ECLI:NL:OGEAC:2017:244
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Geen vast dienstverband na zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – draaideurconstructie
In deze zaak heeft de werkneemster, die gedurende een periode van vijf jaar zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd heeft gehad met haar werkgever, verzocht om het ontslag dat op 16/17 oktober 2016 is gegeven nietig te verklaren. De werkneemster stelt dat er sprake is van een ongeoorloofde draaideurconstructie, waardoor er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De werkgever heeft echter gemotiveerd verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van een dergelijke constructie.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werkneemster in de periode van 15 juli 2011 tot 15 juli 2014 en van 17 oktober 2014 tot 17 oktober 2016 voor de werkgever heeft gewerkt op basis van kortlopende arbeidsovereenkomsten. De werkneemster heeft aangevoerd dat het ontslag in strijd is met de arbeidsrechtelijke regelgeving, omdat er geen ontslagvergunning is en er geen dringende reden voor ontslag is.
Het Gerecht heeft de vraag beantwoord of de laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het Gerecht heeft deze vraag ontkennend beantwoord, omdat er niet voldaan is aan de voorwaarden van artikel 7A:1615fa BW. De werkneemster heeft niet voldoende bewijs geleverd voor haar stelling dat de werkgever de wet heeft omzeild.
De verzoeken van de werkneemster zijn afgewezen, maar het Gerecht heeft haar wel toegestaan kosteloos te procederen. De proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.