In deze zaak heeft FBTT Travel B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, wonende in Nederland, met betrekking tot een huurovereenkomst voor een villa en een appartement in Vista Royal, Curaçao. De huurovereenkomst, gesloten op 31 mei 2017, voorzag in een huurperiode van 1 juni 2017 tot en met 30 mei 2018. FBTT heeft op 1 juni 2017 een bedrag van NAf 66.500,- betaald, maar heeft tot op heden alleen toegang tot het appartement en niet tot de villa. FBTT vordert in kort geding dat de gedaagde alle sleutels van het gehuurde overhandigt, een bedrag van NAf 17.500,- terugbetaalt, en dat de gedaagde het gehuurde niet zonder toestemming betreedt. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat FBTT de wederpartij is.
De rechter heeft geoordeeld dat FBTT recht heeft op de sleutels van de villa, aangezien de gedaagde niet heeft voldaan aan de huurovereenkomst door de villa niet ter beschikking te stellen. De vordering tot betaling van NAf 17.500,- is afgewezen, maar de rechter heeft wel een bedrag van NAf 2.500,- toegewezen als voorschot. Het verzoek om een verbod op het betreden van het gehuurde is afgewezen, evenals het verzoek om de tv box te retourneren. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot het betalen van proceskosten en heeft een dwangsom verbonden aan de bevelen tot afgifte van de sleutels en het verwijderen van de camera.
Het vonnis is uitgesproken op 9 november 2017 door mr. S.E. Sijsma, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is uitvoerbaar bij voorraad.