre ongegrond verklaard, met uitzondering van de naheffingsaanslag loonbelasting 2003, die gegrond werd verklaard. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder kosten in natura als loon kunnen worden aangemerkt en de gevolgen van het niet tijdig indienen van bezwaar.