Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
NAf 93.602,03 +
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres, Medicare Curaçao N.V., op 6 juni 2017 een verzoekschrift ingediend in kort geding tegen gedaagde, Stichting Sint Elisabeth Ziekenhuis, met betrekking tot onbetaalde facturen voor geleverde geneeskundige middelen. Het kort geding is behandeld op 26 september 2017, waarbij alleen de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren om de zaak te bepleiten. De vordering betreft een totaalbedrag van NAf 374.129,46, vermeerderd met contractuele rente en incassokosten. Gedaagde heeft de vordering grotendeels erkend, maar betwist de verschuldigdheid van de facturen over augustus 2017, omdat er een betalingstermijn van 60 dagen zou zijn afgesproken.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres voldoende spoedeisend belang heeft bij de vordering, gezien de financiële situatie waarin zij verkeert door het uitblijven van betaling. De rechter heeft vastgesteld dat de hoofdvordering voldoende spoedeisend is om in kort geding te worden beoordeeld, en dat de nevenvorderingen ook in dit geding kunnen worden behandeld. De rechter heeft de wettelijke rente over de factuurbedragen toegewezen, te rekenen vanaf het verzuim, dat optreedt na de betalingstermijn van 60 dagen.
In de beslissing heeft het Gerecht gedaagde veroordeeld tot betaling van de facturen over april, juni en juli 2017, alsook de facturen over augustus 2017, onder de voorwaarde dat de betalingstermijn van 60 dagen is verstreken. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op NAf 9.357,95. Het vonnis is uitgesproken op 3 oktober 2017 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.