ECLI:NL:OGEAC:2017:40
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake belastingaanslag en boetebeschikking
Op 5 april 2017 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij een belanghebbende in beroep was gekomen tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en een boetebeschikking. De belanghebbende had op 3 juli 2015 een aanslag ontvangen voor het jaar 2011, met een belastbaar inkomen van Naf. 33.946 en een boete van Naf. 250. Na afwijzing van haar bezwaren door de Inspecteur op 15 januari 2016, heeft de belanghebbende op 24 maart 2016 beroep ingesteld. De zaak werd behandeld op 21 februari 2017.
Het Gerecht oordeelde dat het beroep niet tijdig was ingediend, aangezien de wettelijke termijn van twee maanden na de uitspraak op bezwaar was overschreden. De belanghebbende stelde dat zij de uitspraak op bezwaar pas op 25 januari 2016 had ontvangen en dat zij ziek was, maar het Gerecht oordeelde dat deze redenen niet voldoende waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De wettelijke beroepstermijn eindigde op 15 maart 2016, en de belanghebbende had niet aannemelijk gemaakt dat zij redelijkerwijs niet in staat was om binnen de termijn van een maand beroep in te stellen.
Daarom verklaarde het Gerecht het beroep niet-ontvankelijk. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen twee maanden na de toezending van de uitspraak moet worden ingesteld. De uitspraak werd gedaan door rechter D.J. Jansen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.M.M. Faro MSc.