ECLI:NL:OGEAC:2017:192
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Internationale bevoegdheid en aanwezigheid van vermogensbestanddelen in kort geding
In deze zaak, PHANTON TRADE SP Z.O.O. tegen OUTERNATIONAL LIMITED, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een kort geding. PHANTON TRADE, een vennootschap naar Pools recht, heeft een vordering ingesteld tegen OUTERNATIONAL LIMITED, een vennootschap naar Brits recht, die niet is verschenen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 oktober 2017 is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 december 2017.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de oproeping van OUTERNATIONAL niet aan de geldende voorschriften voldeed, waardoor verstek niet kon worden verleend. Desondanks heeft het Gerecht geen aanleiding gezien om verder onderzoek te doen naar de oproeping, omdat de vordering van PHANTON TRADE niet voor toewijzing in aanmerking kwam. Het Gerecht heeft ambtshalve zijn internationale bevoegdheid onderzocht, gezien de woonplaats van beide partijen.
Het Curaçaose recht kent geen expliciete regels voor internationale bevoegdheid. Het Gerecht heeft de regel ‘distributie bepaalt attributie’ toegepast, maar kwam tot de conclusie dat geen van de wettelijke regels inzake relatieve bevoegdheid leidde tot internationale bevoegdheid. PHANTON TRADE's argument dat de aanwezigheid van vermogensbestanddelen op Curaçao voldoende zou zijn voor internationale bevoegdheid werd verworpen. Ook het beroep op artikel 103b Rv werd afgewezen, omdat dit niet analoog kan worden toegepast voor internationale bevoegdheid.
Uiteindelijk heeft het Gerecht zich onbevoegd verklaard om de vordering van PHANTON TRADE te behandelen, zonder een beslissing over proceskosten te nemen, aangezien OUTERNATIONAL niet was verschenen.