Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
exclusief omzetbelasting zijnde het maandelijkse honorarium over de gefixeerde
opzegtermijn van 11 maanden, wegens het niet in acht nemen van een redelijke
opzegtermijn bij de opzegging van de duurovereenkomst ter beveiliging van Kranshi,
alsmede het Land te veroordelen tot betaling van NAf 52.415,00 exclusief omzetbelasting
wegens de opzegging van de overeenkomst strekkende tot beveiliging van Bureau
Rijbewijzen, te vermeerderen met rente vanaf 13 december 2013 en voorts het Land te
veroordelen tot voldoening van aanvullende schadevergoeding wegens investeringskosten
ten bedrage van NAf 23.400,00 exclusief omzetbelasting, NAf 29.904,21 aan
afvloeikosten, NAf 4.800,00 exclusief omzetbelasting aan uniformkosten en NAf
11.288,64 exclusief omzetbelasting aan radiokosten, vermeerderd met de wettelijke rente
vanaf 13 december 2013 en voorts telkens vermeerderd met de verschuldigde
omzetbelasting;
overeenkomst ter zake Kranshi in augustus 2013 rechtsgeldig is geschied, het Land te
veroordelen tot betaling van het honorarium van zes additionele maanden, ofwel NAf
96.960,00 exclusief omzetbelasting en tevens het Land te veroordelen tot betaling van
NAf 52.415,00 exclusief omzetbelasting wegens de opzegging van de overeenkomst
strekkende tot beveiliging van Bureau Rijbewijzen, dan wel - voor het geval het Gerecht
van oordeel is dat er een opzegtermijn geldt van drie maanden - het Land te veroordelen
tot betaling van NAf 14.295,00 exclusief omzetbelasting en voorts het Land te
veroordelen tot voldoening van aanvullende schadevergoeding wegens investeringskosten
ten bedrage van NAf 23.400,00 exclusief omzetbelasting, NAf 29.904,21 aan
afvloeikosten, NAf 4.800,00 exclusief omzetbelasting aan uniformkosten en NAf
11.288,64 exclusief omzetbelasting aan radiokosten, het voormelde vermeerderd met de
wettelijke rente vanaf 13 december 2013 en voorts telkens de verschuldigde
omzetbelasting.
dat CSS naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt gecompenseerd voor het
wegvallen van haar omzet en de gemaakte investeringskosten, afvloeikosten,
uniformkosten en radiokosten als gevolg van het ontbreken van een redelijke
opzegtermijn.
begrepen het salaris van de gemachtigde, onder de bepaling dat - indien betaling uitblijft -
over de toegewezen proceskosten wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf veertien
dagen na de datum van vonniswijzing.