Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het Geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
Het Gerecht:
verklaart[eiseres]
niet ontvankelijkin de vordering sub a;
wijst afhet meer of anders gevorderde.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres, wonende te Curaçao, een kort geding aangespannen tegen de stichting Fundashon Kas Popular (FKP) met betrekking tot haar recht op een sociale huurwoning. Eiseres staat sinds 2006 ingeschreven op de wachtlijst van FKP en heeft op 31 oktober 2017 een verzoekschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 november 2017. Eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat FKP tekort is geschoten in haar zorgplicht en verzocht om toewijzing van een woning of plaatsing in een verzorgingshuis, uiterlijk voor 1 januari 2018.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres niet ontvankelijk is. De rechter merkte op dat een kort geding niet bedoeld is om de rechtspositie van partijen vast te stellen, maar enkel voor het treffen van een ordemaatregel in spoedeisende situaties. De vordering van eiseres om te verklaren dat FKP tekort is geschoten in haar zorgplicht kan daarom niet in kort geding worden behandeld. Daarnaast heeft het Gerecht vastgesteld dat FKP voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de toewijzing van een woning afhankelijk is van het aantal punten dat een woningzoekende heeft. Eiseres heeft niet voldoende punten om op korte termijn in aanmerking te komen voor een woning.
Het Gerecht heeft de vordering van eiseres afgewezen en verklaarde haar niet ontvankelijk in de vordering om kosteloos te procederen. De beslissing werd op 6 december 2017 openbaar uitgesproken door rechter M.W. Scholte.