Uitspraak
1.1. Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift (met producties) van 16 december 2015;
- de conclusie van antwoord (met producties);
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Eiser is de vader (en als zodanig (mede) met het gezag belaste ouder) van [zoon] (hierna: [zoon]), geboren op [geboortedatum] geboortejaar.
- In februari 2014 is, na medisch onderzoek in Curaçao, bij [zoon] een tumor in het hoofd ontdekt.
- Door de behandelend neuroloog is vervolgens een verzoek bij de SVB ingediend voor medische uitzending van [zoon] naar Nederland.
- Na verkregen toestemming van de SVB is [zoon] met eiser in februari 2014 naar Nederland afgereisd.
- In Nederland (het Universitair Medisch Centrum Groningen, hierna: UMCG) is vastgesteld dat [zoon] een kwaadaardige tumor in de hersenstam (ponsglioom) heeft. Ná deze diagnose heeft [zoon] in de periode eind februari 2014 tot en met begin april 2014 diverse bestralingssessies ondergaan.
- In juli 2014 is eiser met [zoon] opnieuw naar Nederland afgereisd, deze keer voor controle alsmede nader onderzoek en diverse testen.
- De behandelend specialist in het UMCG heeft [zoon], na overleg met eiser, doorverwezen naar het Vrije Universiteit Medisch Centrum te Amsterdam (hierna: VUMC) voor een zogenaamde studiebehandeling aldaar.
- Op 12 augustus 2014 heeft eiser kennis genomen van het volgende e-mailbericht van 11 augustus 2014 van dr. Braam, aan hem doorgestuurd door de vertegenwoordiger van de SVB in Nederland:
- Eiser heeft zich vervolgens tot het Prinses Wilhelminafonds gewend met verzoek te bemiddelen teneinde de SVB te bewegen toch de kosten van de studiebehandeling in het VUMC te vergoeden.
- Na het negatief antwoord van de SVB heeft eiser besloten om samen met [zoon] Curaçao te verlaten. Eiser is met [zoon] naar Nederland vertrokken. Na vestiging in Nederland was [zoon] in Nederland verzekerd en kon de studiebehandeling in het VUMC aanvangen.
- Bij brief van 22 oktober 2014 heeft de voormalige (Nederlandse) advocaat van eiser de SVB als volgt aansprakelijk gesteld:
- de SVB onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser door in strijd met de wet te beslissen om de kosten van behandeling van [zoon] in het VUMC niet voor haar rekening te nemen;
- de SVB onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser doordat voornoemde beslissing onzorgvuldig tot stand is gekomen.
“De verzekerde heeft aanspraak op de volgende verstrekkingen: medische uitzendingen voor zorg die hier te lande niet verleend wordt.”Voor zover verder thans van belang is in artikel 3.2 van de Landsverordening het volgende bepaald:
“Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt de aard van de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, geregeld en kunnen aan het tot gelding brengen van de aanspraken voorwaarden worden gesteld.”In het Landsbesluit verstrekkingen basisverzekering ziektekosten (PB 2013, nr. 6), hierna: het Landsbesluit, is in artikel 11, lid 1 het volgende bepaald:
“Onder medische uitzending wordt verstaan: uitzending voor medisch onderzoek of behandeling van een verzekerde naar een medisch centrum of een medisch specialist in het buitenland, op verwijzing van een medisch specialist.”Niet in geschil is tussen partijen dat [zoon] voor de bij hem geconstateerde hersenstamtumor geen medische zorg in Curaçao kon ontvangen en dat hij aanspraak had op medische uitzending. Niet in geschil is tussen partijen verder dat het onderzoek en behandeling in het UMCG tot de verzekerde aanspraken behoort. Wel in geschil is tussen partijen of de behandeling in het VUMC tot de verzekerde aanspraken behoort.
“Volgens het eerste criterium moet de zorg “noodzakelijk” zijn ofwel worden voorbehouden aan mensen die het echt nodig hebben. Ten tweede moet collectief gefinancierde zorg “werkzaam” zijn. Er moet redelijkerwijs kunnen worden aangenomen dat een medische verrichting werkt zoals bedoeld (evidence-based medicine). Ook moet de zorg “doelmatig” zijn ofwel de kosten van zorg moeten in een redelijke verhouding staan tot de opbrengsten.”
“Bij de conclusie van eis wordt ook geen enkele medische correspondentie overgelegd, noch worden verklaringen van de behandelend (doorverwijzend) artsen in Groningen, noch van de ontvangen artsen in Amsterdam overgelegd, waaruit zou blijken dat er sprake is van een internationaal erkende behandeling die door de ziektekostenverzekeraars wordt vergoed.”Hier staat tegenover dat de SVB als producties 1 tot en met 5 bij conclusie van antwoord artikelen uit vaktijdschriften in het geding heeft gebracht waarin onder andere is te lezen, zakelijk samengevat, dat er nog geen adequate behandeling bestaat voor een hersenstamtumor als bij [zoon] geconstateerd.