In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan over het beroep van belanghebbende, X, tegen de Inspecteur der Belastingen. Het beroep was niet ontvankelijk omdat het gericht was tegen beschikkingen die niet voor beroep vatbaar waren. Belanghebbende had geen bezwaar aangetekend tegen de navorderingsaanslagen en boetes, maar was rechtstreeks in beroep gekomen bij het Gerecht. Het Gerecht overwoog dat het beroepschrift eigenlijk als bezwaarschrift naar de Inspecteur had moeten worden doorgestuurd, maar dit niet deed omdat de Inspecteur de bezwaren wegens termijnoverschrijding niet ontvankelijk zou verklaren. Ondanks de niet-ontvankelijkheid van het beroep, oordeelde het Gerecht dat de Inspecteur het griffierecht dat door belanghebbende was betaald, moest vergoeden. Dit omdat de Inspecteur door het opnemen van een rechtsmiddelenverwijzing in de niet voor beroep vatbare beschikkingen, bij belanghebbende de indruk had gewekt dat beroep mogelijk was. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures bij belastingzaken en de gevolgen van onjuiste informatieverstrekking door de belastingautoriteiten.