In deze zaak heeft P.B.C. Operating N.V., een hotel gevestigd in Curaçao, op 6 juni 2017 een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst met [verweerster], een verpleegster die sinds 16 december 2002 in dienst is, te ontbinden. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 september 2017. PBC verzocht het Gerecht om het ontslagverzoek alsnog rechtmatig te verklaren en de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen. PBC stelde dat de arbeidsverhouding verstoord was door klachten van collega's en gasten, en dat [verweerster] vaak niet op haar post aanwezig zou zijn.
Het Gerecht heeft de argumenten van PBC beoordeeld en geconcludeerd dat er geen grondslag is voor het verzoek om het ontslag rechtmatig te verklaren. De door PBC aangevoerde klachten werden als onvoldoende zwaarwegend beschouwd, vooral omdat PBC niet had aangetoond dat deze klachten met [verweerster] waren besproken. Ook de stelling dat [verweerster] vaak niet op haar post aanwezig zou zijn, werd door haar bestreden en niet onderbouwd door PBC.
Het Gerecht oordeelde dat er geen sprake was van een verandering in de omstandigheden die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. Het verzoek van PBC werd afgewezen, en PBC werd veroordeeld in de proceskosten van [verweerster]. Tevens werd [verweerster] toestemming verleend om kosteloos te procederen. De beschikking werd uitgesproken door mr. S.E. Sijsma op 5 oktober 2017.