ECLI:NL:OGEAC:2017:109
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen premie AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ voor het jaar 2014
In deze zaak gaat het om een beroep van een belanghebbende tegen aanslagen voor de premies AOV/AWW, AVBZ en BVZ voor het jaar 2014. De belanghebbende, die in 2014 ingezetene was van Curaçao, ontving een pre-pensioenuitkering van het ABP uit Nederland. De Inspecteur der Belastingen had aanslagen opgelegd op basis van deze uitkering, die als premie-inkomen werd beschouwd. De belanghebbende kwam in bezwaar tegen de aanslagen, maar deze werden gehandhaafd door de Inspecteur. Vervolgens ging hij in beroep. Tijdens de zitting op 24 april 2017 was de belanghebbende niet aanwezig, maar de Inspecteur was vertegenwoordigd.
De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende terecht was aangeslagen voor de premies, aangezien hij premieplichtig was in Curaçao. De rechtbank bevestigde dat het ABP-prepensioen tot het premie-inkomen behoort en dat de berekening van de aanslagen correct was uitgevoerd. De belanghebbende voerde aan dat de aanslagen niet duidelijk waren en dat de AOV-premie te hoog was, maar de rechtbank oordeelde dat de Inspecteur de wettelijke regels correct had toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenvergoedingen af.
De uitspraak werd gedaan door mr. drs. M.M. de Werd en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2017. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen twee maanden na de toezending van de uitspraak kan worden ingesteld.