Op 1 november 2017 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen X N.V. en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2012 en een verzuimboete die aan X N.V. was opgelegd. De Inspecteur had op 27 juni 2014 een naheffingsaanslag van Naf. 6.000 en een verzuimboete van Naf. 300 opgelegd, omdat belanghebbende geen aangifte had gedaan. X N.V. stelde dat zij niet belastingplichtig was en dat de aanslag en boete vernietigd moesten worden, omdat zij op basis van informatie van de belastingdienst had aangenomen dat haar belastingplicht op 16 december 2011 was geëindigd.
Tijdens de zitting op 15 september 2017 was de Inspecteur vertegenwoordigd, maar X N.V. was niet verschenen. Het Gerecht oordeelde dat X N.V. op basis van het uittreksel van de belastingdienst mocht vertrouwen op het einde van de belastingplicht. Het Gerecht concludeerde dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld (AVAS) en dat de verzuimboete niet terecht was opgelegd. De naheffingsaanslag werd eveneens vernietigd, omdat de Inspecteur had aangegeven dat er geen belastingplicht bestond. Het beroep van X N.V. werd gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar werden vernietigd, en de naheffingsaanslag werd verminderd naar nihil. Tevens werd de Inspecteur gelast om het betaalde griffierecht van Naf. 150 aan X N.V. te vergoeden.