Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
de minister van Financiën,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaartzich
onbevoegd.
twee wekenna de dag van bekendmaking van de uitspraak. Zie artikel 80, eerste lid, van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap eiseres, gevestigd in Curaçao, op 13 juni 2017 een verzoek ingediend bij de minister van Financiën om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op een onderzoek door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Dit verzoek was gebaseerd op de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op dit verzoek, nadat zij op 28 juli 2017 een beroepschrift indiende bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.
Het Gerecht heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de CBCS als een zelfstandig bestuursorgaan moet worden beschouwd, dat onafhankelijk opereert en niet onder de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën valt. Dit betekent dat de minister geen bevoegdheid heeft om te beslissen over de openbaarmaking van documenten die zich onder de CBCS bevinden. De specifieke openbaarmakingsregeling van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (Ltbk) prevaleert boven de bepalingen van de Lob.
Aangezien de minister geen bevoegdheid heeft om te beslissen over het verzoek om openbaarmaking, heeft het Gerecht zich onbevoegd verklaard. De beslissing werd op 21 maart 2018 bekendgemaakt, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze beslissing staat verzet open binnen twee weken na de bekendmaking.