ECLI:NL:OGEAC:2017:242

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 augustus 2017
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
EJ 83066/2017
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot nietigheid ontslag op staande voet van beveiligingsmedewerker bij Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 23 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een beveiligingsmedewerker, aangeduid als verzoeker, en zijn werkgever, stichting Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Dr. David Ricardo Capriles. Verzoeker was op 10 maart 2008 in dienst getreden en werd op 16 januari 2017 op staande voet ontslagen wegens afwezigheid tijdens zijn dienst. Verzoeker heeft het ontslag betwist en verzocht om nietigheid van het ontslag, terwijl de werkgever een zelfstandig verzoek indiende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Het procesverloop begon met de indiening van een verzoekschrift door verzoeker op 16 juni 2017, gevolgd door een verweerschrift van de werkgever op 10 juli 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 juli 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat verzoeker op de avond van 13 januari 2017 zijn post had verlaten zonder toestemming, wat door de werkgever als een dringende reden voor ontslag werd beschouwd. Verzoeker stelde dat hij in een noodtoestand verkeerde, maar het Gerecht oordeelde dat hij niet had gehandeld conform de regels die voor zijn functie golden.

De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat er geen sprake was van kennelijk onredelijk ontslag. Daarnaast werd het zelfstandig verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk toegewezen, voor het geval het ontslag op staande voet in hoger beroep zou worden vernietigd. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAOBESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Curaçao,
verzoeker,
gemachtigde: mr. S.P. Osepa,
tegen
stichting
Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Dr. David Ricardo Capriles,
gevestigd te Curaçao,
verweerster,
gemachtigde: mr. L.N. Asjes.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en Capriles genoemd worden

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoekster heeft op 16 juni 2017 een verzoekschrift met producties ingediend. Verweerster heeft op 10 juli 2017 een verweerschrift met producties tevens houdend een zelfstandig verzoek ingediend. Het verzoek alsmede het zelfstandig verzoek zijn behandeld op 11 juli 2017. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden het woord gevoerd aan de hand van door hen overgelegde pleitnotities. Partijen is aangezegd dat het Gerecht een beschikking zal geven.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

In beide verzoeken

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2 [
verzoeker] is op 10 maart 2008 in dienst getreden bij verweerster als beveiligingsmedewerker tegen een bruto maandsalaris van NAf 2.041,-.
2.3
Op 16 januari 2017 is verzoeker op staande voet ontslagen wegens
afwezigheid tijdens de dienst van 13 op 14 januari 2017. Dit ontslag is bij brief van 17
januari 2017 bevestigd. Verwezen is daarbij naar eerdere disciplinaire maatregelen
jegens [verzoeker].
2.4.
Verzoeker heeft op 15 mei 2017 de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
3. Het geschil
Verzoek [verzoeker]
3.1. [
verzoeker] verzoekt dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
Primair:
  • te bepalen dat het door Capriles gegeven ontslag zoals opgenomen in de brief
  • Capriles te veroordelen om met ingang van 17 januari 2017, althans een in
  • met veroordeling van Capriles in de kosten van de procedure.
Subsidiair:
  • Te verklaren dat het aan verzoeker gegeven ontslag kennelijk onredelijk is c.q.
  • Capriles te veroordelen om verzoeker te betalen een vergoeding van NAf
  • Capriles te veroordelen in de kosten van de procedure.
Meer subsidiair:
  • Capriles te veroordelen om verzoeker een beëindigingscompensatie conform
  • met veroordeling van Capriles in de kosten van de procedure.
3.2. [
verzoeker] legt aan de vordering het volgende ten grondslag dat geen sprake is van
een dringende reden nu hij zich in een noodtoestand verkeerde.
3.3.
Capriles betwist het vorenstaande gemotiveerd en stelt dat sprake was van een
dringende reden nu [verzoeker] zijn post te Pico Plata gedurende anderhalf uur had
verlaten zonder daarvoor toestemming te vragen.
Verzoek Capriles
3.4.
Bij zelfstandig verzoek heeft Capriles het Gerecht verzocht om bij beschikking
uitvoerbaar bij voorraad om wegens gewichtige redenen in de zin van gewijzigde
omstandigheden met onmiddellijke ingang de arbeidsovereenkomst tussen Capriles
en [verzoeker] te ontbinden, zulks voor het geval dat in kracht van gewijsde in rechte vast
komt te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen na 16 januari 2017 nog bestaat, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verzoeker], met veroordeling van hem in de proceskosten.
3.5.
Capriles legt aan de vordering ten grondslag dat sprak is van gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in omstandigheden.
3.6. [
verzoeker] voert gemotiveerd verweer tegen het zelfstandig verzoek van Capriles.
In beide verzoeken
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Verzoek [verzoeker]

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het door Capriles op 16 januari 2017 gegeven ontslag op staande voet vernietigd moet worden onder veroordeling van Capriles tot doorbetaling loon.
4.2.
Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet is nodig dat sprake is van een dringende reden. Voor de werkgever worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de arbeider, die ten gevolge hebben dat van een werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de dienstbetrekking te laten voortduren. Daarnaast is nodig dat de reden voor het
ontslag onverwijld aan de wederpartij is medegedeeld. Bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag dienen alle omstandigheden van het geval, inclusief de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, in onderling verband en samenhang in aanmerking te worden genomen. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen bij de werkgever (HR 24 oktober 1986, NJ 1987,126).
4.3.
In de nacht van 13 op 14 januari 2017 had [verzoeker] dienst. Hij had zich omstreeks 23.00 uur gemeld op zijn post op de afdeling Pico Plata van Capriles. [verzoeker] stelt dat hij daar rond 23.15 uur, vanwege een diarree aanval en omdat hij de wc op de afdeling niet meer kon halen, zijn behoefte achter een boom heeft moeten doen. Hij heeft zijn uniform daarbij dusdanig vervuild dat hij een ander uniform moest aantrekken. Hij heeft zijn vriendin daarom gevraagd een nieuw uniform te brengen. Vanwege de stank en uit schaamte voor wat er was gebeurd, is [verzoeker] bij de boom gebleven in afwachting van schone kleren. Om 1.00 uur is zijn vriendin weer vertrokken, aldus [verzoeker], en heeft hij zich bij zijn leidinggevende gemeld.
4.4.
Capriles betwist het vorenstaande en stelt dat de dienst van [verzoeker] op 13 januari 2017 om 22.15 begon en dat [verzoeker] toen al te laat aanwezig was. Daarbij was hij het eerste half uur dat hij er was, onbereikbaar vanwege het feit dat hij zijn portofoon niet mee had genomen. [verzoeker] heeft zich rond 23.00 uur gemeld te Pico Plata. Hij was ingeroosterd om van 23.00 tot 01.00 uur deze post te bemannen. Capriles stelt de wachtcommandant een melding had gekregen dat [verzoeker] om 23.20 uur op een fiets is gezien buiten de kliniek. Toen de wachtcommandant na deze melding polshoogte ging nemen heeft hij geconstateerd dat [verzoeker] niet te Pico Plata was. Pico Plata is een beveiligde afdeling die geïsoleerd is en zich bevindt uit het zicht van de rest van de kliniek. Op de afdeling bevinden zich cliënten die vallen binnen een bijzondere doelgroep, namelijk zij die door de rechter gedwongen zijn geplaatst middels een vonnis onder curatele stelling of in het kader van strafrecht. Deze patiënten hebben een verhoogd kans op vluchten. Daarom geldt voor deze doelgroep dat tijdens de nachtdienst naast een verpleegkundige ook een beveiligingsmedewerker aanwezig is die pas weg mag na aflossing door een andere beveiligingsmedewerker. Capriles verwijt [verzoeker] dat hij deze post na 23.20 uur voor anderhalf uur onbemand heeft gelaten zonder toestemming van zijn wachtcommandant. Dat is in strijd met de organisatieregels en vormt ernstig plichtsverzuim, aldus Capriles. De kerntaak van de functie van [verzoeker] betreft immers het garanderen van de veiligheid van patiënten en personeel.
4.5.
Het Gerecht overweegt in dit kader als volgt. [verzoeker] heeft niet betwist dat hij gedurende anderhalf uur niet op zijn post te Pico Plata aanwezig was maar stelt dat sprake was van overmacht zoals hiervoor vermeld. Dat hij eerder tegen zijn leidinggevenden andere redenen had gegeven waarom hij niet op zijn post was, was volgens [verzoeker] het gevolg van schaamte voor (de gevolgen van) zijn diarree aanval.
4.6.
Het Gerecht volgt [verzoeker] niet in zijn beroep op overmacht. Niet alleen heeft de wachtcommandant Jamanika verklaard een melding te hebben gekregen dat [verzoeker] rond 23.20 uur buiten Capriles was op zijn fiets, maar ook dat [verzoeker] bij controle ter plaatse, nergens te bekennen was. Collega Daal heeft het vorenstaande bevestigd en verklaard dat [verzoeker] bij terugkomst rond 1.05 uur te Pico Plata een fiets bij zich had. Het Gerecht ziet, nu [verzoeker] deze niet heeft betwist, geen aanleiding om aan voornoemde verklaringen te twijfelen. Het Gerecht neemt voorts in aanmerking dat Jamanika heeft verklaard dat [verzoeker] na terugkomst niet meer op zijn benen kon staan en desgevraagd toegaf dat hij eerder die avond alcohol had gedronken. Ook neemt het Gerecht in aanmerking dat [verzoeker], toen hij bij terugkomst als reden van afwezigheid heeft verteld dat hij naar huis was geweest om geld veilig te stellen en de wachtcommandant daarop zei dat hij dit zou rapporteren, grove taal heeft uitgeslagen richting de wachtcommandant en zelfs heeft geprobeerd om hem om te kopen zodat hij geen rapport op zou maken. Dergelijk handelen en gedrag van een werknemer ligt niet voor de hand indien sprake is van overmacht in de door [verzoeker] gestelde zin. Daarbij weegt mee dat [verzoeker] zijn dienst die avond gewoon heeft afgemaakt en zich die avond niet ziek heeft gemeld. Dat [verzoeker] op 14 januari 2017 naar de huisarts is geweest en geneesmiddelen voor diarree heeft voorgeschreven gekregen, leidt niet tot een ander oordeel. Het Gerecht houdt het er derhalve voor dat geen sprake was van de door [verzoeker] gestelde overmacht en dat hij het terrein van Capriles had verlaten zonder toestemming van zijn leidinggevende.
4.7.
Door [verzoeker] is ter zitting erkend dat hij bekend is, en was. met de regels dat een beveiligingsmedewerker Pico Plata pas mag verlaten na aflossing door een andere beveiligingsmedewerker en dat in geval van bijzonderheden of calamiteiten contact met de wachtcommandant dient te worden opgenomen voor instructie en overleg. Door in strijd met deze regels van het terrein af te gaan heeft [verzoeker] de veiligheid van zowel de zorgverlener als ook van de (soms agressieve) patiënten die in de nacht opgesloten zitten, in gevaar gebracht en zich aan onaanvaardbaar en ernstig plichtsverzuim schuldig gemaakt. Capriles heeft gelet op het vorenstaande dan ook terecht kunnen concluderen tot een dringende reden voor ontslag. Van Capriles kan redelijkerwijs niet worden gevergd om de dienstbetrekking te laten voortduren. Het vorenstaande geldt te meer nu [verzoeker] had te gelden als gewaarschuwd mens door de vele waarschuwingen wegens ontoelaatbaar gedrag en de schorsing van juli 2016 waarbij hem een laatste kans was gegeven.
4.8.
Het Gerecht overweegt ten overvloede nog dat voornoemde regels meebrengen dat ook indien [verzoeker] wel zou kunnen worden gevolgd in zijn stelling dat hij niet op zijn post was vanwege diarree, meebrengen dat [verzoeker] zich aan onaanvaardbaar en ernstig plichtsverzuim heeft schuldig gemaakt. Van hem als beveiligingsmedewerker mocht worden verwacht dat hij zich conform de regels, ook in de voor hem onplezierige situatie, in contact had gesteld met zijn wachtcommandant om een oplossing voor zijn probleem te zoeken onder het gelijktijdig zeker stellen van de veiligheid van de zorgverlener en de patiënten te Pico Plata. Nu hij zulks heeft nagelaten, is ook in dit geval de conclusie dat sprake is van een dringende reden voor ontslag.
4.9.
Nu naar het oordeel van het Gerecht sprake is van een dringende reden voor het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet, die de onmiddellijke beëindiging van het dienstverband rechtvaardigt, kan geen sprake zijn van een kennelijk onredelijk ontslag, onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst dan wel verplichting tot betaling van cessantia.
Zelfstandig tegenverzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst
4.10.
Uit het vorenstaande volgt dat het Gerecht van oordeel is dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 16 januari 2017 is geëindigd met het ontslag op staande voet. Slechts voor het geval in hoger beroep het ontslag op staande voet zou worden vernietigd, en de arbeidsovereenkomst daardoor niet reeds op 16 januari 2017 is geëindigd, overweegt het Gerecht nog als volgt.
4.11.
De vraag die beantwoord moet worden is of sprake is van zodanige veranderingen in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of op korte termijn dient te worden ontbonden.
4.12.
Deze vraag wordt, onder verwijzing naar het hiervoor overwogene, bevestigend beantwoord. Genoegzaam is gebleken dat door de gedragingen c.q. handelingen van [verzoeker] sprake is van een vertrouwensbreuk. Een zinvolle en vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst behoort daardoor niet meer tot de reële mogelijkheden. Dit leidt tot de slotsom dat sprake is van veranderingen in de omstandigheden, die een gewichtige reden vormen, welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst, voor zover in kracht van gewijsde in rechte komt vast te staan dat deze niet op 16 januari 2017 is geëindigd, op korte termijn behoort te eindigen. Het Gerecht zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen per heden (voorwaardelijk) ontbinden zonder toekenning van een vergoeding, nu in het vooroverwogene ligt besloten dat die veranderingen in de omstandigheden aan [verzoeker] te wijten zijn.
4.13.
In de gewezen arbeidsrelatie ziet het Gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De Beslissing

Het Gerecht:
terzake het verzoekschrift van [verzoeker]
-
wijstde verzoeken af;

terzake het zelfstandig tegenverzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst

-
ontbindtde arbeidsovereenkomst met ingang van heden, voor zover in kracht van gewijsde in rechte komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet op 16 januari 2017 is geëindigd;
terzake het verzoekschrift van [verzoeker] en het zelfstandig tegenverzoek
-
compenseertde proceskosten in die zin dat partijen hun eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Scholte, rechter in voormeld Gerecht, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2017.