ECLI:NL:OGEAC:2017:149
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst in kort geding
In deze zaak, die op 6 oktober 2017 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een kort geding waarin [eiser/verweerder] een verzoek heeft ingediend tegen de besloten vennootschap JDR Supplies & Services B.V. (hierna: JDR) naar aanleiding van een ontslag op staande voet. [Eiser/verweerder] was sinds 2 september 2011 in dienst bij JDR als Plant Mechanic/Pipe Fabricator en werd op 16 augustus 2017 geschorst door Isla, de opdrachtgever van JDR, vanwege vermeende diefstal en het geven van valse verklaringen. JDR heeft [eiser/verweerder] op 22 augustus 2017 op staande voet ontslagen, wat [eiser/verweerder] betwistte en aanvoerde dat het ontslag niet rechtsgeldig was.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 september 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. [Eiser/verweerder] vorderde doorbetaling van zijn loon over de periode van 16 augustus tot 23 augustus 2017 en verzocht om het ontslag op staande voet nietig te verklaren. JDR verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewijzigde omstandigheden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende redenen waren voor het ontslag op staande voet, gezien de omstandigheden en het bewijs dat [eiser/verweerder] betrokken was bij de diefstal van koper.
Het Gerecht oordeelde dat JDR terecht had besloten tot ontslag op staande voet en dat er gewichtige redenen waren voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek van [eiser/verweerder] tot doorbetaling van het loon werd gedeeltelijk toegewezen, terwijl het verzoek van JDR tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.