Uitspraak
1.[EISER SUB 1],
[EISER SUB 2],
[EISER SUB 3],
1.[gedaagde sub 1],
de gezamenlijke erfgenamen van [naam gedaagde sub 2],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, wonend in de nabijheid van Koraal Tabak, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, de gezamenlijke erfgenamen van een overleden eigenaar van het terrein. Eisers vorderen dat gedaagden worden verboden om afvalstoffen te verbranden op hun terrein, omdat dit leidt tot onrechtmatige hinder en schade door rook en stank. De eisers hebben op 30 november 2016 een verzoekschrift ingediend, waarna op 16 januari 2017 een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Tijdens deze behandeling is vastgesteld dat er regelmatig afval op het terrein wordt verbrand, wat leidt tot onderaardse brandhaarden die moeilijk te bestrijden zijn.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagden, als eigenaren van het terrein, verantwoordelijk zijn voor de zorg en het toezicht op hun terrein. Ondanks dat gedaagden hebben betoogd dat de branden door derden worden veroorzaakt, heeft het Gerecht geoordeeld dat gedaagden onvoldoende maatregelen hebben genomen om de overlast te beperken. De eisers hebben aangetoond dat zij regelmatig hinder ondervinden van de branden, die plaatsvinden in de nabijheid van hun woningen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de overlast als onrechtmatige hinder kan worden aangemerkt, gezien de aard en ernst van de hinder en de schade die hierdoor wordt veroorzaakt.
Het Gerecht heeft de vordering van eisers toegewezen en gedaagden verboden om het verbranden van afvalstoffen op hun terrein toe te laten, onder verbeurte van een dwangsom. Tevens zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 3 april 2017 door mr. I.H. Lips, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.