Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
Het Gerecht:
wijst afhet verzoek tot kosteloos procederen;
wijst afhet overige door [verzoekster] verzochte.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft verzoekster, een werknemer, een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin zij verzoekt om kosteloos te mogen procederen en om doorbetaling van haar loon. De verzoekster stelt dat zij ten onrechte is ontslagen en dat er geen dringende reden voor ontslag was. De verweerster, de Gouverneur, betwist dat verzoekster is ontslagen. De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoekster had een part-time arbeidsovereenkomst met de Gouverneur en heeft op 26 augustus 2016 aangegeven niet meer op het rooster te willen staan. Op 31 augustus 2016 heeft zij een verklaring ondertekend waarin zij aangeeft het dienstverband op eigen initiatief te hebben beëindigd. De rechter heeft vastgesteld dat verzoekster op basis van haar eigen verklaring en de omstandigheden van het geval, niet kan stellen dat het dienstverband nog voortduurt. De rechter heeft het verzoek tot kosteloos procederen afgewezen, evenals het verzoek om doorbetaling van het loon. De beslissing is op 1 maart 2017 openbaar uitgesproken door rechter M.W. Scholte.