In deze zaak vordert de naamloze vennootschap GIROBANK N.V. (hierna: de bank) hoofdelijke veroordeling van CURAÇAO REAL ESTATE DEVELOPMENT N.V. (CRED) en [verweerder sub 2] tot betaling van een bedrag van NAf 454.938,91, vermeerderd met rente en kosten. De vordering is gebaseerd op borgtochten die zijn afgesloten door CRED en [verweerder sub 2] voor de schulden van Intermosaicos N.V. (Intertiles), die inmiddels is geliquideerd. De bank heeft diverse financiële faciliteiten aan Intertiles verstrekt, maar de terugbetaling is uitgebleven. De borgtochten zijn opgemaakt in 2009 en 2011, waarbij [verweerder sub 2] en CRED zich als borg hebben verbonden voor de schulden van Intertiles.
CRED en [verweerder sub 2] hebben verweer gevoerd tegen de vordering, onder andere door te stellen dat de bank niet ontvankelijk is in haar vordering omdat zij CRED c.s. prematuur in rechte heeft betrokken. Dit verweer is door het gerecht verworpen. Daarnaast hebben CRED c.s. zich beroepen op de vernietigbaarheid van de borgtochten, maar ook dit verweer is afgewezen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de bank voldoende inspanningen heeft geleverd om betaling van Intertiles te verkrijgen en dat er geen sprake is van misbruik van omstandigheden.
Het gerecht heeft een comparitie van partijen gelast om verdere toelichting te krijgen op de geschilpunten, waaronder de vraag of er een algehele regeling is getroffen tussen de bank en Intertiles. De bank heeft betoogd dat de opbrengst van de verkoop van een appartement van CRED niet voldoende zal zijn om de schulden van Intertiles en CRED te dekken. De comparitie zal ook worden benut om een minnelijke regeling te beproeven. De beslissing is aangehouden in afwachting van de bespreking ter comparitie.