Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingediend op 19 oktober 2015;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie met producties van 18 april 2016;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 15 augustus 2016;
- de producties die op 17 oktober 2016 door mr. Oosterhof (kantoorgenoot van mr. Inderson voornoemd) aan het gerecht zijn bezorgd;
- de comparitie van partijen op 20 oktober 2016 alwaar mr. Oosterhof namens [eiser in conventie] en mr. Peelen namens [gedaagde in conventie] het woord hebben gevoerd, mede aan de hand van pleitnotities. Ook partijen hebben hun standpunten toegelicht.
2.De feiten
- Materiaalkosten (ong.) NAf. 8.570
- Loonkosten NAf. 9.025
- Materiaalkosten NAf. 8.000
- Loonkosten NAf. 8.490
- materiaalkosten NAf. 8800
- loonkosten NAf. 6300
- Materiaalkosten NAf. 11.200
- Loonkosten NAf. 9.600
NAf 4.500,-. Tevens is materiaal aangeschaft voor het pleisterwerk.
3.Het geschil in conventie
NAf 6.203,21.
4.De beoordeling
Materiaalkosten NAf 4.500,-
De woning is groter geworden dan afgesproken in het initiële contract. De materiaalkosten waren voorts hoger dan in de berekening van destijds.De loonkosten worden in deze zinsnede niet vermeld. Even verderop staat:
Het loon dat u hem betaalde bedroeg Naf. 4,500,-, terwijl u cliënt NAf. 9.600 verschuldigd was.Dat laatste bedrag correspondeert met het bedrag dat aan loonkosten in de begroting is opgenomen voor pleisterwerk. Over hogere loonkosten als gevolg van meerwerk wordt in de brief niets vermeld. Voorgaande heeft tot gevolg dat de vordering voor zover deze is gegrond op meerwerk niet kan worden toegewezen.
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling
7.De beslissing
NAf. 2.000,-;
NAf. 2.000,-