2.2.De Duurtetoeslagregeling gepensioneerden 1943 (PB 1943, no. 77) luidt, voor zover van belang, als volgt:
1. Aan de gepensioneerden en weduwen, weduwnaars en wezen, die pensioen genieten ten laste van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, wordt een tijdelijke duurtetoeslag op hun pensioen toegekend, zodanig dat het pensioeninkomen bij 30 of minder voor pensioen geldige dienstjaren het produkt is van:
a. de middelsom van het actieve inkomen, en
b. het percentage dat wordt verkregen door optelling van:
1. het percentage, vermeld in de tabel bij het van toepassing zijnde aantal voor pensioen meetellende dienstjaren, en
2. het percentage, vermeld in de tabel bij het van toepassing zijnde aantal voor pensioen meetellende resterende maanden, verschillend voor degenen met minder dan 20 voor pensioen geldige dienstjaren en voor degenen met meer dan 20 voor pensioen geldige dienstjaren.
1. De duurtetoeslag wordt bij beschikking van den Gouverneur vastgesteld en tegelijk met de inkomsten, waarover hij is berekend, uitbetaald.
2. De jaarlijks aan de gepensioneerden uitgekeerde duurtetoeslagen en kindertoelagen komen ten behoeve van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen ten laste van de geldmiddelen van de Nederlandse Antillen, de eilandgebieden en de krachtens artikel 2, derde lid, van de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 aangewezen rechtspersonen. De bedragen zijn, onderscheiden per gepensioneerde, verschuldigd door het lichaam dat als laatste aan de desbetreffende gepensioneerde ontslag heeft verleend uit een betrekking, waarvan de tijd gedurende welke deze betrekking bestond, als diensttijd in aanmerking kwam.