ECLI:NL:OGEAC:2017:276

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
31 juli 2018
Zaaknummer
555.00084/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in een strafzaak betreffende diefstal met geweld en schuldheling

In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 15 december 2017 uitspraak gedaan tegen de verdachte, geboren in 1995 en thans gedetineerd. De zaak betreft meerdere feiten van diefstal met geweld en schuldheling. Het onderzoek ter openbare terechtzitting vond plaats op 4 augustus en 24 november 2017. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van zes jaren, maar de verdediging voerde verschillende verweren aan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld op 18 november 2016 en 20 oktober 2016, waarbij geweld werd gebruikt tegen meerdere slachtoffers. De tenlastelegging omvatte ook het bezit van een vuurwapen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de getuigen en het onderzoek van de bewijsmiddelen, heeft het Gerecht geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de diefstallen had gepleegd. De verdachte werd vrijgesproken van de meeste tenlastegelegde feiten, maar werd wel schuldig bevonden aan schuldheling van een mobiele telefoon. Het Gerecht legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van voorarrest. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 augustus 2017 en
24 november 2017. De verdachte is op 24 november 2017 verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, S.B. Oosterhof, occuperend voor mr. R.S.M. Moenieralam.
De officier van justitie, mr. R.A. Koert, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 1, feit 2 primair en feit 3 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verschillende verweren gevoerd.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde 1] ter zake van het onder 2 primair tenlastegelegde feit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 18 november 2016, althans in of omstreeks de maand november 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere geldbedrag(en) en/of,
 een (gouden) halsketting,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met een gemaskerde/bedekte gezicht de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] binnentreden en/of,
 het richten en/of gericht houden van (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], en/of,
 het (vervolgens) die [slachtoffer 1] naar de grond te duwen, en/of,
 het (vervolgens) (met kracht) wegrukken van de halsketting van die [slachtoffer 1], en/of,
 het (vervolgens) uit de broekzak wegnemen van de portemonnee van die [slachtoffer 1], en/of
 het (vervolgens) met dreigende toon aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te manen/zeggen om stil te blijven anders zal hij, verdachte, gaan schieten, en/of,
en/of
dat hij op of omstreeks 18 november 2016, althans in of omstreeks de maand november 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere geldbedrag(en) en/of,
 een (gouden) halsketting,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte en/of diens medeverdachte(n),
 het (vervolgens) die [slachtoffer 1] naar de grond te duwen, en/of,
 het (vervolgens) (met kracht) wegrukken van de halsketting van die [slachtoffer 1], en/of,
 het (vervolgens) uit de broekzak wegnemen van de portemonnee van die [slachtoffer 1], en/of
 het (vervolgens) met dreigende toon aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te manen/zeggen om stil te blijven anders zal hij, verdachte, gaan schieten;
FEIT 2:
PRIMAIR:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 2]
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,
 een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,
 een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,
 een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,-,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] binnentreden en/of,
 het richten en/of gericht houden van (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], en/of,
 het (vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] naar geld en/of de sleutel van de kluis te manen/vragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,
 een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,
 een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,
 een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,-
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte en/of diens medeverdachte(n),
 met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] is/zijn binnengetreden en/of,
 (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden, en/of,
 (vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] naar geld en/of de sleutel van de kluis heeft/hebben gemaand/gevraagd,
althans, indien en voor zover het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden,
SUBSIDIAIR:
OPZET- C.Q. SCHULDHELING
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao,
 een mobiele telefoon,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
FEIT 3:
BEZIT VUURWAPEN
dat hij gedurende de periode van 20 oktober 2017 tot en met 18 november 2016, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder 1, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
Ten aanzien van feit 1 en feit 3
Gedurende de periode van oktober 2016 tot en met november 2016 werd het telefoonnummer van de medeverdachte [medeverdachte 1] getapt in verband met de te [locatie 2] en [locatie 1] gepleegde overvallen. Tijdens het afluisteren, uitwerken en analyseren van het opgenomen gegevensverkeer via voormeld telefoonnummer werd geconstateerd dat er verschillende keren belcontact is geweest met de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]. De verbalisant [verbalisant 1] heeft ten aanzien daarvan verklaard dat hij de stem van de verdachte heeft herkend als zijnde de gebruiker van voornoemde telefoonnummers, omdat de verdachte al sinds februari 2016 werd afgeluisterd door een projectteam, waarvan de verbalisant deel uitmaakte. Hiernaast hebben de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] tijdens het verhoor van de verdachte ook verklaard dat zij de stem van de verdachte hebben herkend in de tapgesprekken. Alhoewel, anders dan de raadsman heeft beweerd, voor een stemherkenning geen bijzondere kennis of kunde nodig is, is het Gerecht van oordeel dat de tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld slechts op basis van voormelde stemherkenningen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Daarbij is van belang dat de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], anders dan de verbalisant [verbalisant 1], niet hebben gerelateerd op basis waarvan zij de stem van de verdachte hebben herkend. Voorts ontbreekt naast voornoemde herkenningen door de verbalisanten enig ander bewijs in het dossier, waaruit zou moeten blijken dat de verdachte betrokken is geweest bij het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld. Dat de medeverdachte [medeverdachte 1] op 30 januari 2017 telefonisch contact met de verdachte opneemt en tegen hem zegt om tegen de man, vermoedelijk de medeverdachte [medeverdachte 2], te zeggen om zijn verklaring tegen hem in te trekken, maakt het voorgaande niet anders. Derhalve zal de verdachte worden vrijgesproken van medeplegen van diefstal met geweld, alsook het vuurwapenbezit.
Ten aanzien van feit 2 primair en feit 3
Op 20 oktober 2016 is er een gewapende overval gepleegd te [locatie 2], waarbij de daders onder meer een mobiele telefoon hebben weggenomen. Nadat met toestemming van de rechter-commissaris een tap werd aangesloten op het IMEI-nummer [IMEI-nummer], is gebleken dat de telefoon in gebruik was bij [persoon 1], de jongere broer van de medeverdachte [medeverdachte 1]. [persoon 1] wordt naar aanleiding hiervan aangehouden en verklaart reeds tijdens zijn 1ste verhoor dat hij voormelde telefoon van zijn broer heeft gekocht voor honderd gulden. [medeverdachte 1] heeft op zijn beurt verklaard dat hij de telefoon van de verdachte heeft gekregen om deze te verkopen. De verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon voor vijfenzeventig gulden van een onbekende man bij een Chinese minimarket heeft gekocht en dat hij de telefoon vervolgens aan [medeverdachte 1] heeft verkocht voor honderd gulden. Uit het voorgaande kan niet meer worden afgeleid dan dat de verdachte op enig moment een van diefstal afkomstige telefoon in handen heeft gehad. Weliswaar heeft aangever [slachtoffer 5] tijdens een nader verhoor verklaard over een verdachte witte pick-up van het merk Toyota die op de dag van de beroving voor zijn woning stond, welke pick-up blijkens een vriend van hem zou toebehoren aan een lid van de bende Army die ook de eigenaar zou zijn van een goudkleurige Lexus en is de verdachte ooit ook eigenaar geweest van een goudkleurige Lexus en heeft de aangever voorts verklaard één van de daders van de overval uit een You Tube filmpje te hebben herkend aan zijn lichaamspostuur, echter nu deze verklaringen van de aangever op geen enkele manier nader zijn onderzocht door de politie en verder naast het in bezit hebben van een van diefstal afkomstige telefoon uit niets blijkt dat de verdachte betrokken is geweest bij de gewapende overval te [locatie 2], zal de verdachte wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs voor het tenlastegelegde medeplegen van diefstal met geweld, alsook het vuurwapenbezit worden vrijgesproken.
4B. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 18 november 2016, althans in of omstreeks de maand november 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,

een of meerdere geldbedrag(en) en/of,

een (gouden) halsketting,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,

het met een gemaskerde/bedekte gezicht de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] binnentreden en/of,

het richten en/of gericht houden van (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], en/of,

het (vervolgens) die [slachtoffer 1] naar de grond te duwen, en/of,

het (vervolgens) (met kracht) wegrukken van de halsketting van die [slachtoffer 1], en/of,

het (vervolgens) uit de broekzak wegnemen van de portemonnee van die [slachtoffer 1], en/of

het (vervolgens) met dreigende toon aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te manen/zeggen om stil te blijven anders zal hij, verdachte, gaan schieten, en/of,
en/of
dat hij op of omstreeks 18 november 2016, althans in of omstreeks de maand november 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een of meerdere geldbedrag(en) en/of,

een (gouden) halsketting,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte en/of diens medeverdachte(n),

het (vervolgens) die [slachtoffer 1] naar de grond te duwen, en/of,

het (vervolgens) (met kracht) wegrukken van de halsketting van die [slachtoffer 1], en/of,

het (vervolgens) uit de broekzak wegnemen van de portemonnee van die [slachtoffer 1], en/of

het (vervolgens) met dreigende toon aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te manen/zeggen om stil te blijven anders zal hij, verdachte, gaan schieten;
FEIT 2:
PRIMAIR:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 2]
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,

een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,

een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,

een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,

een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,-,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,

het met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] binnentreden en/of,

het richten en/of gericht houden van (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], en/of,

het (vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] naar geld en/of de sleutel van de kluis te manen/vragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,

een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,

een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,

een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,-
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte en/of diens medeverdachte(n),

met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] is/zijn binnengetreden en/of,

(een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden, en/of,

(vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 4] en/of [SLACHTOFFER 5] en/of [BENADEELDE 1] naar geld en/of de sleutel van de kluis heeft/hebben gemaand/gevraagd,
althans, indien en voor zover het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden,
SUBSIDIAIR:
OPZET- C.Q. SCHULDHELING
dat hij op
of omstreeks20 oktober 2016,
althans in of omstreeks de maand oktober 2016te Curaçao,
 een mobiele telefoon,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en
/ofheeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon
wist of begreep, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het
(een
)door misdrijf verkregen goed
(eren)betrof;
FEIT 3:
BEZIT VUURWAPEN
dat hij gedurende de periode van 20 oktober 2017 tot en met 18 november 2016, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
4C. Bewijs(middel)verweer
De raadsman heeft aangevoerd dat de aangevers het in hun verklaring niet hebben gehad over het wegnemen van een mobiele telefoon van het merk Ulefone, terwijl de onder [persoon 1] inbeslaggenomen telefoon een mobiele telefoon van het merk Ulefone betrof. De verdachte heeft voorts ook duidelijk aangegeven dat de telefoon die hij aan de medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verkocht de in het dossier opgenomen telefoon van het merk Ulefone betrof, aldus de raadsman.
Het Gerecht oordeelt als volgt. De aangeefster, [slachtoffer 4] heeft het in haar aangifte over het wegnemen van een mobiele telefoon van het merk Velofone. Het Gerecht gaat echter ervan uit dat hiermee een Ulefone wordt bedoeld. Het is het Gerecht namelijk ambtshalve bekend dat het merk Velofone geen bestaand merk van een mobiele telefoon is. Het Gerecht acht het goed mogelijk dat ten tijde van de aangifte de letters “u” en “v” door elkaar zijn gehaald, dat het woord Vlefone werd gezegd en in de aangifte de fonetische benaming Velofone werd opgenomen. Gelet hierop beschouwt het Gerecht de opname van het merk Velofone in de aangifte dan ook als een kennelijke verschrijving en zal verder geen consequenties daaraan verbinden.
4D. Bewijsmiddelen
Het Gerecht komt tot bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De door het Gerecht als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Bij onderstaande bewijsmiddelen wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar de dossiers inzake het onderzoek [locatie 2] d.d. 29 maart 2017 en 26 juli 2017.
Ten aanzien van feit 2 subsidiair
Het proces-verbaal van aangifte, p. 8-12, gesloten en getekend door [verbalisant 4], brigadier van Politie bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 oktober 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de aangeefster [slachtoffer 4]:
Op 20 oktober 2016 werden wij door vier gemaskerde mannen in ons huis overvallen. Zij hebben onder meer een mobiele telefoon van het merk Velofone (
Het Gerecht begrijpt: Ulefone) weggenomen.
Het proces-verbaal PV Aanvraag bevel onderzoek van gegevens ex. art. 177 WvSv, p. 17- 19, gesloten en getekend door [verbalisant 5], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 31 oktober 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant 5]:
Op 20 oktober 2016 werd een gewapende overval gepleegd in de woning gelegen te [locatie 2]. De daders hebben een zwarte mobiele telefoon van het merk Velofoon (
Het Gerecht begrijpt: Ulefone )weggenomen
.Met toestemming van de rechter-commissaris werd in de periode van
28 oktober 2016 tot en met 25 november 2016 een tap aangesloten op het IMEI-nummer [IMEI-nummer]. Blijkens de opgenomen en uitgewerkte gesprekken zou ene [persoon 1] voornoemde telefoon met aansluitingsnummer [telefoonnummer 3] in gebruik hebben. De eerste binnengekomen telefonische oproep na het aansluiten van de tap was op 29 oktober 2016. Volgens het politiebestand zou [persoon 1] de telefoon in gebruik hebben.
Het proces-verbaal van huiszoeking te Kirindongo Abou nummer 12-C, p. 41-43, gesloten en getekend door S.A. Martis, hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 8 december 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant S.A. Martis:
Op 8 december 2016 werd in de woning van de verdachte [persoon 1] binnengetreden. Tijdens de huiszoeking werd onder het bed in de slaapkamer van de verdachte een zwarte mobiele telefoon van het merk Vlefone (
Het Gerecht begrijpt: Ulefone) aangetroffen en vervolgens in beslaggenomen.
Het proces-verbaal van onderzoek mobiele telefoon, p. 81-84, gesloten en getekend door J.L. Jongejan, wachtmeester 1e klasse der Koninklijke Marechaussee, buitengewoon Agent van Politie Curaçao, d.d. 6 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant J.L. Jongejan:
In de onder de verdachte [persoon 1] inbeslaggenomen Ulefone zat een SIM-kaart met het aansluitnummer [telefoonnummer 3].
Het proces-verbaal van 1ste verhoor (Sociaal) verdachte [PERSOON 1], p. 27-33, gesloten en getekend door [verbalisant 5], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 8 december 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte [persoon 1]:
De zwarte mobiele telefoon die tijdens de zoeking in beslag werd genomen, is de telefoon die mijn broer [medeverdachte 1] aan mij heeft verkocht voor 100 gulden. [medeverdachte 1] vertelde mij dat de telefoon van [verdachte] is.
Het proces-verbaal van fotoconfrontatie verdachte [PERSOON 1]- verdachte [verdachte], p. 61-63, gesloten en getekend door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 2], hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 14 december 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 2]:
Wij toonden de verdachte [persoon 1] een fotosheet van 10 foto’s. Op foto nummer 8 is de afbeelding van de verdachte [verdachte] te zien. [persoon 1] verklaarde als volgt: “Ik herken de man onder nummer 8 als de voor mij bekende man genaamd [verdachte]. Ik herken hem aan zijn gezicht. Hij is dezelfde [verdachte] waarover ik in mijn verklaringen sprak”.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte [MEDEVERDACHTE 1], p. 15-20, gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 6], respectievelijk hoofdagent van politie en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 5 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte [medeverdachte 1]:
Ik heb de telefoon die ik aan mijn broer heb verkocht van [verdachte] gekregen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 15-22, gesloten en getekend door [verbalisant 3], [verbalisant 6] en [verbalisant 2], respectievelijk buitengewoon agent, brigadier van politie en hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 13 februari 2017 ,voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte [verdachte]:
De telefoon die ik aan [medeverdachte 1] heb verkocht voor 100 gulden, heb ik bij een Chinese Minimarket van een onbekende man voor 75 gulden gekocht.
4E. Bewijsoverweging(en)
Ten aanzien van feit 2 subsidiair
Met toestemming van de rechter-commissaris werd naar aanleiding van de overval te [locatie 2] op 20 oktober 2016, waarbij onder meer een telefoon van het merk Ulefone is weggenomen, op het IMEI-nummer [IMEI-nummer] een tap aangesloten gedurende de periode van 28 oktober 2016 tot en met 25 november 2016. Uit de resultaten van de tap op voormeld IMEI-nummer is gebleken dat het IMEI-nummer gekoppeld was aan het aansluitingsnummer [telefoonnummer 3] toebehorende aan [persoon 1]. Naar aanleiding hiervan werd op 8 december 2016 een huiszoeking gedaan in de woning van [persoon 1]. In de Ulefone die toen onder hem in beslag werd genomen zat een simkaart met het aansluitingsnummer [telefoonnummer 3]. De eerste oproep zou op 29 oktober 2016, dus niet lang na de overval te [locatie 2], op de telefoon binnen zijn gekomen. [persoon 1] heeft verklaard dat hij die telefoon van zijn broer heeft gekocht zonder simkaart en zonder oplader. Zijn broer, de medeverdachte [medeverdachte 1], heeft verklaard dat hij de telefoon van de verdachte heeft gekregen om te verkopen. De verdachte, geconfronteerd met deze verklaringen, heeft op zijn beurt verklaard dat hij de telefoon van een onbekende man bij een Chinese Minimarket heeft gekocht en deze vervolgens aan [medeverdachte 1] heeft verkocht. De telefoon zat niet in een verpakking en had ook geen oplader. Het kopen van een telefoon bij een onbekend iemand zonder nadere vragen te stellen, terwijl de telefoon niet in een verpakking zit en ook niet voorzien is van een oplader, maken dat de verdachte zich op zijn minst schuldig heeft gemaakt aan schuldheling. Derhalve kan de tenlastegelegde schuldheling wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2 subsidiair:
schuldheling.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. Het feit is derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van een mobiele telefoon, terwijl hij op het moment van de verwerving en het voorhanden krijgen daarvan redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze mobiele telefoon een door misdrijf verkregen goed betrof. De verdachte heeft met zijn handeling bijgedragen aan de instandhouding van een afzetmarkt voor gestolen goederen hetgeen het plegen van diefstallen bevordert en schade toebrengt aan de slachtoffers. Dit wordt de verdachte aangerekend.
Oplegging van een vrijheidsbenemende straf is op grond van het voorstaande geïndiceerd.
Bij de oplegging van de straf heeft het Gerecht acht geslagen op het feit dat de verdachte niet eerder in aanraking is geweest met politie en justitie. Bij de bepaling van de duur van de straf heeft het Gerecht rekening gehouden met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten door de rechter pleegt te worden opgelegd.
Alles afwegende acht het Gerecht na te melden gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Het Gerecht heeft voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak een voegingsformulier van de benadeelde partij [benadeelde 1] ontvangen. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is hij niet aanwezig geweest. Nu de benadeelde partij zich niet conform de bij wet gestelde eisen op de terechtzitting heeft gevoegd in het geding en zich ook niet heeft laten vertegenwoordigen door een gemachtigde of een advocaat, zal het Gerecht bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in zijn vordering.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:62 en 2:399 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Bomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezen verklaarde feit het in rubriek
5genoemde strafbare feit oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens dit feit tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
zes (6) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 15 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.