ECLI:NL:OGEAC:2017:240
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de rechtsgeldigheid daarvan in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de werknemer, die sinds 1 februari 2007 in dienst was als Master Control Operator bij de werkgever, op 24 februari 2017 een verzoekschrift ingediend na een ontslag op staande voet dat op 23 mei 2016 was gegeven. De werkgever had de werknemer ontslagen vanwege herhaaldelijk niet correct functioneren, ondanks eerdere waarschuwingen. De werknemer verzocht de rechtbank om het ontslag nietig te verklaren en om zijn loon te betalen. De werkgever voerde verweer en stelde dat er sprake was van dringende redenen voor het ontslag. Tijdens de zitting op 5 april 2017 heeft de werknemer zijn verzoek toegelicht, terwijl de werkgever de redenen voor het ontslag nader toelichtte. De rechtbank oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de werknemer herhaaldelijk was gewaarschuwd en zijn functioneren niet verbeterde. De rechtbank wees de verzoeken van de werknemer af, maar stond hem toe kosteloos te procederen. Daarnaast ontbond de rechtbank de arbeidsovereenkomst per 20 mei 2017, indien het ontslag op staande voet niet in kracht van gewijsde zou komen vast te staan. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.