ECLI:NL:OGEAC:2017:153

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
6 oktober 2017
Publicatiedatum
23 oktober 2017
Zaaknummer
KG 83438 van 2017
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over loonvordering en ontslag van een chefkok

In deze zaak heeft eiseres, een chefkok bij Crish Ocean Delight B.V., een kort geding aangespannen tegen haar werkgever vanwege een geschil over haar ontslag en loonvordering. Eiseres was sinds maart 2016 in dienst en ontving op 6 mei 2017 een bericht dat zij niet meer hoefde te komen werken. Eiseres heeft het ontslag betwist en vordert betaling van haar loon vanaf mei 2017 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met vertragingsrente en wettelijke rente. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 oktober 2017, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van de vordering niet betwist is en dat er voldoende aannemelijk is dat het ontslag nietig zal worden verklaard in een bodemprocedure. Crish Ocean Delight heeft geen verweer gevoerd tegen de stelling dat er geen dringende reden voor ontslag was. Het Gerecht heeft de vordering tot doorbetaling van loon beperkt tot 30 november 2017, met de verwachting dat de arbeidsovereenkomst binnen deze periode rechtsgeldig zal eindigen. Daarnaast is de vertragingsrente vastgesteld op 10%.

Het Gerecht heeft Crish Ocean Delight veroordeeld tot betaling van het loon van eiseres voor de periode van 1 mei 2017 tot en met 30 november 2017, vermeerderd met rente, en in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 6 oktober 2017 door mr. S.E. Sijsma, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
[eiseres],
wonende in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.M. Bloem,
--tegen--
de besloten vennootschap
Crish Ocean Delight B.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. F. Pais-Fruchter.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Crish Ocean Delight genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[eiseres] heeft op 7 augustus 2017 een verzoekschrift met producties ingediend. Vervolgens heeft op 5 oktober 2017 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij zijn verschenen aan de zijde van eiseres [eiseres] en mr. Bloem en aan de zijde van gedaagde [naam], directrice van Crish Ocean Delight, en mr. Pais-Fruchter. Partijen hebben het woord gevoerd, mr. Pais-Fruchter mede aan de hand van haar verweerschrift.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] was sinds maart 2016 in dienst als chefkok bij Crish Ocean Delight tegen een maandelijks netto salaris van NAf. 2.300,-.
2.2.
Op 6 mei 2017 ontving [eiseres] een whatsapp bericht van [naam] waarin stond dat ze niet meer hoefde te komen werken.
2.3.
[eiseres] heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen bij brief van 10 mei 2017.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat het Gerecht, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- haar zal toestaan kosteloos te procederen;
- haar loon vanaf mei 2017 zal betalen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, vermeerderd met vertragingsrente en wettelijke rente. Tevens verzoekt [eiseres] om veroordeling van Crish Ocean Delight in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij op staande voet is ontslagen terwijl er geen dringende reden was.
3.3.
Van de zijde van Crish Ocean Delight is aangevoerd dat de onderneming in praktische zin heeft opgehouden te bestaan vanaf eind augustus 2017 en thans niet meer over enige middelen beschikt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vordering is niet betwist en volgt uit de stellingen van [eiseres].
4.2.
Beoordeeld moet worden of voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure de rechter zal oordelen dat sprake is van een terecht gegeven ontslag. Daarvoor is noodzakelijk dat voldoende aannemelijk is dat er sprake is van een dringende reden ingevolge artikel 7A: 1615o BW.
4.3.
Crish Ocean Delight heeft geen verweer gevoerd tegen de stelling dat een dringende reden voor ontslag ontbrak, zodat voldoende aannemelijk is dat het ontslag nietig zal worden verklaard in een bodemprocedure.
4.4.
Het betoog van Crish Ocean Delight dat zij feitelijk niet meer bestaat en evenmin over middelen beschikt doet aan voorgaande niets af. Voorts geldt dat niet is gesteld of gebleken dat Crish Ocean Delight daadwerkelijk is ontbonden/vereffend. Voorgaande betekent dat de vordering in beginsel toewijsbaar is tegen Crish Ocean Delight.
4.5.
De vordering tot doorbetaling van loon zal worden begrensd in die zin dat deze verplichting eindigt per 30 november 2017. Het is immers aannemelijk dat binnen de periode van ongeveer 2 maanden de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen. Het ligt in de lijn der verwachting dat [eiseres] in de nabije toekomst werk zal kunnen vinden en/of dat Crish Ocean Delight de arbeidsovereenkomst binnen nu en twee maanden zal hebben beëindigd. Dit laatste leidt het Gerecht mede af uit de stellingname van Crish Ocean Delight ter zitting dat de directrice zich nu pas realiseert - nadat zij zich had gewend tot de gemachtigde - dat de arbeidsovereenkomst met [eiseres] op rechtsgeldige wijze beëindigd dient te worden.
4.6.
In de door Crish Ocean Delight geschetste omstandigheden ziet het Gerecht aanleiding om de vertragingsrente te beperken tot 10%.
4.7.
Crish Ocean Delight zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op NAf. 50,- aan verschotten en NAf. 1.000,- aan gemachtigdensalaris. De gevorderde nakosten worden eveneens toegewezen zoals hierna vermeld.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:
5.1.
staat [eiseres] toe kosteloos te procederen;
5.2.
veroordeelt Crish Ocean Delight tot betaling van het loon van [eiseres] vanaf 1 mei 2017 tot en met 30 november 2017, vermeerderd met vertragingsrente van 10% conform artikel 1614q BW en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt Crish Ocean Delight in de proceskosten, aan de zijde van de [eiseres] tot op heden begroot op NAf. 1.000,- aan gemachtigdensalaris en aan nakosten NAf. 250,- zonder betekening en NAf. 400,- in geval van betekening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. S.E. Sijsma, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2017.