ECLI:NL:OGEAC:2017:33
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verkoop van een gemeenschappelijk perceel in kort geding
In deze zaak heeft eiseres, wonende in Curaçao, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, eveneens wonende in Curaçao, met als doel een aantal voorzieningen te verkrijgen met betrekking tot de verdeling van een gemeenschappelijk perceel. Eiseres verzocht het Gerecht om gedaagde te veroordelen tot het betalen van een voorschot op de verdeling van de gemeenschap van NAf 50.000,-, haar te machtigen om het gemeenschappelijke perceel te gelde te maken, en gedaagde te verbieden wijzigingen aan te brengen aan de woning onder last van een dwangsom. Eiseres stelde dat de woning nog steeds niet was verkocht, ondanks eerdere vonnissen die verkoop hadden gelast, en dat zij in financiële problemen verkeerde.
Tijdens de zitting op 7 maart 2017 heeft eiseres haar eis vermeerderd naar een voorschot van NAf 100.000,-, wat door gedaagde werd betwist. Het Gerecht oordeelde dat de eiswijziging in strijd was met de goede procesorde. Het spoedeisend belang van eiseres werd echter erkend, gezien de omstandigheden van de zaak. Het Gerecht constateerde dat partijen in 2001 waren gescheiden en dat er geen voortgang was gemaakt in de verkoop van de woning, ondanks eerdere vonnissen die dit vereisten.
Het Gerecht oordeelde dat er sprake was van een gewichtige reden om eiseres te machtigen tot verkoop van het perceel, aangezien zij al sinds 2012 rekende op de netto-opbrengst van de verkoop. Het belang van eiseres om de woning te verkopen woog zwaarder dan het belang van gedaagde om zeggenschap te behouden. De vordering tot het verbod op wijzigingen aan de woning werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat gedaagde handelingen zou verrichten die de waarde van de woning zouden schaden. Uiteindelijk werd gedaagde veroordeeld tot het betalen van een voorschot van NAf 50.000,- en werd eiseres gemachtigd om het perceel te gelde te maken, met compensatie van de proceskosten.