ECLI:NL:OGEAC:2017:274

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
30 juli 2018
Zaaknummer
500.00339/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verkrachting en diefstal met geweld in Curaçao

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 15 december 2017 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld en verkrachting, gepleegd op 20 oktober 2016. Tijdens de openbare terechtzitting op 24 november 2017 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 9 jaren geëist, terwijl de raadsman vrijspraak bepleitte. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van mobiele telefoons, een tas met geld en persoonlijke bescheiden, en het seksueel binnendringen van het slachtoffer door geweld. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.

Na het onderzoek op de terechtzitting heeft het Gerecht geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de slachtoffers waren inconsistent en de herkenning van de verdachte door hen was twijfelachtig. Er waren geen concrete aanknopingspunten die de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten konden bevestigen. Daarom heeft het Gerecht de verdachte vrijgesproken van zowel de diefstal met geweld als de verkrachting. Tevens werd de verdachte vrijgesproken van opzet- cq schuldheling, omdat er geen bewijs was dat hij de gestolen goederen onder zich had gehad. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat hij niet aanwezig was op de zitting en zich niet had laten vertegenwoordigen. Het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E. Bokkes, occuperend voor mr. A.S.M. Blonk.
De officier van justitie, mr. R.A. Koert, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van
9 jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair tenlastegelegde feit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
FEIT 1:
PRIMAIR:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone en Blu en Blackberry), en/of,
 een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,
 een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,
 een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,-, en/of
 een notebook van het merk Samsung,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] binnentreden en/of,
 het richten en/of gericht houden van (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE], en/of,
 het (vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] naar geld en/of de sleutel van de kluis te manen/vragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,
 een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,
 een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,
 een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,- e/of,
 een notebook van het merk Samsung,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte en/of diens medeverdachte(n),
 met (een) gemaskerde/bedekte gezicht de woning en/of slaapkamer van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] is/zijn binnengetreden en/of,
 (een) vuurwapen(s), althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp, op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden, en/of,
 (vervolgens) met dreigende toon aan die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] en/of [BENADEELDE] naar geld en/of de sleutel van de kluis heeft/hebben gemaand/gevraagd,
althans, indien en voor zover het voorgaande niet tot een veroordeling zou of mocht kunnen leiden,
SUBSIDIAIR:
OPZET- C.Q. SCHULDHELING
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao,
 een of meerdere mobiele telefoon(s) (van de merk(en) Samsung en Vodafone), en/of,
 een (schouder)tas inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 50,- en/of een of meerdere persoonlijke bescheiden en/of,
 een zwarte doos inhoudende een of meerdere polshorloge(s) en/of een (gouden) ring en/of een (Pandora) armband, en/of,
 een of meerdere spaarpot(ten) inhoudende een of meerdere geldbedrag(en) van (ongeveer) NAF 190,- en/of,
 een notebook van het merk Samsung,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
FEIT 2: VERKRACHTING
dat hij op of omstreeks 20 oktober 2016, althans in of omstreeks de maand oktober 2016 te Curaçao door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [SLACHTOFFER 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [SLACHTOFFER 1], hebbende hij, verdachte,
zijn duim en/of vingers in de anus en/of vagina van die [SLACHTOFFER 1] gebracht en/of geduwd en/of gehouden, en welk geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte,(telkens) opzettelijk de boxershort van die [SLACHTOFFER 1] heeft verschoven en/of de benen van die [SLACHTOFFER 1] heeft open gespreid en/of open gehouden en/of (aldus) voor die [SLACHTOFFER 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Dit oordeel is gegrond op de volgende overwegingen.
Ten aanzien van feit 1 primair, feit 1 subsidiair en feit 2
Op 20 oktober 2016 is er een gewapende overval gepleegd te [locatie 1]. Kort na deze overval hebben de huisbewoners [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) en [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) en de persoon die op het terrein van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] in een appartement verbleef, [benadeelde], aangifte gedaan bij de politie. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben het in hun verklaring bij de politie beiden over een dader die hinkte bij het lopen dan wel ongemakkelijk liep. Hiernaast heeft [slachtoffer 1], anders dan
[slachtoffer 2], ook bij de aangifte verklaard dat zij bij voormelde dader een tatoeage op het gezicht heeft kunnen zien. Zij heeft voorts verklaard dat het deze dader is geweest die haar anus en haar vagina met zijn duim en vingers is binnengedrongen. [slachtoffer 2] heeft eerst op 25 oktober 2016, tijdens een aanvullend verhoor, over een tatoeage of een vlek op het gezicht van voormelde dader verklaard. Hiernaast heeft hij toen verklaard dat hij naar aanleiding van het signalement van de dader, namelijk het mank lopen en het hebben van een tatoeage of vlek op het gezicht, navraag heeft gedaan bij vrienden, kennissen en een ex-medewerker van de gevangenis. Blijkens zijn verklaring heeft hij jarenlang als gevangenbewaarder gewerkt en zou het gezicht van de dader hem op de een of andere manier bekend zijn voorgekomen. Aan hem werd vervolgens medegedeeld dat de dader [verdachte] moet zijn geweest. Bij een fotoconfrontatie, twee dagen later, hebben beide aangevers de verdachte op een (gedateerde) foto herkend en hebben beiden het wederom gehad over een tatoeage of vlek die hij momenteel op het gezicht zou hebben. Het Gerecht ziet in de omstandigheid dat de aangevers in eerste instantie geen van de overvallers hebben herkend, dat de naam van de verdachte naar voren is gekomen nadat er navraag werd gedaan door [slachtoffer 2] waardoor niet kan worden uitgesloten dat, nu [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte een bekende is van de buurt, de herkenning op de foto daaruit voortkomt en dat verdachte weliswaar door een ziekte moeite heeft met lopen maar op het gezicht van de verdachte geen zichtbare tatoeages dan wel vlekken zijn te constateren, voldoende aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de herkenning van de verdachte door de aangevers. Nu het dossier naast deze herkenning door de aangevers overigens geen concrete aanknopingspunten biedt op grond waarvan aangenomen zou moeten worden dat de verdachte één van de overvallers is geweest, laat staan dat hij [slachtoffer 1] zou hebben verkracht, zal de verdachte worden vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal met geweld en verkrachting. Voorts zal de verdachte van de tenlastegelegde opzet- cq schuldheling worden vrijgesproken, nu de enige link naar de verdachte de herkenning van de aangevers is en verder uit niets blijkt dat hij de van diefstal afkomstige spullen op enig moment onder zich heeft gehad.

5.Vordering benadeelde partij

Het Gerecht heeft voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak een voegingsformulier van de benadeelde partij [benadeelde] ontvangen. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is hij niet aanwezig geweest. Nu de benadeelde partij zich niet conform de bij wet gestelde eisen op de terechtzitting heeft gevoegd in het geding en zich ook niet heeft laten vertegenwoordigen door een gemachtigde of een advocaat, zal het Gerecht bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in zijn vordering.

6.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals onder de feiten 1 en 2 omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 15 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.